De Shure MV51 is een USB-condensatormicrofoon van professionele kwaliteit die ideaal is voor opnames thuis, podcasting en videoconferencing. De aantrekkelijke en duurzame, volledig metalen constructie heeft een verstelbare klapstandaard voor desktopgebruik en kan eveneens op een microfoonstandaard worden gemonteerd. Via een gebruikersinterface met aanraakscherm kunnen de microfoonversterkingsfactor, het hoofdtelefoonniveau, de toepassingsmodi en de demping worden geregeld.
Desktop
Richt de microfoon op de geluidsbron door de klapstandaard af te stellen.
Microfoonstandaard
Schroef de einddop los om de klapstandaard op een normale microfoonstandaard van 5/8" te draaien.
Einddop klapstandaard
De MV51 is compatibel met de meeste apparaten die een USB- of Lightning-connector hebben.
Stuurprogramma’s worden automatisch geïnstalleerd. Het aanraakscherm licht op bij een geslaagde verbinding.
Verhoog het niveau op zowel het MV51-product als de hostcomputer voor goede controle.
Sluit de hoofdtelefoon aan op de audio-uitgang van het MV51-apparaat en speel een geluidsspoor af. Als u geluid hoort, werkt de microfoon naar behoren.
Als uw computerinstellingen standaard een ander apparaat gebruiken, open dan het onderdeel Geluid van het Configuratiescherm en selecteer het MV51-apparaat.
Open het MV51-stuurprogramma vanuit het onderdeel Geluid van het Configuratiescherm en verhoog het hoofdtelefoonvolume vanaf het tabblad Afspelen of Uitvoer.
Als het geluid te zacht is of wordt vervormd, stel dan de versterkingsfactor handmatig af. Raadpleeg het onderwerp ‘Microfoonniveau afstellen’ in deze handleiding voor meer informatie.
Zie de gebruikershandleiding van de software voor informatie over het toewijzen van ingangsbronnen.
U kunt nu gaan opnemen.
Aanraakscherm
① Schuifregelaar volumeregeling
Regel het microfoon- of hoofdtelefoonniveau af door met uw vinger over het bedieningsvlak te schuiven.
② Led-balk
Deze toont het microfoon- en hoofdtelefoonniveau. De kleur van de leds geeft het bepaalde niveau aan dat weergegeven of afgeregeld wordt.
③ Dempingsknop
Als deze wordt ingedrukt, wordt de microfoon al of niet gedempt.
④ Modusschakelaar
Druk hierop voor het selecteren van de voorinstelmodi.
⑤ Keuzeschakelaar hoofdtelefoonvolume
Druk hierop voor het selecteren van het bedieningselement voor het hoofdtelefoonniveau (oranje led-balk). Regel vervolgens met de schuifregelaar voor volumeregeling het hoofdtelefoonniveau af. Druk er nogmaals op om naar de microfoonniveauweergave terug te keren (groene led-balk).
Vijf selecteerbare modi optimaliseren de instellingen voor niveauregeling en compressie die bij uw opnamebehoeften passen. Stel het microfonniveau in en selecteer de vooringestelde modus die het beste bij uw toepassing past. Of experimenteer met elke modi om uit te zoeken welke het beste klinkt. Vooringestelde modi kunnen de sterkte van het invoersignaal beïnvloeden, dus u moet het microfoonniveau na het wijzigen van de voorinstellingen naar wens aanpassen.
Modus | Toepassing | Eigenschappen |
---|---|---|
![]() |
spraak | Niveauregeling voor het benadrukken van helderheid en volheid met zachte compressie. |
![]() |
vocale uitvoeringen (solo of koor) | Subtiele niveauregeling om warmte en helderheid toe te voegen voor een natuurlijk geluid. |
![]() |
elk | Een onbewerkt signaal (geen niveauregeling of compressie-instellingen toegepast). Voegt flexibiliteit toe bij de verwerking van het geluid na de opname. |
![]() |
akoestisch instrument en zachte muziek | Lichte, heldere compressie om volumepieken vlak te strijken en zachte passages naar voren te halen. De instelling van de niveauregeling accentueert details en geeft een algeheel natuurlijk geluid. |
![]() |
liveoptredens en luidere bronnen | De niveauregeling verbetert de geluidsdefinitie door frequenties te verzwakken die de instrumentatie overvol kunnen doen klinken. |
Na het selecteren van de voorinstellingsmodus kunt u uw audio nauwkeurig regelen met de begrenzer, de compressor en instellingen van de niveauregelaar. Deze instellingen worden bewaard in de microfoon als u andere audio- en video-opnametoepassingen gebruikt.
Schakel de begrenzer in of uit om vervorming door volumepieken in uw opname te voorkomen.
Kies geen compressie, of selecteer lichte of zware compressie om het volume te regelen wanneer uw geluidsbron dynamisch is. Stille signalen worden versterkt en luide signalen worden verlaagd.
Wijzig de vooringestelde modi om de DSP te horen veranderen en gebruik de niveauregelaar om de frequentiebanden te versterken of verzwakken om de helderheid van het geluid te verbeteren.
Opmerking: Niveauregelingen in voorinstellingen worden niet weergegeven. De grafische afbeelding van de niveauregelaar in de statusbalk van de geavanceerde instellingen geeft de door de gebruiker geselecteerde niveauregeling weer.
Tik om de MOTIV-niveauregelaar te openen. Veranderingen in de niveauregeling worden weergegeven op het beeld van de niveauregelaar.
EQ blijft tussen de vooringestelde modusveranderingen.
In dit gedeelte staan suggesties voor de plaatsing van een microfoon in normale gebruiksgevallen. Denk eraan dat er veel effectieve manieren zijn om een gegeven geluidsbron op te nemen. Experimenteer met de volgende microfoonplaatsing en -instellingen om te weten wat het beste werkt.
Stel de microfoon af op de modus Spraak. Spreek rechtstreeks in de voorzijde van de microfoon op 5-30 cm (2-12 inch) afstand. Dichter bij de microfoon spreken vergroot de basweergave, vergelijkbaar met gesproken tekst in een radio-uitzending. Regel zo nodig de versterkingsfactor nogmaals af.
Normale positie voor spraak
Voor het registreren van akoestische geluidsbronnen, zoals zang, akoestische gitaar, zachte percussie of andere muziekinstrumenten, wordt de microfoon dicht bij de bron geplaatst.
Richt de microfoon rechtstreeks op de geluidsbron. Plaats bij één geluidsbron, zoals een snaarinstrument of zanger, de microfoon op 15 tot 30 cm (6 tot 12 inch) afstand. Gebruik voor een kleine groep of een performer die tegelijkertijd zingt en een instrument bespeeld, een afstand van 0,6 m tot 3 m (2 tot 10 ft). Wanneer de microfoon verder weg wordt geplaatst, resulteert dit in meer omgevingsgeluid.
Stel de microfoon af op de modus Akoestisch of Zang en regel zo nodig de versterkingsfactor nogmaals af.
Voor het opnemen van een band met drums of versterkte instrumenten richt u de microfoon naar de groep op een afstand van 1,8 tot 4,6 m (6 tot 15 voet). De plaatsing van de microfoon is afhankelijk van de grootte van de ruimte, het aantal personen en het volume van de instrumenten. Loop zo mogelijk door de ruimte en luister waar het geluid het beste klinkt.
Bij andere sterke geluidsbronnen, zoals een elektrische gitaarversterker, richt u de microfoon naar de geluidsbron op een afstand van 0-45 cm (0-18 inch).
Stel de microfoon af op de modus Band en regel zo nodig de versterkingsfactor nogmaals af.
Voor het opnemen van een signaal zonder enige bewerking, stelt u de microfoon af op de modus Vlak. Deze modus is geschikt voor alle toepassingen waarbij u de voorinstellingen van niveauregeling en compressie wilt overbruggen, en is ideaal voor de signaalbewerking van de opname op een later tijdstip.
Shure biedt aanvullende educatieve publicaties over opnametechnieken voor specifieke instrumenten en toepassingen. Ga naar shure.com voor meer informatie.
Selecteer de juiste voorinstelling voor uw opnametoepassing. Als u vervorming hoort of het geluid te zacht is, dient u het microfoonniveau af te stellen in het onderdeel Audio of Geluid van het Configuratiescherm van uw computer of op het opnameapparaat.
Tips:
Opmerking: De microfoonversterkingsregeling is onafhankelijk van de voorinstelmodi. Stel uw microfoonniveau in en experimenteer met de opties voor dynamische bewerking via de voorinstelmodi.
Het niveau van de hoofdtelefoonmonitor wordt beïnvloed door het niveau van het MV51-apparaat en de computerinstellingen. Verhoog het computervolume en stel de hoofdtelefoon handig af via de hoofdtelefooninstellingen van het MV51-apparaat.
PC
Mac®
Mac-paneel voor audio-instellingen
Als uw digitale audiowerkstation of opnamesoftware over ingangsmeters beschikt, stel dan het microfoonniveau zo af dat de pieken tussen –12 en –6 dB liggen. Zo niet luister dan gewoon naar het geluid en let erop dat het hard genoeg en onvervormd is.
Piekniveaus
Het streefbereik van piekniveaus op een normale meter ligt tussen –12 en –6 dB.
De hoofdtelefoonuitgang levert een gelijke mengverhouding van het rechtstreekse microfoonsignaal en het afspeelgeluid van de computer. Zo kunt u handig het hoofdtelefoonvolume afstellen met maar één regelaar op het aanraakscherm van het apparaat. Om het niveau van het afspeelgeluid t.o.v. het niveau van het rechtstreekse microfoonsignaal te wijzigen, kunt u de instellingen van de computer of het DAW-mengpaneel aanpassen.
Tip: Verhoog bij de eerste keer aansluiten van de microfoon op de computer het volumeniveau in het onderdeel Geluid van het Configuratiescherm van de computer voor een sterk geluidssignaal. Pas vervolgens het hoofdtelefoonniveau op het apparaat aan voor een comfortabel controleniveau.
De instellingen voor de bemonsteringssnelheid en bitdiepte zijn te vinden in een vervolgkeuzelijst in het onderdeel Audio of Geluid van het Configuratiescherm van uw computer. U kunt deze variabelen naar behoefte afstellen. Selecteer een lagere bemonsteringssnelheid voor podcast-opnamen, wanneer het belangrijk is om een kleiner bestand te hebben om sneller te downloaden. Selecteer een hogere bemonsteringssnelheid voor muziek en opnamen met meer dynamiek.
Tip: Gebruik een hogere bemonsteringssnelheid voor de opname en zet deze om in een M4A voor een bestand van de hoogste geluidskwaliteit met een werkbare grootte.
Tip voor pc-gebruikers: Zorg ervoor dat de microfooninstellingen voor de bemonsteringssnelheid en bitdiepte, die in het onderdeel Geluid van het Configuratiescherm van de computer zijn opgenomen, overeenkomen met de bemonsteringssnelheid en bitdiepte die zijn geselecteerd in de gebruikte software.
Probleem | Oplossing |
---|---|
Display licht niet op | Zorg dat de MV51 er volledig is ingestoken. |
Geluid is te zacht | Controleer de instellingen van het onderdeel Geluid van het Configuratiescherm van de computer. Verhoog bij de eerste keer aansluiten van de MV51 op de computer het volumeniveau van de computer. |
Geluid klinkt slecht | Controleer het onderdeel Geluid van het Configuratiescherm van de computer om zeker te zijn dat de MV51 volledig is aangesloten en wordt herkend. |
Geluid is vervormd | Gebruik de audiometer om ervoor te zorgen dat volumepieken binnen het streefbereik vallen. Als het niveau de rode piekindicator van de ingangsmeter bereikt, draai de versterkingsfactor dan omlaag. |
Geluid klinkt onnatuurlijk of trilt | Zorg ervoor dat de microfooninstellingen voor de bemonsteringssnelheid en bitdiepte, die in het onderdeel Geluid van het Configuratiescherm van de computer zijn opgenomen, verenigbaar zijn met de bemonsteringssnelheid en bitdiepte die zijn geselecteerd in de gebruikte software. |
MV51 is aangesloten, maar de volumemeter registreert geen signaal. | Stel de privacy-instellingen voor het iOS-apparaat in onder | om de opnametoepassing toestemming te geven voor het gebruik van de microfoon.
Apparaat werkt niet met USB-hub. | De MV51 heeft per poort 250 mA nodig. Controleer documentatie van de USB-hub voor de specificatie van stroom/poort. |
Werkt met iedere Android-toepassing die het volgende bevat:
Android is een handelsmerk van Google Inc.
Opmerking: raadpleeg https://www.shure.com/MOTIVcompatibility voor informatie over ondersteunde Android-apparaten.
Ja
Spraak/Zang/Akoestisch/Luid/Vlak
Elektreetcondensator (25 mm)
Unidirectioneel (cardioïde)
16-bit/24-bits
44,1/48 kHz
20 Hz tot 20,000 Hz
0 tot +36 dB
-39 dBFS/Pa bij 1 kHz [1] [2}
130 dB SPL [2]
3,5 mm (1/8")
Gevoed via USB of Lightning
Ja
Ingebouwd
5/8-27 schroefdraadmontage (Standaardmontage op microfoonstandaard)
Volledig metalen constructie
574,7 g (20,27oz.)
128 x 86 x 70 mm
H x B x D
[1] 1 Pa=94 dB SPL
[2] Bij minimale versterkingsfactor, vlakke modus
Polar Pattern
Frequency Response
1 m USB cable | AMV-USB |
1 m USB-C cable | 95C38076 |
95A2050 |
This device complies with part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions:
Note: This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
Compliantielabel Industry Canada ICES-003: CAN ICES-3 (B)/NMB-3(B)
Opmerking: De test wordt gebaseerd op het gebruik van meegeleverde en aanbevolen kabeltypen. Bij gebruik van andere dan afgeschermde kabeltypen kunnen de EMC-prestaties worden aangetast.
Dit product voldoet aan de essentiële vereisten van alle toepasselijke Europese richtlijnen en komt in aanmerking voor CE-markering.
De CE-conformiteitsverklaring kan worden verkregen via: www.shure.com/europe/compliance
Erkende Europese vertegenwoordiger:
Shure Europe GmbH
Global Compliance
Jakob-Dieffenbacher-Str. 12
75031 Eppingen, Duitsland
Telefoon: +49-7262-92 49 0
E-mail: info@shure.de
www.shure.com
Het label ‘Made for Apple’ betekent dat een accessoire is ontworpen om specifiek te worden aangesloten op Apple-producten die op het label zijn vermeld en door de ontwikkelaar zijn gecertificeerd om te voldoen aan de prestatienormen van Apple. Apple is niet verantwoordelijk voor de werking van dit apparaat of de naleving van de veiligheids- en regelgevingsnormen.
Apple, iPad, iPhone, iPod en Lightning zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de VS en andere landen. tvOS is een handelsmerk van Apple Inc. Het handelsmerk ‘iPhone’ wordt in Japan gebruikt met een licentie van Aiphone K.K.
Mac en Lightning zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc.