WAARSCHUWING: De voltages in deze apparatuur zijn levensgevaarlijk. Bevat geen onderdelen die de gebruiker zelf kan repareren. Laat onderhoud altijd uitvoeren door bevoegd servicepersoneel. De veiligheidscertificeringen zijn niet meer geldig indien de fabrieksinstelling van de werkspanning wordt gewijzigd.
Dit apparaat valt onder een licentie voor de ACMA-klasse en dient te voldoen aan alle voorwaarden van die licentie, evenals de werkfrequenties. Dit apparaat zal al vóór 31 december 2014 moeten voldoen als het wordt gebruikt in de frequentieband van 520-820 MHz. WAARSCHUWING: Dit apparaat mag na 31 december 2014 om te voldoen niet meer worden gebruikt in de frequentieband van 694-820 MHz.
De AD4D Axient digitale draadloze ontvanger met twee kanalen stelt een nieuwe norm voor heldere digitale audio en maximale spectrale efficiëntie. Functies met grensverleggende prestaties zijn onder andere wide tuning, lage latentietijd, high-densitymodus (HD) en Quadversity, die voor stabiele prestaties in de meest uitdagende RF-omgevingen zorgen. Netwerkbeheer, AES3- en Dante-uitgang en opties voor signaalrouting bieden uw volledige workflow een nieuw beheerniveau en flexibiliteit. Compatibel met alle Axient digitale zenders.
De functie automatische begrenzer beschermt tegen signaaloversturing, waardoor hogere versterkingsinstellingen mogelijk zijn en onverwachte signaalpieken worden voorkomen
De volgende componenten worden met de ontvanger meegeleverd:
Hardwareset | 90XN1371 |
Bulkhead-adapter, BNC | 95A8994 |
1/2 Wave breedbandantenne (2) | Per regio verschillend |
BNC-BNC RF-coaxkabel voor aansluiten Bulkhead (kort) | 95B9023 |
BNC-BNC coaxiale RF-kabel voor aansluiten Bulkhead (lang) | 95C9023 |
Coaxiale RF-cascadekabel | 95N2035 |
Netvoedingskabel, VLock | Per regio verschillend |
Overbruggingskabel netvoeding | Per regio verschillend |
Ethernetkabel van 3 ft. | 95A33402 |
Overbruggingskabel ethernet | 95B33402 |
Deze component is ontworpen om in een audiorack te worden ingebouwd.
Waarschuwing: Om letsel te voorkomen moet dit apparaat stevig in het rack worden bevestigd.
① Volumeknop hoofdtelefoon
Regelt het volume van de hoofdtelefoon voor het geselecteerde kanaal. Oversturingsindicator waarschuwt voor overbelasting van een signaal of inschakeling van de begrenzer.
Drukknop voor toegang tot Dante-opties en hoofdtelefooninstellingen.
② Afluister-connector
¼" (6,3 mm) uitgangsconnector.
③ Infrarood (IR) synchronisatie-ledlampje
Het ledlampje wordt rood wanneer de zender en ontvanger correct zijn uitgelijnd voor IR-synchronisatie.
④ Infrarood (IR) synchronisatievenster
Uitlijnen met IR-venster op zender om te synchroniseren.
⑤ Omgevingslichtsensor
Detecteert automatisch externe lichtcondities.
⑥ Kanaalselectieknop
Druk hierop om een kanaal te selecteren.
De kanaalkeuzetoets wordt rood om interferentie aan te geven:
⑦ Knop Synchroniseren
Druk hierop om te synchroniseren wanneer de zender en ontvanger zijn uitgelijnd. Het ledlampje van de IR-synchronisatie wordt rood om een juiste uitlijning aan te geven.
⑧ Statuslampjes antenne
Geeft de status weer voor beide antennes:
Opmerking: De ontvanger geeft alleen een audiosignaal af als het blauwe ledlampje brandt.
⑨ RF-signaalsterktelampjes
Geven de sterkte van het RF-signaal van de zender aan:
⑩ Audio-leds
Rode, gele en groene ledlampjes geven piek- en gemiddelde audioniveaus weer.
De led wordt rood wanneer de begrenzer ingeschakeld is.
⑪ Display
Hierop wordt informatie weergegeven voor het geselecteerde kanaal.
⑫ Functieknoppen
Druk hierop voor bewerkings- en configuratieopties. De knoppen zijn F1, F2, F3, F4 (van boven naar beneden) en lichten op wanneer er bewerkopties beschikbaar zijn.
⑬ ENTER-knop
Druk hierop om wijzigingen op te slaan.
⑭ EXIT-knop
Druk hierop om wijzigingen ongedaan te maken en terug te keren naar hoofdmenu's.
⑮ Bedieningsknop
⑯ Aan-uitschakelaar
Hiermee wordt het apparaat in- of uitgeschakeld.
① Netvoedingsingang
IEC-vergrendelingsconnector 100-240 V AC.
② Netvoedingszekering
Beschermt de netvoedingscascade tegen overbelasting.
③ Netvoedingscascade (vergrendelen)
Gebruik IEC-verlengkabels om stroom door meerdere apparaten te lussen.
④ Ethernetpoorten
Vier ethernetpoorten voor het overbrengen van de volgende signalen:
Netwerkstatuslampjes (groen):
Netwerksnelheidlampjes (oranje):
⑤ Woordklokingang en thru-poorten
⑥ Afsluitschakelaar woordklok
⑦ Digitale AES3-audio-uitgang
Connector voor AES3 digitale audio.
⑧ Gebalanceerde XLR audio-uitgang (één per kanaal)
⑨ Microfoon/lijn-schakelaar en ground-lift-schakelaar (één per kanaal)
⑩ ¼ inch audio-uitgang (één per kanaal)
Transformator, gebalanceerd
⑪ Coaxiale uitgangen van antenne A en Antenne B
RF-verbinding voor Antenne A en Antenne B.
⑫ RF-cascadeconnectors C en D
Geeft het RF-signaal van antenne A en antenne B door aan één extra ontvanger.
⑬ Indicatielampje antennevoorspanning
De ontvanger maakt gebruik van een menustructuur met twee lagen om meerdere kanalen in één rek te ondersteunen:
Gebruik in het beginscherm een van de volgende methoden om het menu Device Configuration of een van de kanaalmenu’s te openen.
In het beginscherm kunt u de status van alle vier de kanalen bekijken.
U kunt aan de bedieningsknop draaien om informatie in het beginscherm op verschillende manieren weer te geven, waaronder kanaalnaam, groep en kanaal, kwaliteitsmeter, versterking en frequentie.
Weergave 1 | Weergave 2 | Weergave 3 | Weergave 4 |
---|---|---|---|
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
De volgende schermpictogrammen geven ontvangermodi of -instellingen aan:
STD | Standaard transmissiemodus |
HD | High-density transmissiemodus |
G: | Frequentiegroep |
C: | Kanaal |
TV: | Tv-Band voor de geselecteerde frequentie |
AES3 | AES3-uitgang geselecteerd |
View | Geselecteerde weergave beginscherm |
![]() |
Scrol omhoog voor meer opties |
![]() |
Scrol omlaag voor meer opties |
![]() |
Scrol naar rechts voor meer opties |
![]() |
Scrol naar links voor meer opties |
![]() |
Netwerkverbinding aanwezig voor andere Shure-apparaten of WWB |
![]() |
Aan/uit-schakelaar vergrendeld |
![]() |
Bedieningselementen voorpaneel vergrendeld |
![]() |
Geeft aan dat een zender is gekoppeld aan het kanaal van de ontvanger |
![]() |
Geeft aan dat bediening via ShowLink actief is tussen de ontvanger en de “gekoppelde” zender |
![]() |
Geeft aan dat de bedieningselementen van een gekoppelde zender zijn vergrendeld. |
![]() |
Geeft aan dat het RF-signaal van de gekoppelde zender is ingeschakeld |
![]() |
Geeft een alarm of waarschuwing aan |
![]() |
Combineren Frequentiediversiteit ingeschakeld |
![]() |
Selectie Frequentiediversiteit ingeschakeld |
![]() |
Versleuteling ingeschakeld |
![]() |
Toegangsbeheer ingeschakeld |
![]() |
Netvoedingsbron, DC-voeding niet beschikbaar |
![]() |
Netvoedingsbron, DC-voeding beschikbaar |
![]() |
DC-voedingsbron |
Gebruik de volgende menu-items en parameterinstellingen om de ontvanger op apparaatniveau te configureren.
Tip: Gebruik de ENTER-knop om wijzigingen op te slaan of druk op EXIT om te annuleren zonder op te slaan.
Druk in het beginscherm op de bedieningsknop om het menu Device Configuration te openen.
RF-band
Selecteer de afstemband voor de ontvanger.
Versleuteling
Schakelt versleuteling voor het RF-signaal in.
Transmissiemodus
Selecteer Standard of High Density zenderafstand.
Aangepaste groepen
Configureer, bewerk of laad aangepaste frequentiegroepen.
Antennevoorspanning
Schakel antennevoorspanning in voor actieve RF-antennes.
TV-formaat
Pas tv-bandbreedte aan regionale standaarden aan.
AES3-audio
Configureer AES3-audioparameters.
Dante-namen
Bekijk, bewerk en kopieer namen voor netwerk Dante-componenten.
Dante-vergrendelingsstatus
Bekijk de status van de Dante-apparaatvergrendeling.
Dante Domain Manager
Bekijk de status van de instellingen van Dante Domain Manager.
Apparaat-ID
Gebruik de bedieningsknop om een ID toe te wijzen of te bewerken.
Configureer IP-, netwerk- en Dante-instellingen.
Installatie
Configureer ethernetpoort- en IP-instellingen.
Toegang
Bekijk de status van netwerktoegangbeheer (Enabled of Disabled). Gebruik Wireless Workbench of andere Shure Control-software om netwerktoegangbeheer in of uit te schakelen.
Gebruik de netwerkbrowser om Shure-apparaten op het netwerk te bekijken.
Weergeven
Geef alle apparaten in het netwerk weer.
Alles knipperen
Laat het ledlampje van het voorpaneel van alle apparaten in het netwerk knipperen om verbinding te bevestigen.
F.W. Versie
Geeft de geïnstalleerde firmwareversie weer van de geselecteerde netwerkcomponent.
Voedingsschakelaar
Voorpaneel
Ventilatormodus
Temperature (Temperatuur)
Geeft de temperatuur van de interne ontvanger weer.
Helderheid
Stel de helderheid van het display in.
Omkeren
Verandert de kleur van het display.
Slaapstand display
Biedt opties om de display en de verlichting van het voorpaneel uit te schakelen na 10, 30 of 60 seconden.
Tip:
Druk op een van de bedieningselementen van het voorpaneel om Display Sleep te onderbreken.
Toont de operationele status van de DC-module (indien geïnstalleerd).
Lijn zender IR-venster uit en selecteer om firmware zender te updaten.
Maak en beheer voorinstellingen.
Alle parameters van de ontvanger worden teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
Biedt een uitgebreide lijst met versiespecificaties en belangrijke informatie voor de ontvanger.
Gebruik de volgende menu’s en parameters om de kanalen van de ontvanger te configureren.
Tip: Gebruik de knoppen voor kanaalselectie om te navigeren tussen naastgelegen kanalen tijdens het configureren van menuparameters. Gebruik de ENTER-knop om wijzigingen op te slaan of druk op EXIT om te annuleren zonder op te slaan.
Op het beginscherm van het kanaalmenu kunt u de instellingen voor een geselecteerd kanaal bekijken en de details van de zenders die aan dat kanaal zijn gekoppeld. Selecteer een kanaal om het menu te openen.
U kunt versterking, groep, kanaal en frequentie aanpassen met de EDIT-functieknop.
Gebruik het kanaalmenu om parameters te selecteren en bewerken. Druk op bedieningsknop om het kanaalmenu vanaf het beginscherm van het kanaalmenu te openen.
Druk op ENTER om een nieuwe frequentie in te zetten wanneer u een spectrummanager als frequentieserver gebruikt.
Opmerking: Deze menuoptie wordt niet weergegeven als u geen frequentieserver aan de ontvanger hebt toegewezen.
Versterking/mute
Past de versterkingsregeling van de ontvanger aan.
Schakelstatus
Geeft de schakelpositie weer van de ground-lift en niveauschakelaars.
Signaalversterking systeem
Bekijk en bereken alle stadia van signaalversterking in de signaalketen, inclusief ingangspads, microfoon-offset en versterkingsfactor van de ontvanger.
Toongenerator
Biedt een constant hoorbaar audiosignaal voor het testen en oplossen van problemen.
Meter overbelasting vasthouden
Schakel overbelasting vasthouden in om signaalpieken op te vangen.
G: (Groep)
Wijs een frequentiegroep toe.
C: (Kanaal)
Wijs een kanaal toe.
Frequentie
Selecteer handmatig een frequentie.
Tv
Geeft de tv-band weer voor de geselecteerde frequentie.
Kanaalnaam
Gebruik de bedieningsknop om de naam van het kanaal toe te wijzen of te bewerken.
Vindt beschikbare kanalen binnen de geselecteerde groep:
Scant de geselecteerde groep en zoekt naar alle beschikbare kanalen.
Zenderingangen
Gebruik de bedieningsknop om zenderingangen toe te wijzen en te bekijken.
ACTIVATE (ADX-zenders gekoppeld aan ShowLink-toegangspunt)
Kies een zender met de bedieningsknop en druk vervolgens op ACTIVATE om RF van deze zender door te laten en RF van alle andere zenders te dempen.
FLASH (ADX-zenders gekoppeld aan ShowLink-toegangspunt)
De weergave van een aan de ontvanger gekoppelde zender gaat knipperen.
UNLINK
Verwijdert een zender uit de geselecteerde ingang.
SYNC:
Wijst een zender aan de geselecteerde ingang toe als SYNC wordt ingedrukt.
Geeft versiegegevens en belangrijke informatie weer voor de geselecteerde zender.
Selecteer en bewerk zenderparameters, zodat ze automatisch ingesteld worden tijdens een IR-synchronisatie.
Interferentiebeheer
Selecteer instelling voor interferentiedetectie voor het kanaal.
Frequency diversity
Configureer frequentiediversiteit voor handheld- of bodypack-zenders.
Talk Switch/Uitgangsroutering
Stel de opties voor de routering van het uitgangssignaal van de ontvanger in voor bediening van de Talk Switch vanaf een zender. Voor meer informatie over het gebruik van een spreekschakelaar met een Axient digitale zender, zie de gebruiksaanwijzing van de spreekschakelaar.
De ontvanger biedt selecteerbare afstembanden om het gebruik van lokaal beschikbaar spectrum te maximaliseren.
Opmerking: Als de RF-band is ingesteld, synchroniseert u zenders die aan de ontvanger zijn gekoppeld opnieuw.
Gebruik IR-synchronisatie om een audiokanaal te vormen tussen de zender en ontvanger.
Opmerking: de band van de ontvanger moet overeenkomen met de band van de zender.
Opmerking:
In geval van een wijziging in de versleutelingsstatus op de ontvanger, bijvoorbeeld in-/uitschakeling van versleuteling of een verzoek om een nieuwe versleutelingscode, moet synchronisatie plaatsvinden om de instellingen naar de zender over te brengen.
Frequenties kunnen voor ieder kanaal handmatig ingesteld worden als u specifieke waarden moet specificeren.
De ontvanger kan afzonderlijke kanalen scannen om beschikbare frequenties te vinden, of een volledige groep scannen om de meeste beschikbare frequenties te vinden.
Belangrijk! Voordat u begint doet u het volgende:
Zet alle zenders uit voor de systemen die u instelt. (Dit voorkomt dat deze de frequentiescan verstoren.)
Zet de volgende potentiële bronnen van storing aan zoals tijdens de presentatie of het optreden het geval zou zijn (de scan zal verstoringen die ze genereren detecteren en vermijden).
Met kanaalscan wordt er automatisch een groep gescand om beschikbare frequenties te vinden.
Met groepsscan wordt er automatisch naar alle beschikbare frequenties binnen een groep gezocht. Beschikbare frequenties kunnen automatisch gebruikt worden voor kanalen van ontvangers en overige netwerkcomponenten.
Wanneer u een spectrummanager als frequentieserver voor de ontvanger hebt toegewezen, kunt u de menuoptie New Frequency gebruiken om snel op een storingsvrije frequentie over te gaan. De optie New Frequency is alleen beschikbaar als u een spectrummanger als frequentieserver voor de ontvanger hebt toegewezen.
Let op: Nadat u een nieuwe frequentie hebt toegewezen, moet u de frequentie van alle gekoppelde zenders handmatig of met behulp van IR-synchronisatie bijwerken.
De ontvanger heeft twee transmissiemodi om het beschikbare spectrum dat door de zenders wordt gebruikt efficiënt te beheren.
Standaardmodus
De standaardmodus gebruikt kanaalafstand zodat zenders op verschillende vermogensniveaus kunnen werken.
De standaardmodus is zeer geschikt voor situaties waarbij het spectrum niet beperkt is of als u zenders op hogere vermogensniveaus moet gebruiken om het bereik te vergroten.
High-densitymodus
De high-densitymodus zorgt voor extra bandbreedte voor meer kanalen in drukke RF-omgevingen door te zenden met 2 mW RF-vermogen en de modulatiebandbreedte te verkleinen.
De high-densitymodus is ideaal voor toepassingen waarbij vele kanalen zijn vereist in een beperkt gebied, de zendafstanden kort zijn en het aantal beschikbare frequenties beperkt is.
Opmerking: gebruiksmodi kunnen per regio verschillen. In Brazilië wordt de high-densitymodus gebruikt.
Ieder kanaal van een ontvanger heeft acht zenderingangen om de RF-signalen van de ontvanger te beheren. Zenders kunnen aan de kanaalingangen worden toegewezen of bij de ontvanger ‘aangemeld’ worden.
Voor meer bescherming tegen interferentie geeft de ontvanger een waarschuwing af of blokkeert signalen van niet aangemelde zenders.
Een zender toewijzen aan een kanaal van een ontvanger:
Als de synchronisatie is voltooid, wordt de zender aan de ingang toegewezen. De zender blijft toegewezen aan de ingang totdat deze wordt ontkoppeld. Om een zender uit een ingang te verwijderen, gebruikt u de bedieningsknop om de ingang te selecteren en drukt u vervolgens op UNLINK.
Tip: In het kanaalmenu heeft u snelle toegang tot de ingangen door de F4-functietoets te selecteren.
Als het signaal verslechtert, biedt technologie voor interferentiebeheer opties om handmatig of automatisch naar een heldere, compatibele frequentie over te schakelen.
Reageer op een melding door handmatig een nieuwe frequentie te selecteren of laat de spectrummanager of Wireless Workbench automatisch een back-upfrequentie gebruiken op het moment dat de interferentie wordt ontdekt.
Tip: Om een interferentiemelding uit te schakelen, selecteert u het betreffende kanaal en vervolgens Dismiss.
Interferentiebeheer kan voor ieder kanaal afzonderlijk worden geconfigureerd.
Het instellen van de modus bepaalt hoe de ontvanger naar een heldere frequentie schakelt als er interferentie optreedt
Met de niet-aangemelde optie wordt bepaald hoe de ontvanger reageert op de aanwezigheid van niet-aangemelde zenders, die een mogelijke bron van interferentie kunnen vormen.
Kies een van de volgende opties in het menu Interferentiebeheer:
Met de optie frequentieserver kunt u een netwerk spectrummanager toekennen als een server voor heldere frequenties als er interferentie optreedt.
Er wordt een kanaalkwaliteitsmeter op het beginscherm weergegeven. Dit is een visuele indicator van de signaal-ruisverhouding van het RF-signaal. Als het RF-signaal sterk is met een laag geluidsniveau, zijn alle vijf segmenten van de meter gevuld of wordt het getal 5 weergegeven.
Als de ruisverhouding toeneemt, zijn er minder segmenten gevuld of neemt het kwaliteitsgetal af. Lage kanaalkwaliteitsniveaus vormen een vroege waarschuwing voor mogelijke problemen, zodat u naar een heldere frequentie kunt schakelen.
Segment | Getal |
---|---|
![]() |
![]() |
Frequentiediversiteit zorgt voor naadloze, onafgebroken audio voor belangrijke toepassingen. Frequentiediversiteit werkt door de audio op twee onafhankelijke frequenties te verzenden met een ADX2FD Frequentiediversiteit handheld zender of met twee zenders uit de AD/ADX-serie.
In de modus Frequentiediversiteit gebruikt de ontvanger twee frequenties om één audiokanaal te bieden. Als er interferentie is op een frequentie, wordt de audio van de andere frequentie gebruikt om storingen of onderbreking van de audio te voorkomen.
Als u Frequentiediversiteit gebruikt in combinatie met interferentiedetectie heeft u een extra beveiligingslaag voor het audiosignaal.
Alle antennepoorten leveren een DC-voorspanning aan actieve antennes. Schakel de DC-voeding uit bij gebruik van passieve (niet-gevoede) antennes.
De antennevoorspanning uitschakelen:
Tip: In het scherm Antennevoorspanning wordt de stroomafname weergegeven voor iedere afzonderlijke antenne en de totale stroomafname voor alle antennes.
De ontvanger heeft twee RF-cascadepoorten op het achterpaneel om het RF-signaal van de antennes te delen met één extra ontvanger.
Gebruik een afgeschermde coaxiale kabel om de RF-cascadepoorten van de eerste ontvanger aan te sluiten op de antenne-ingangen van de tweede ontvanger.
Belangrijk: Beide ontvangers moeten hetzelfde frequentiemodel (A, B, C) hebben.
Firmware is software die is ingebouwd in elk onderdeel dat functionaliteit regelt. Als u de nieuwste versies software-updates installeert, wordt de ontvanger bijgewerkt met extra functies en verbeteringen. Nieuwe firmwareversies kunnen worden geüpload en geïnstalleerd met het hulpprogramma Shure Update Utility dat beschikbaar is in de Wireless Workbench 6 (WWB6) van Shure. De software kunt u downloaden van http://www.shure.com.
Werk bij het updaten van de firmware van ontvangers alle ontvangers bij tot dezelfde firmwareversie om een consistente werking te verzekeren.
De firmware van alle apparaten heeft de vorm PRIMAIR.SECUNDAIR.PATCH (bijv. 1.2.14). Alle apparaten op het netwerk (inclusief zenders) dienen minimaal dezelfde PRIMAIRE en SECUNDAIRE firmwareversienummers te hebben (bijv. 1.2.x).
VOORZICHTIG! Zorg dat de voeding en netwerkaansluitingen van de ontvanger in stand blijven tijdens een firmware-update. Schakel de ontvanger niet uit voordat de update is voltooid.
Tijdens de hele updatecyclus moet er uitgelijnd blijven worden. De voortgang van het updateproces wordt op het display van de ontvanger weergegeven. Er wordt Complete! op het display van de ontvanger weergegeven als het gereed is.
De versterking en audio-uitgang kunnen voor ieder kanaal afzonderlijk in real time worden beheerd.
Selecteer een kanaal en navigeer naar het menu Audio. Kies vervolgens Gain/Mute.
De versterking aanpassen:
Tip: Pas de kanaalversterking aan tijdens een soundcheck met typische niveaus voor het audio-ingangssignaal en controleer de ledlampjes van de audiometers. Verminder de kanaalversterking als het rode ledlampje herhaaldelijk gaat branden.
De audio-uitgang beheren:
De ontvanger heeft een ingebouwde toongenerator om een continu audiosignaal te kunnen geven, wat handig is voor soundchecks en het oplossen van problemen met het systeem. Het niveau en de frequentie van de toon zijn regelbaar.
Opmerking: De toongenerator dringt de signaalketen binnen vóór de signaalversterking van het systeem. De algemene versterking van het systeem bepaalt het toonniveau.
Tip: stel het Level in op Off om de generator te stoppen.
De connector voor hoofdtelefooncontrole biedt opties voor het luisteren naar een geselecteerd kanaal van een ontvanger of voor toegang tot of het controleren van audio van Dante-compatibele apparaten in uw netwerk.
Om naar een kanaal van een ontvanger te luisteren, selecteert u het kanaalnummer en gebruikt u de volumeknop om het signaalniveau aan te passen.
Met geavanceerde hoofdtelefoonopties kunt u de audio controleren van Dante-apparaten in uw netwerk en de hoofdtelefooninstellingen aanpassen.
Open het menu Headphone Monitor door op de volumeknop van de hoofdtelefoon te drukken. Gebruik de bedieningsknop om een van de volgende opties te selecteren:
Dante browsen
Druk op de bedieningsknop om naar Dante-kanalen in uw netwerk te zoeken. Scrol om een apparaat met de hoofdtelefoon te selecteren en controleren.
Dante in wachtrij
Gebruik de bedieningsknop om de ontvanger als een Cue Station te configureren, waardoor de ontvanger kan fungeren als centraal controlepunt voor uw systeem. U kunt extra kanalen toevoegen aan de Cue Groups. Kanalen in de Cue Group kunnen worden gecontroleerd door de kanaalknop op de bronontvanger ingedrukt te houden.
Hoofdtelefooninstellingen
Configuratieopties:
Met de signaalversterkingsfunctie kunt u alle stadia van signaalversterking in de signaalketen bekijken en berekenen, inclusief ingangspads, offsets en versterkingsfactor van de ontvanger. Audio-uitgangsniveaus worden in realtime bijgewerkt als de versterkingsfactor wordt aangepast.
De ontvanger heeft een netwerkinterface met 4 poorten. De Dante-technologie biedt een geïntegreerde oplossing voor de distributie van digitale audio. Dante maakt gebruik van standaard IP over ethernet en kan veilig op hetzelfde netwerk worden verzonden als IT- en besturingsgegevens. Selecteerbare netwerkmodi geven poortsignalen door voor een flexibele netwerkinstelling.
Ontvangers kunnen geregeld worden met Shure Control (Wireless Workbench) voor beheer en controle op afstand. De Dante Controller regelt digitale audio-routing. Signalen voor AMX- en Crestron-controllers worden verzonden via hetzelfde netwerk als Shure Control.
Shure Control
Wireless Workbench 6 (WWB6)-software biedt uitgebreide beheermogelijkheden voor draadloze audiosystemen. Wireless Workbench maakt aanpassingen op afstand van ontvangers op het netwerk mogelijk, inclusief realtime wijzigingen van versterking, frequentie, RF-vermogen en vergrendelingen. Een vertrouwde channel strips-interface geeft audiometers, zenderparameters, frequentie-instellingen en de netwerkstatus weer.
Dante
De Dante Controller is een gratis softwareprogramma van Audinate™ voor het configureren en beheren van netwerken van met Dante compatibele apparatuur. Gebruik de controller om audioroutes te maken tussen componenten op het netwerk en om de status van online apparaten te volgen.
Versie 1.2.X introduceert ondersteuning voor Dante Device Lock voor AD4D en AD4Q. Dante Device Lock is een functie van Dante Controller waarmee u ondersteunde Dante-apparaten kunt vergrendelen en ontgrendelen met behulp van een 4-cijferige PIN-code (persoonlijk identificatienummer). Als een op een apparaat een Dante-vergrendeling is ingeschakeld, zal Dante-audio blijven stromen volgens de bestaande abonnementen, maar de abonnementen en instellingen kunnen niet worden beheerd of geconfigureerd.
Als u de PIN-code van uw Dante Device Lock vergeet, zie het gedeelte Device Lock van de Dante Controller-gebruikershandleiding voor instructies over hoe u verder moet gaan.
Versie 1.2.X introduceert ondersteuning voor Dante Domain Manager (DDM) voor AD4D en AD4Q. DDM is netwerkbeheersoftware die gebruikersauthenticatie, rolgebaseerde beveiliging en auditfuncties voor Dante-netwerken en Dante-producten mogelijk maakt.
Overwegingen voor Shure-apparaten die door DDM worden bestuurd:
Zie de Dante Domain Manager-gebruikershandleiding voor meer informatie.
De ontvanger biedt twee selecteerbare netwerkmodi:
De ontvanger is in de fabriek geconfigureerd op de Split/Redundant -modus.
Switch-modus configureren:
Om communicatie tussen en beheer van componenten mogelijk te maken, moet aan elk apparaat in het netwerk een IP-adres worden toegewezen. Geldige IP-adressen kunnen automatisch worden toegekend door middel van een DHCP-server of handmatig worden geselecteerd uit een lijst. Bij gebruik van Dante-audio moet ook een afzonderlijk Dante IP-adres worden toegekend aan de ontvanger.
Modus IP-adressen automatisch toekennen
Modus handmatig IP toekennen
Met de netwerkbrowser kunt u andere apparaten vinden die op uw netwerk zijn aangesloten. U kunt informatie bekijken over de gevonden apparaten, waaronder apparaat-ID, IP-adres, firmwareversie en modelnaam.
De volgende informatie en acties zijn beschikbaar via de netwerkbrowser:
Als het pictogram niet oplicht, controleert u de kabelverbinding en de led’s op de netwerkbus.
Als de led’s niet oplichten terwijl de kabel is aangesloten, vervangt u de kabel en controleert u opnieuw de led’s en het netwerkpictogram.
WWB6-connectiviteit met het netwerk controleren:
Het toewijzen van aangepaste namen en ID’s helpt bij het monitoren en organiseren als de ontvanger onderdeel is van een groter systeem.
Het toewijzen van unieke namen aan ieder kanaal helpt bij het identificeren en organiseren als de ontvanger onderdeel is van een groter systeem.
Gebruik de vergrendelfunctie om onbedoelde of onbevoegde wijzigingen aan bedieningsknoppen en instellingen te voorkomen. Het voorpaneel en de aan/uit-schakelaar kunnen onafhankelijk van elkaar vergrendeld en ontgrendeld worden.
De ontvanger biedt de volgende weergaveopties:
Tip: Druk op een van de bedieningselementen van het voorpaneel om Display Sleep te onderbreken.
In de voorinstellingen van de gebruiker kan een huidige ontvangerinstelling worden opgeslagen en worden hersteld. In de voorinstellingen worden alle ontvangerinstellingen opgeslagen voor snelle configuratie van een ontvanger of eenvoudig wisselen tussen diverse instellingen. Er kunnen maximaal vier voorinstellingen worden opgeslagen in het ontvangergeheugen.
Vanuit het menu Device Configuration navigeert u naar User Presets en selecteert u een van de volgende opties:
Door IR-voorinstellingen te configureren kunnen alle zenderparameters automatisch ingesteld worden via de ontvanger tijdens een IR-synchronisatie.
Individuele parameters kunnen geconfigureerd worden in het menu IR Presets. Elke voorinstelling heeft de standaardwaarde No Change, waardoor die instelling tijdens een IR-synchronisatie ongewijzigd blijft.
De ontvanger is voorzien van Advanced Encryption Standard (AES-256) om te waarborgen dat alleen de ontvanger die de juiste sleutel heeft voor de zender de audiocontent kan volgen.
Opmerking: Bij inschakeling is versleuteling van toepassing op alle ontvangerkanalen. Versleuteling heeft geen invloed op Dante-audiosignalen, de audiokwaliteit of de kanaalafstand.
Opmerking:
In geval van een wijziging in de versleutelingsstatus op de ontvanger, bijvoorbeeld in-/uitschakeling van versleuteling of een verzoek om een nieuwe versleutelingscode, moet synchronisatie plaatsvinden om de instellingen naar de zender over te brengen.
Tip: Om versleuteling te verwijderen gebruikt u de bedieningsknop om Off te selecteren en de zender opnieuw te synchroniseren om de versleuteling te verwijderen.
Met de functie Factory Reset worden de huidige instellingen verwijderd en de fabrieksinstellingen hersteld.
Voorzichtig: Alle huidige instellingen worden verwijderd tijdens de reset en de ontvanger moet opnieuw worden opgestart.
De ontvanger heeft een interne koelventilator ter bescherming tegen te hoge temperaturen.
Tip: De temperatuur van de interne ontvanger wordt weergegeven op het weergavescherm Fan.
Probleem | Zie oplossing... |
---|---|
Geen geluid | Voeding, kabels, radiofrequentie of versleuteling komt niet overeen |
Zwak geluid of vervorming | Versterking, kabels |
Geen bereik, ongewenste ruis of uitval | Radiofrequentie (RF) |
Zender kan niet worden uitgeschakeld, frequentie-instellingen kunnen niet worden gewijzigd of ontvanger kan niet worden geprogrammeerd | Interfacevergrendelingen |
Bericht Encryption Mismatch | Versleuteling komt niet overeen |
Bericht Firmware Mismatch | Firmware komt niet overeen |
Rood ledlampje, antennestoring | RF |
Zorg ervoor dat de ontvanger en de zender voldoende spanning krijgen. Controleer de batterij-indicatoren en vervang indien nodig de batterijen van de zender.
Stel op de voorzijde van de ontvanger de systeem-gain af. Zorg ervoor dat het uitgangsniveau aan de achterzijde van de ontvanger overeenkomt met de instelling van de ingang van de microfoon/lijn van de mengtafel, versterker of DSP.
Controleer of alle kabels en connectors goed werken.
De zender en de ontvanger kunnen worden vergrendeld om onbedoelde of onbevoegde wijzigingen te voorkomen. Een vergrendelde functie of knop geeft het scherm Locked op het lcd-paneel weer. Ook kan het vergrendelingspictogram knipperen op een zender.
Synchroniseer alle ontvangers en zenders opnieuw wanneer u versleuteling hebt in- of uitgeschakeld.
Gepaarde zenders en ontvangers moeten dezelfde firmwareversie hebben om een stabiele werking te waarborgen. Zie het gedeelte Firmware voor de bijwerkprocedure voor firmware.
Als geen van beide blauwe RF Diversity LED's brandt, detecteert de ontvanger geen aanwezigheid van een zender.
De oranje ledlampjes voor RF-signaalsterkte geven de hoeveelheid ontvangen RF-vermogen aan. Dit signaal kan afkomstig zijn van de zender of van een storingsbron, zoals een televisie-uitzending. Als meer dan twee van de oranje RF-ledlampjes nog steeds branden als de zender is uitgeschakeld, heeft dat kanaal wellicht last van een storing en dient u een ander kanaal te proberen.
Het rode RF-ledlampje geeft een RF-overbelasting aan. Overbelastingen kunnen storingen veroorzaken in meerdere systeeminstallaties. Als u overbelasting ervaart, schakelt u de ontvanger uit om te kijken of deze stoort met andere componenten.
De numerieke kanaalkeuzetoets wordt ook rood om interferentie aan te geven.
Als de zender op meer dan 6 tot 60 m (20 tot 200 ft) afstand van de ontvangerantenne is, kunt u het bereik mogelijk op een van de volgende manieren vergroten:
Als u de rode RF-LED op een ontvanger ziet, kunt u het volgende proberen:
Het rode ledlampje Antenna Fault duidt op kortsluiting of overbelasting bij een antennepoort.
470–960 MHz, per regio verschillend (Zie de tabel met frequenties)
100 m (330 ft)
25 kHz, per regio verschillend
Standaardmodus | 350 kHz |
High-densitymodus | 125 kHz |
Standaardmodus | 350 kHz |
High-densitymodus | 125 kHz |
>70 dB, normaal
−98 dBm bij 10-5 BER
STD | 2.08 ms |
HD | 2.96 ms |
AD1 | 20 – 20 kHz (±1 dB) |
AD2 | Opmerking: Afhankelijk van microfoontype |
normaal, 20 Hz tot 20 kHz, instelling van ontvangerversterking = -12 dB
A-gewogen | ongewogen | |
---|---|---|
XLR-uitgang (lijn) | 120 dB | 117 dB |
Digitaal (AES3/Dante) | 130 dB | 126 dB |
–6 dBFS, 1 kHz, Systeemgain @ +10
<0,01%
Een positieve druk op het microfoonmembraan resulteert in een positieve spanning op pen 2 (ten opzichte van pen 3 van de XLR-uitgang) en de punt van de 6,35 mm (1/4-inch) uitgang.
-18°C (0°F) tot 50°C (122°F)
-29°C (-20°F) tot 65°C (149°F)
−18 tot +42 dB in stappen van 1 dB (plus dempingsinstelling)
XLR | Transformator, gekoppeld en gebalanceerd (1 = massa, 2 = audio +, 3 = audio −) |
TRS | Transformator, gekoppeld en gebalanceerd (Punt = audio +, ring = audio -, mantel = massa) |
100 Ω, Typisch, XLR-lijnuitgang
LINE-instelling | +18 dBV |
MIC-instelling | −12 dBV |
TRS | +8 dBV |
30 dB pad
Ja
44 x 483 x 333 mm H x B x D
4,6 kg (10,1 lbs), zonder antennes
Staal; spuitaluminium
100 tot 240 V AC, 50-60 Hz, 0,55 A max.
Maximum | 23 W (78 BTU/uur) |
Idle | 15 W (51 BTU/uur) |
10.9 tot 14.8 V DC ,3,3 A max.
10/100 Mbps, 1Gbps, Dante digitale audio
DHCP of handmatig IP-adres
100 m (328 ft)
BNC
Ongebalanceerd, passief
50 Ω
0 dB, normaal
>80 dB, normaal
BNC
50 Ω
12 tot 13.5 V DC, 150 mA maximum, per antenne
AD4D=A | 470–636 MHz |
AD4D=B | 606–810 MHz |
AD4D=C | 750–960 MHz |
Gebruik het volgende bedradingsschema om de XLR-uitgang om te zetten naar een ¼"-uitgang.
Frequentieband | Frequentiebereik ( MHz) |
---|---|
G53 | 470 tot 510 |
G54 | 479 tot 565 |
G55† | 470 tot 636* |
G56 | 470 tot 636 |
G57 (G57+) | 470 tot 616* (614 tot 616*** ) |
G62 | 510 tot 530 |
H54 | 520 tot 636 |
K53 | 606 tot 698* |
K54 | 606 tot 663** |
K55 | 606 tot 694 |
K56 | 606 tot 714 |
K57 | 606 tot 790 |
K58 | 622 tot 698 |
L54 | 630 tot 787 |
L60 | 630.125 tot 697.875 |
P55 | 694 tot 703, 748 tot 758, 803 tot 806 |
R52 | 794 tot 806 |
JB | 806 tot 810 |
X51 | 925 tot 937.5 |
X55 | 941 tot 960 |
Z16†† | 1240 tot 1260 |
*Met een gat tussen 608 tot 614 MHz.
**Met een gat tussen 608 tot 614 MHz en een gat tussen 616 tot 653 MHz.
***Selectie van de G57+-band breidt de G57-band uit met 2 MHz aanvullend spectrum tussen 614 en 616 MHz. Het maximale zendvermogen is beperkt tot 10 mW tussen 614 en 616 MHz.
†Gebruiksmodi kunnen per regio verschillen. In Brazilië wordt de high-densitymodus gebruikt. Het maximale vermogen voor Peru is 10 mW.
††Z16 alleen voor Japan
เครื่องโทรคมนาคมและอุปกรณ์นี้มีความสอดคล้องตามมาตรฐานหรือข้อกำหนดทางเทคนิคของ กสทช.
Dit product voldoet aan de essentiële vereisten van alle toepasselijke Europese richtlijnen en komt in aanmerking voor CE-markering.
Goedgekeurd volgens de bepaling over conformiteitsverklaring (DoC) van FCC Deel 15.
Is conform aan elektrische veiligheidseisen gebaseerd op IEC 60065.
Voldoet aan de essentiële vereisten van de volgende Europese Richtlijnen:
Opmerking: houd u aan de plaatselijke richtlijnen voor recycling van elektronisch afval
Dit product voldoet aan de essentiële vereisten van alle toepasselijke Europese richtlijnen en komt in aanmerking voor CE-markering.
Hierbij verklaar ik, Shure Incorporated, dat het radioapparatuur conform is met Richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op het volgende internetadres: http://www.shure.com/europe/compliance
Erkende Europese vertegenwoordiger:
Shure Europe GmbH
Hoofdkantoren in Europa, Midden-Oosten en Afrika
Afdeling: EMEA-goedkeuring
Jakob-Dieffenbacher-Str. 12
75031 Eppingen, Duitsland
Telefoon: +49-7262-92 49 0
Fax: +49-7262-92 49 11 4
Email: info@shure.de
Dit apparaat functioneert zonder bescherming en zonder interferentie. Als de gebruiker bescherming wenst tegen andere radiodiensten die werken op dezelfde tv-banden, is een radiolicentie vereist. Raadpleeg het document Client Procedures Circular CPC-2-1-28, Voluntary Licensing of Licence-Exempt Low-Power Radio Apparatus in the TV Bands van Innovation, Science and Economic Development Canada voor meer details.
Ce dispositif fonctionne selon un régime de non‑brouillage et de non‑protection. Si l’utilisateur devait chercher à obtenir une certaine protection contre d’autres services radio fonctionnant dans les mêmes bandes de télévision, une licence radio serait requise. Pour en savoir plus, veuillez consulter la Circulaire des procédures concernant les clients CPC‑2‑1‑28, Délivrance de licences sur une base volontaire pour les appareils radio de faible puissance exempts de licence et exploités dans les bandes de télévision d’Innovation, Sciences et Développement économique Canada.
(一)本产品符合“微功率短距离无线电发射设备目录和技术要求”的具体条款和使用场景;
(二)不得擅自改变使用场景或使用条件、扩大发射频率范围、加大发射功率(包括额外加装射频功率放大器),不得擅自更改发射天线;
(三)不得对其他合法的无线电台(站)产生有害干扰,也不得提出免受有害干扰保护;
(四)应当承受辐射射频能量的工业、科学及医疗(ISM)应用设备的干扰或其他合法的无线电台(站)干扰;
(五)如对其他合法的无线电台(站)产生有害干扰时,应立即停止使用,并采取措施消除干扰后方可继续使用;
(六)在航空器内和依据法律法规、国家有关规定、标准划设的射电天文台、气象雷达站、卫星地球站(含测控、测距、接收、导航站)等军民用无线电台(站)、机场等的电磁环境保护区域内使用微功率设备,应当遵守电磁环境保护及相关行业主管部门的规定。
Niet gevonden wat u zocht? Neem voor hulp contact op met onze klantenservice.