Systeemoverzicht

De draadloze digitale QLX-D® biedt gedefinieerde, gestroomlijnde prestaties met heldere 24-bits digitale audio. QLX-D combineert professionele functies met vereenvoudigde installatie en eenvoudige bediening en biedt uitmuntende draadloze functionaliteit voor evenementen en installaties met veeleisend live geluid.

Met de Shure draadloze digitale technologie is de QLX-D in staat om heldere gedetailleerde audio te verzenden met een verbrede, nagenoeg vlakke frequentiekarakteristiek. De QLX-D, die is ontworpen voor een hoge efficiëntie in het RF-spectrum, kan tegelijkertijd meer dan 60 compatibele kanalen op een enkele frequentieband gebruiken. Automatische kanaalscan en IR-synchronisatie maken het zoeken en toewijzen van een open frequentie snel en eenvoudig. Een ethernetverbinding biedt scannen naar netwerkkanalen over meerdere ontvangers en de compatibiliteit van de Shure Wireless Workbench®-besturingssoftware voor geavanceerde frequentiecoördinatie. AES-256-versleuteling wordt standaard meegeleverd en kan gemakkelijk worden ingeschakeld voor veilige draadloze transmissie.

De QLX-D voorziet eveneens in Shure oplaadbare voedingsopties ten behoeve van drastische kostenbesparing op de lange termijn en een langere zenderbatterijgebruiksduur t.o.v. alkalinebatterijen, en een batterijmeting die de resterende gebruiksduur in uren en minuten aangeeft. Met zijn heldere gedefinieerde prestaties en innovaties levert de QLX-D het nieuwste op het gebied van draadloze digitale technologie van Shure.

Kenmerken

  • Heldere 24-bits digitale audio
  • Verbreed frequentiebereik van 20 Hz tot 20 kHz (microfoon afhankelijk)
  • 120 dB dynamisch bereik
  • Digitale voorspellende schakeldiversiteit
  • 64 MHz afstembandbreedte (afhankelijk van de regio)
  • Meer dan 60 beschikbare kanalen per frequentieband (afhankelijk van de regio)
  • Maximaal 17 compatibele systemen per 6 MHz tv-band; 22 systemen per 8 MHz band
  • Eenvoudig koppelen van zenders en ontvangers via IR-scannen en -synchroniseren
  • Automatische kanaalscan
  • Ethernetnetwerk voor systemen met meerdere ontvangers
  • Bij het scannen naar netwerkkanalen worden open frequenties geconfigureerd voor ontvangers op het netwerk
  • Compatibel met Shure Wireless Workbench 6-besturingssoftware
  • Afstandsbediening vanaf een mobiel apparaat of tablet via ShurePlus™ Channels app
  • AES-256-versleuteling voor veilige draadloze transmissie
  • Elegante en gebruiksvriendelijke interface met LCD-menu van hoog contrast
  • Compatibel met externe besturingssystemen zoals AMX of Creston.
  • Volledig metalen constructie van professionele kwaliteit
  • Voor zenders moeten 2 AA-batterijen of een oplaadbare Shure-batterij worden gebruikt

Systeemcomponenten

The components of a QLXD system with numbers next to them

① QLXD4-ontvanger

② PS24-voeding

③ Antennes, 1/2 golflengte (2)

④ BNC-kabels (2 ft) met bulkhead-adapters (2)

⑤ Keuze tussen bodypack-zender QLXD1 of handheld zender QLXD2

⑥ Alkaline AA-batterijen (niet inbegrepen in Argentinië)

⑦ Hardware rekmontage

Modelvarianten

Modelvarianten met extra componenten zijn leverbaar om aan een specifieke performance-situatie te voldoen.

Handheld zender QLXD2

Inclusief handheld QLXD2, leverbaar met een van de volgende microfoonkoppen:

  • SM58
  • Beta 58A
  • SM86
  • Beta 87A
  • SM87A
  • Beta 87C
  • KSM9
  • KSM9HS (zwart)

Microfoonklem

Batterijcontactafdekking

Etui met rits

Bodypack-gitaarsysteem QLXD1

Inclusief bodypack-zender QLXD1

Eersteklas instrumentkabel WA305

Etui met rits

Lavaliermicrofoon of op hoofd gedragen bodypack QLXD1

Inclusief bodypack QLXD1, leverbaar met een van de volgende microfoonkoppen:

  • Beta 98H/C
  • WL93
  • WL183
  • WL184
  • WL185
  • MX150 (omnidirectioneel)
  • MX150 (cardioïde)
  • MX153 (zwart of bruin)
  • SM35

Etui met rits

Bodypack en handheld combosysteem

  • Bodypack-zender QLXD1 met Microflex cardioïde lavaliermicrofoon WL185
  • Handheld zender QLXD2 met Shure microfoonkop SM58
  • Batterijcontactafdekking
  • Etui met rits (2)

Enkele en dubbele rekmontage

The single and dual receiver showing how the mounts attach

Netsnoer vastzetten

The back of the receiver with the power cord threaded through the power cord strain relief mechanism

Onderzetvoetjes monteren

A receiver tilted so you can see 4 footpads on the bottom

Snel aan de slag

Stap 1: Voeding en antenneaansluiting

① Sluit op elke antenneconnector een antenne aan.

② Sluit de voeding aan op de ontvanger en steek het netsnoer in een netvoedingsbron.

③ Sluit de audio-uitgang van de ontvanger aan op een mengpaneel of versterker.

④ Houd de aan/uit-knop ingedrukt om de ontvanger in te schakelen.

Een op de voeding aangesloten ontvanger, de audiouitgang van de ontvanger aangesloten op een mixer en de audiouitgang van de ontvanger aangesloten op een versterker, ثلاثة رسوم توضيحية: جهاز الاستقبال متصل بمصدر الإمداد بالطاقة، وخرج صوت جهاز الاستقبال موصّل بجهاز المزج، وخرج صوت جهاز الاستقبال موصّل بمضخم صوت, Drei Abbildungen: Der an ein Netzteil angeschlossene Empfänger, der mit einem Mixer verbundene Audioausgang des Empfängers und der mit einem Verstärker verbundene Audioausgang des Empfängers, Tres ilustraciones: El receptor conectado a una fuente de alimentación, el receptor de salida de audio conectado a una mezcladora y el receptor de salida de audio conectado a un amplificador, Trois figures: Le récepteur branché à une alimentation, la sortie audio du récepteur connectée à un mélangeur, et la sortie audio du récepteur connectée à un amplificateur, Tiga gambaran: Receiver dengan steker daya terpasang, output audio receiver terhubung ke mixer, dan output audio receiver terhubung ke amplifier, Tre illustrazioni: ricevitore collegato a un alimentatore, uscita audio del ricevitore collegata a un mixer e uscita audio del ricevitore collegata a un amplificatore, 3つのイラスト:ACアダプターに接続されている受信機、ミキサーに接続されている受信機音声出力、およびアンプに接続されている受信機音声出力, 3개의 삽화: 수신기는 전원 공급 장치에 연결되고, 수신기 오디오 출력이 믹서에 연결되고, 수신기 오디오 출력이 증폭기에 연결되어 있습니다., Drie afbeeldingen: Een op de voeding aangesloten ontvanger, de audiouitgang van de ontvanger aangesloten op een mixer en de audiouitgang van de ontvanger aangesloten op een versterker, Três ilustrações: O receptor conectado a uma fonte de alimentação, a saída de áudio do receptor conectada a um mixer e a saída de áudio do receptor conectada a um amplificador, Три изображения: Приемник подключен к блоку питания, аудиовыход приемника подключен к микшеру и аудиовыход приемника подключен к усилителю, 三幅插图:插入电源的接收机、连接到混音器的接收机音频输出、连接到放大器的接收机音频输出, 三張插圖:連接至電源供應的接收機、連接至混音器的接收機音訊輸出,以及連接至擴音器的接收機音訊輸出

Bodypack-antennes installeren

Draai antennes met de hand aan tot ze vastzitten. Gebruik geen gereedschap.

Stap 2: Scannen naar het beste beschikbare kanaal

  1. Druk op de knop menu op de ontvanger om de scanfunctie te openen.

    Het voorpaneel van de ontvanger met een vinger die op het menu drukt om de scanfunctie te openen

  2. Druk op de knop enter om een frequentiescan te starten. Het scanpictogram knippert in de scanmodus. Als de scan is voltooid, worden de geselecteerde groep en het geselecteerde kanaal op het display weergegeven.

    Het voorpaneel van een ontvanger met een vinger die op Enter drukt om een scan te starten

Stap 3: Batterijen in zender plaatsen

De stappen voor het plaatsen van batterijen in een bodypack en draagbare zender

① Batterijcompartiment openen

Druk op de lipjes aan de zijkanten van het bodypack of schroef de klep op de handheld los zoals wordt aangegeven om het batterijcompartiment te openen.

② Batterijen plaatsen

  • AA-batterijen: plaats de batterijen (let op de polariteitsaanduidingen) en de AA-adapter zoals weergegeven
  • Oplaadbare Shure-batterij: plaats de batterij zoals weergegeven (let op de polariteitsaanduidingen), verwijder de AA-adapter uit de bodypack-zender, berg de AA-adapter op in het klepje voor de draagbare zender

Opmerking: Selecteer bij gebruik van AA-batterijen een batterijtype in het zendermenu ten behoeve van een nauwkeurige batterijmeting.

Stap 4: IR-synchronisatie om een audiokanaal te maken

  1. Schakel de zender in.
  2. Druk op de knop synchroniseren op de ontvanger. De rode ir-LED knippert om aan te geven dat de synchronisatiemodus actief is.
  3. Lijn de IR-synchronisatievensters van de zender en de ontvanger uit op een afstand van <15 cm (6 in.). Als de zender en de ontvanger zijn uitgelijnd, blijft de rode ir-LED aan en vindt het synchroniseren automatisch plaats.

    Een draagbare en bodypack-zender die dichtbij het venster IR-synchronisatie van een ontvanger worden gehouden

  4. synchronisatie geslaagd wordt op het display weergegeven als IR-synchronisatie is voltooid. De blauwe rf-LED licht op om aan te geven dat de zender binnen het bereik van de ontvanger is.

    Opmerking: Als de IR-synchronisatie mislukt, herhaalt u de IR-synchronisatieprocedure terwijl u de uitlijning tussen de IR-vensters van de zender en de ontvanger zorgvuldig behoudt.

De voorkant van een ontvanger met een vinger die op Enter drukt

Stap 5: Geluidscontrole en gain afstellen

  1. Test de zender bij het niveau van het optreden terwijl u op de audiometer en de audio-LED let. De audiometer moet ten minste 3 balkjes weergeven en de audio-LED moet groen zijn. Verlaag de gain als de audio hoorbaar vervormt.
  2. Verhoog of verlaag zo nodig de gain door op de pijltjesknoppen op het voorpaneel van de ontvanger te drukken.

    De voorkant van een ontvanger met een vinger die op de pijltjesknop drukt om de versterking aan te passen

De bodypackzender dragen

Klem de zender vast aan een riem of schuif een gitaarband door de klem van de zender, zoals hier wordt weergegeven.

Voor de beste resultaten moet de riem tegen de basis van de klem worden geduwd.

A bodypack transmitter secured to a belt and to a guitar strap

Hardware-interface

Voor- en achterpaneel ontvanger

The front of the receiver with numbers calling out each part

① Display

Toont menu-opties en instellingen van ontvanger en zender.

② Pijltjesknoppen

Gaininstelling afstellen of menuparameters wijzigen.

③ Knop Enter

Druk hierop om menu- of parameterwijzigingen op te slaan.

④ Knop Sync (Synchroniseren)

Druk hierop om IR-synchronisatie te activeren.

⑤ Voedingsschakelaar

Hiermee wordt de ontvanger in- of uitgeschakeld.

⑥ Audio-LED

  • Groen = normaal
  • Geel = signaal bereikt drempelwaarde begrenzer
  • Rood = begrenzer ingeschakeld om oversturen te voorkomen

⑦ Knop menu

  • Druk hierop om menuschermen te openen of te selecteren
  • Druk hierop om wijzigingen in behandeling te annuleren
  • Houd deze indrukt om terug te keren naar het beginscherm

⑧ RF-LED

Deze licht op wanneer de RF-koppeling met de zender actief is.

⑨ IR-venster

Lijn tijdens IR-synchronisatie uit met het IR-venster van de zender om zenders automatisch te programmeren.

⑩ Sync-LED

  • Knipperend: IR-synchronisatiemodus ingeschakeld
  • Aan: Ontvanger en zender uitgelijnd voor IR-synchronisatie

The back of the receiver with numbers calling out each part

⑪ Trekontlasting netsnoer

Hiermee wordt het netsnoer vastgezet.

⑫ Voedingsconnector

Aansluitpunt voor gelijkstroomvoeding.

⑬ Ethernetpoort

Voor aansluiting op netwerk.

  • Oranje LED (netwerksnelheid):

    uit = 10 Mbps, aan = 100 Mbps

  • Groene LED (netwerkstatus):

    uit = geen netwerkkoppeling, aan = netwerkkoppeling actief

    knipperend = snelheid komt overeen met hoeveelheid overgedragen gegevens

⑭ Resetknop ontvanger

Druk op deze knop om de standaardinstellingen van de ontvanger te herstellen.

⑮ Antenneconnectors

BNC-connector voor ontvangstantennes

⑯ Microfoon-/lijnschakelaar

Hiermee wordt het uitgangsniveau op microfoon of op 'line' ingesteld.

⑰ XLR-audio-uitgang

Gebalanceerd (1: massa, 2: audio +, 3: audio - )

⑱ 1/4 in instrumentuitgang/hulpuitgang

Impedantie-gebalanceerd (punt: audio, ring: geen audio, mantel: massa)

Display ontvanger

Het ontvangerdisplay met nummers die elk onderdeel aangeven

① Groep

Geeft de ingestelde groep weer.

② Kanaal

Geeft het ingestelde kanaal weer.

③ Indicator actieve antenne

Licht op om aan te geven welke antenne actief is.

④ RF-signaalmeter

Het aantal weergegeven balkjes komt overeen met het RF-signaalniveau: OL = overbelasting.

⑤ Audiometer

Het aantal weergegeven balkjes komt overeen met het audioniveau.

  • OL = licht op als de audiobegrenzer van de ontvanger actief is om oversturen te voorkomen
  • TxOL = licht op als de zenderingang overbelast is. Verzwak het ingangssignaal van microfoon of instrument om oversturing te voorkomen.

⑥ Gainniveau

Geeft de gaininstelling van de ontvanger aan in stappen van 1 dB.

⑦ Status vergrendeling ontvanger

Vergrendelingspictogram en naam van vergrendeld bedieningselement:

  • menu
  • power
  • gain

⑧ Frequentie-instelling

Geselecteerde frequentie (MHz).

⑨ Versleutelingsstatus

Licht op wanneer versleuteling is ingeschakeld.

⑩ Scan

Wordt weergegeven als de scanfunctie actief is.

⑪ Netwerkscan

Wordt weergegeven als de functie network scan actief is bij systemen met meerdere ontvangers.

⑫ Indicator netwerkverbinding

Licht op als aanvullende Shure-onderdelen op het netwerk worden gedetecteerd.

⑬ Tv-kanaal

Geeft het getal van het tv-kanaal weer met de geselecteerde frequentie.

⑭ Pictogram zenderbatterij

Geeft de resterende gebruiksduur van de batterij weer.

Schakel de Waarschuwing batterij bijna leeg in. De display van de ontvanger gaat dan knipperen wanneer de gebruiksduur van batterij minder is dan 30 minuten.

⑮ Gebruiksduur oplaadbare batterij

Als de zender door een oplaadbare Shure-batterij wordt gevoed, wordt de resterende gebruiksduur in uren:minuten weergegeven.

Door de menu’s van de ontvanger navigeren

De ontvanger heeft een hoofdmenu voor het instellen en configureren en een geavanceerd menu voor toegang tot aanvullende ontvangeropties.

Hoofdmenu

Druk op de knop menu om het menu te openen. Elke keer dat u op de knop menu drukt, gaat u naar het volgende menuscherm volgens onderstaande volgorde.

Elk menuscherm met een genummerd bijschrift

① Scan

De ontvanger scant automatisch naar de beste beschikbare frequentie

② Netwerkscan

Voert een scan uit om de frequentie te zoeken van ontvangers in het netwerk die gebruikmaken van dezelfde frequentieband (beschikbaar wanneer er verbinding is met een netwerk met ontvangers in dezelfde band)

③ Groep

De groepsinstellingen van de ontvanger bewerken

④ Kanaal

De kanaalinstellingen van de ontvanger bewerken

⑤ Vergrendeling

Kies een vergrendeloptie voor bedieningselementen

⑥ Versleuteling

Gebruik de pijltjesknoppen voor het inschakelen van versleuteling (on) of het uitschakelen van versleuteling (off)

⑦ Frequentie

Gebruik de pijltjesknoppen om de frequentie te wijzigen

Geavanceerd menu

Houd in het startscherm de knop Enter ingedrukt en druk vervolgens op de knop menu. Navigeer door op de knop menu te drukken.

Elk geavanceerd menuscherm met een genummerd bijschrift

① Aangepaste groepen

Wordt gebruikt om kanalen en frequenties toe te voegen aan aangepaste groepen

② Tv-kanaalafstand

Hiermee wordt de regionale bandbreedte geselecteerd voor de tv-kanaalweergave

③ Waarschuwing batterij bijna leeg

Schakel de waarschuwing op het ontvangerscherm dat de batterij bijna leeg is in of uit

④ Zenderpresets voor grensvlak/zwanenhals

Verstuurt ULXD6/ULXD8-presets geconfigureerd in WWV naar zenders via het venster IR Sync

⑤ Firmware-update

Geeft aan welke zenderfirmware beschikbaar is voor de ontvanger. Zie Firmware-updates voor meer informatie.

  • HH BP = handheld- of bodypackfirmware
  • BN GN = grensvlak- of zwanenhalsfirmware

⑥ IP-instellingen

Wordt gebruikt voor het selecteren en bewerken van IP-instellingen en subnetmaskers

⑦ Resetten netwerk

De netwerkinstellingen en het IP-adres worden teruggezet naar de standaardinstellingen

⑧ Terugzetten naar fabrieksinstellingen

Hiermee worden de fabrieksinstellingen teruggezet

Zie voor de bijzonderheden van de toepassing en de configuratie van elke geavanceerde functie het desbetreffende onderwerp in de beknopte handleiding.

Tips voor bewerken van menuparameters

  • Gebruik de pijltjesknoppen om een parameter te verhogen, te verlagen of te wijzigen
  • Een menu-instelling knippert als deze kan worden bewerkt
  • Als u een menuwijziging wilt opslaan, drukt u op enter
  • Als u een menu wilt afsluiten zonder wijzigingen op te slaan, drukt u op menu
  • Druk om het geavanceerde menu te openen op menu terwijl u de knop enter vanuit het beginscherm ingedrukt houdt
  • Om vanuit elk menu terug te keren naar het beginscherm zonder wijzigingen op te slaan, houdt u de knop menu ingedrukt.

Zenders

Een bodypack-zender en draagbare zender met genummerde bijschriften bij elk onderdeel

① Voedings-led

  • Groen = apparaat is ingeschakeld
  • Rood = batterij bijna leeg

② Aan/uit-schakelaar

Hiermee wordt de zender in- of uitgeschakeld.

③ Display:

Weergave van menuschermen en instellingen. Druk op een willekeurige bedieningsknop om de achtergrondverlichting te activeren.

④ IR-venster

Lijn tijdens IR-synchronisatie uit met het IR-venster van de ontvanger om zenders automatisch te programmeren.

⑤ Navigatieknoppen menu

menu = hiermee kunt u tussen menuschermen navigeren.

▼▲ = gebruik deze knoppen voor selecteren van menuschermen, bewerken van menuparameters of kiezen van een weergaveoptie voor het beginscherm.

enter = druk om parameterwijzigingen te bevestigen en op te slaan.

Tip: Druk op de knop menu om af te sluiten zonder parameterwijzigingen op te slaan.

⑥ Batterijcompartiment

Geschikt voor 2 AA-batterijen of een oplaadbare Shure-batterij.

⑦ AA-batterijadapter

Voor het vastzetten van batterijen bij het voeden van de zender met AA-batterijen in plaats van een oplaadbare Shure-batterij.

⑧ Bodypack-antenne

Voor RF-signaaloverdracht.

⑨ Handheld geïntegreerde antenne

Voor RF-signaaloverdracht.

⑩ Microfoonkop

Zie Optionele accessoires voor een lijst met compatibele koppen.

⑪ TA4M-ingangsconnector

Wordt aangesloten op een microfoon- of instrumentkabel met een 4-pins miniconnector (TA4F).

⑫ Batterijcontactafdekking

Lijn de afdekking uit zoals afgebeeld om lichtweerkaatsing van de batterij bij uitzendingen en optredens te voorkomen.

Display zender

① Batterij-indicator

De weergegeven balkjes geven de resterende batterijgebruiksduur aan

② Weergave beginschermen: Groep en kanaal/frequentie/gebruiksduur oplaadbare Shure-batterij

Selecteer met de pijltjesknoppen een van de volgende beginschermen:

Groep en kanaal Gebruiksduur oplaadbare Shure-batterij Frequentie
Het startscherm waarop Groep en kanaal wordt weergegeven
Het startscherm waarop Gebruiksduur oplaadbare Shure-batterij wordt weergegeven
Het startscherm waarop Frequentie wordt weergegeven

③ Versleutelingsstatus

Het weergegeven pictogram wanneer versleuteling is ingeschakeld.

④ Vergrendeling

Verschijnt wanneer de bedieningselementen van de zender zijn vergrendeld.

⑤ RF-vermogen

Instelling RF-vermogen (Lo of Hi).

⑥ Microfoon-offset

Geeft mic offsetniveau aan in stappen van 3 dB.

Het beginscherm van de zender waarop voor elk onderdeel een genummerd bijschrift wordt weergegeven

Bedieningselementen zender

  • Gebruik de knoppen ▼▲ om een parameter te verhogen, te verlagen of te wijzigen
  • Als u een menuwijziging wilt opslaan, drukt u op enter
  • Als u een menu wilt afsluiten zonder wijzigingen op te slaan, drukt u op de knop menu

De knoppen op een bodypack-zender

Bodypack

De knoppen op een draagbare zender

Handheld

Menu-opties en navigatie van zender

De zender heeft afzonderlijke menuschermen voor het instellen en afstellen van de zender. Druk op de knop menu om de menuopties vanaf het beginscherm te openen. Elke keer dat u op de knop menu drukt, gaat u naar het volgende menuscherm.

① Beginscherm

Selecteer met de pijltjesknoppen een van de volgende beginschermen:

  • Batterijpictogram/groep en kanaal
  • Batterijpictogram/frequentie
  • Batterijpictogram/gebruiksduur batterij (indien er een oplaadbare Shure-batterij geplaatst is)

② groep

Gebruik de pijltjesknoppen om door de groepen te bladeren.

③ kanaal

Gebruik de pijltjesknoppen om door de kanalen te bladeren.

④ frequentie

Gebruik de pijltjesknoppen om de frequentie af te regelen. Houd de knoppen ingedrukt om sneller te bladeren.

⑤ vergrendeling

Selecteer een vergrendelingsoptie:

  • Aan = bedieningselementen vergrendeld
  • UIT = bedieningselementen ontgrendeld

⑥ RF-vermogen

Selecteer een instelling voor RF-vermogen:

  • Laag = 1 mW
  • Hoog = 10 mW

⑦ microfoon-offset in dB

Voor het aanpassen van de audioniveaus tussen twee zenders die in een combosysteem worden gebruikt. Het bereik is 0 tot 21 dB (in stappen van 3 dB) Aanpassingen worden onmiddellijk doorgevoerd.

⑧ batterijtype

Wordt gebruikt om het batterijtype in te stellen zodat dit overeenkomt met het type van de geplaatste AA-batterij voor een nauwkeurige batterijmeting. Het menu wordt niet weergegeven als er oplaadbare Shure-batterijen geplaatst zijn.

Alle zendermenu’s in de volgorde waarin ze verschijnen als u door de menu’s navigeert

Tips voor bewerken van menuparameters

  • Druk op de knop menu om de menuopties vanaf het beginscherm te openen. Elke keer dat u op de knop menu drukt, gaat u naar het volgende menuscherm.
  • Een menuparameter knippert als deze kan worden bewerkt
  • Gebruik de pijltjesknoppen om een parameter te verhogen, te verlagen of te wijzigen
  • Als u een menuwijziging wilt opslaan, drukt u op enter
  • Als u een menu wilt afsluiten zonder wijzigingen op te slaan, drukt u op menu

Vergrendelopties voor ontvanger en zender

Vergrendelopties zijn zowel voor de ontvanger als voor de zender beschikbaar als bescherming tegen toevallige of ongeoorloofde wijzigingen. Vergrendelingen kunnen rechtstreeks worden ingesteld vanuit het componentmenu of extern vanuit WWB6. Om de bescherming te behouden, blijven vergrendelingen geblokkeerd wanneer de zender wordt uit- en ingeschakeld.

Bedieningselementen ontvanger vergrendelen en ontgrendelen

De ontvanger heeft de volgende vergrendelopties die afzonderlijk of in willekeurige combinatie kunnen worden gebruikt:

  • gain: vergrendelt de pijltjesknoppen om wijzigingen in de audioversterkingsinstellingen te voorkomen
  • menu: voorkomt toegang tot menu-items en IR-synchronisatie (bedieningselementen voor gain en voedingsschakelaar blijven actief)
  • power: schakelt de voedingsschakelaar uit (bedieningselementen voor gain en menu blijven actief)

Een ontvangerelement vergrendelen:

  1. Druk op de knop menu om naar de vergrendelingsinstellingen te navigeren.
  2. Gebruik de pijltjesknoppen naast het vergrendelingspictogram om vergrendelingsopties toe te voegen of te verwijderen.
  3. Druk op enter om de vergrendelingsinstellingen op te slaan.

A finger pushing the arrow buttons to move between lock options on the receiver. There is a lock icon on the screen

Een ontvanger ontgrendelen:

Tip: Houd om het menu te ontgrendelen en alle vergrendelingen te wissen de knop menu vanuit het beginscherm ingedrukt tot het ontgrendelingspictogram verschijnt. Druk op enter om de wijziging te bevestigen en op te slaan.

  1. Navigeer voor het ontgrendelen van de instellingen gain of power naar de vergrendelingsinstellingen door te drukken op de knop menu.
  2. Druk op de pijltjesknoppen om een vergrendelingsoptie te deselecteren.
  3. Druk op enter om de wijziging te bevestigen en op te slaan.

Bedieningselementen zender vergrendelen en ontgrendelen

De zenderelementen kunnen worden vergrendeld of ontgrendeld wanneer u On (vergrendeld) of OFF (ontgrendeld) selecteert in het zendervergrendelingsmenu.

Als een vergrendeld bedieningselement wordt gebruikt, gaat het vergrendelingspictogram knipperen, wat aangeeft dat de zenderelementen zijn vergrendeld.

Een zendervergrendeling instellen:

  1. Druk op de knop menu om naar de vergrendelingsinstellingen te navigeren.
  2. Selecteer met behulp van de pijltjesknoppen on.
  3. Druk op enter om op te slaan. Het vergrendelingspictogram verschijnt op het display om te bevestigen dat de vergrendelingen zijn ingeschakeld.

De zender ontgrendelen:

  1. Houd de knop menu ingedrukt tot OFF en het ontgrendelingspictogram op het display verschijnen.
  2. Druk op enter om de wijzigingen op te slaan.

A screen showing the word "On" with the closed lock icon and a screen showing the word "Off" with the open lock icon

Batterij plaatsen

① Batterijcompartiment openen

Druk op de lipjes aan de zijkanten van het bodypack of schroef de klep op de handheld los zoals wordt aangegeven om het batterijcompartiment te openen.

② Batterijen plaatsen

  • AA-batterijen: plaats de batterijen (let op de polariteitsaanduidingen) en de AA-adapter zoals weergegeven
  • Oplaadbare Shure-batterij: plaats de batterij zoals weergegeven (let op de polariteitsaanduidingen), verwijder de AA-adapter uit de bodypack-zender, berg de AA-adapter op in het klepje voor de draagbare zender

Opmerking: Bij gebruik van AA-batterijen dient u het batterijtype in te stellen via het menu van de zender.

Type AA-batterijen instellen

Om voor een nauwkeurige weergave van de gebruiksduur van de zender te zorgen, moet het batterijtype in het zendermenu worden ingesteld op het geplaatste AA-batterijtype. Als er een Shure oplaadbare batterij geplaatst is, hoeft u geen batterijtype te selecteren en wordt het menu voor batterijtype niet weergegeven.

  1. Druk op de knop menu om naar het batterijpictogram te navigeren.
  2. Gebruik de knoppen ▼▲ om het type van de geplaatste batterij te selecteren:
    • AL = alkaline
    • nH = nikkel-metaalhydride
    • Li = primair lithium
  3. Druk op Enter om op te slaan.

Een zenderscherm waarop AL te zien is, een scherm waarop nH te zien is en een scherm waarop Li te zien is

AA-batterijen plaatsen

Plaats de batterijen zoals afgebeeld om ervoor te zorgen dat deze goed contact maken en dat de klep stevig kan worden vergrendeld.

Batteries installed correctly in the bodypack transmitter and batteries installed incorrectly such that the door cannot close

Oplaadbare Shure SB900-batterij

Shure lithium-ion batterijen zijn een oplaadoptie voor het voeden van QLX-D-zenders. Batterijen worden in één uur snel tot 50% van hun capaciteit opgeladen en bereiken hun volledig lading in drie uur.

Er zijn laders voor één batterij en laders met meerdere compartimenten verkrijgbaar om de Shure-batterijen op te laden.

Voorzichtig: Oplaadbare Shure-batterijen mogen alleen met een Shure-batterijlader worden opgeladen.

Opmerking: de oplaadbare SB900B Shure-batterij is geschikt voor SBC200-, SBC800- en SBC220-laders.

Lader met één compartiment

De lader met één compartiment biedt een compacte laadoplossing.

  1. Steek de lader in een netvoedingsbron of USB-poort.
  2. Plaats een batterij in het laadcompartiment.
  3. Controleer de laadstatus-LED’s tot het opladen is voltooid.

Een op het stopcontact aangesloten lader met één compartiment. De led wordt vermeld.

Laadstatus-led
Kleur Status
Rood Laden
Groen Laden voltooid
Oranje en knippert Storing: controleer de aansluitingen en batterij
Uit Geen batterij in compartiment

Laders met meerdere compartimenten

Shure biedt twee modellen laders met meerdere compartimenten:

  • SBC-200-lader met twee compartimenten
  • SBC-800-lader met acht compartimenten

Laders met meerdere compartimenten kunnen losse batterijen opladen of batterijen die in zenders zijn geplaatst.

Een draagbare zender naast een lader met meerdere compartimenten

  1. Steek de lader in een netvoedingsbron.
  2. Plaats batterijen of zenders in het laadcompartiment.
  3. Controleer de laadstatus-LED’s tot het opladen is voltooid.
Laadstatus-led
Kleur Status
Groen Laden voltooid
Groen/rood Laadniveau boven 90%
Rood Laden
Oranje en knippert Storing: controleer de aansluitingen en batterij
Uit Geen batterij in compartiment

Belangrijke tips voor zorg voor en opslag van Shure oplaadbare batterijen

De juiste zorg voor en opslag van Shure-batterijen leidt tot betrouwbare prestaties en garandeert een lange levensduur.

  • Sla batterijen en zenders altijd bij kamertemperatuur op
  • In het ideale geval dienen batterijen te worden opgeladen tot ongeveer 40% capaciteit voor langetermijnopslag
  • Tijdens opslag controleert u de batterijen elke 6 maanden en laadt u deze zo nodig op tot 40% capaciteit

Waarschuwing batterij bijna leeg

De display van de ontvanger kan worden ingesteld om te knipperen wanneer de gebruiksduur van de zenderbatterij minder is dan 30 minuten.

De waarschuwing geeft de volgende informatie weer op basis van het batterijtype dat in de zender is geplaatst:

  • Oplaadbare Shure-batterij: Het scherm van de zender knippert, het pictogram van de bijna lege batterij wordt weergegeven, evenals de resterende gebruiksduur van de batterij
  • AA-batterijen: Het scherm van de zender knippert en het pictogram van de bijna lege batterij wordt weergegeven
  1. Druk op menu terwijl u de knop enter indrukt om het geavanceerde menu te openen.
  2. Met de pijltjesknoppen kunt u naar het venster Alert scrollen.
  3. Selecteer On of Off om de waarschuwingsfunctie in of uit te schakelen.
  4. Druk op de knop enter om de instelling op te slaan.

One receiver screen with low battery alert on; one receiver screen with low battery alert off, شاشة جهاز استقبال يضيء فيها تنبيه انخفاض مستوى شحن البطارية، وشاشة جهاز استقبال يكون تنبيه انخفاض مستوى شحن البطارية فيها مطفأً, Eine Empfängeranzeige mit aktivem Alarm für niedrigen Ladestand und eine Empfängeranzeige ohne aktiven Alarm für niedrigen Ladestand, Una pantalla del receptor con la alerta de batería baja encendida y una pantalla de receptor con la alerta de batería baja apagada, Un écran du récepteur avec l’alerte de pile faible et un écran de récepteur avec l’alerte de pile faible, Satu layar receiver dengan pemberitahuan dinyalakan dan satu receiver dengan pemberitahuan baterai rendah yang dimatikan, Una schermata del ricevitore con avviso di bassa carica della pila acceso e una schermata del ricevitore con avviso di bassa carica della pila spento, 電池残量低下警告がオンの受信機の画面と電池残量低下警告がオフの受信機の画面, 배터리 부족 경고가 켜진 수신기 화면과 배터리 부족 경고가 꺼진 수신기 화면, Eén ontvangerscherm met de melding voor laag batterijniveau en één ontvangerscherm waarop de melding voor laag batterijniveau uitgeschakeld is, Uma tela do receptor com o alerta de bateria fraca e uma tela do receptor com o alerta de bateria fraca desligado, Один экран приемника с включенным предупреждением о низком заряде батареи и один экран приемника с выключенным предупреждением о низком заряде батареи, 一个打开了电池电量低警报的接收机屏幕,一个关闭了电池电量低警报的接收机屏幕, 一個接收機螢幕顯示電量不足警示,一個接收機螢幕上的電量不足警示則關閉

Aanpassing gain ontvanger

Met de gainregeling wordt het algehele signaalniveau voor het systeem ingesteld. Het standaard gainniveau is 12 dB en het beschikbare gainbereik is -18 tot 42 dB, in stappen van 1 dB.

Stel de gain in op een niveau waar de audio-LED groen of geel is, waarbij alleen de hoogste pieken in de audio de LED af en toe rood laten branden en de begrenzer inschakelen. Verlaag de gain als de audio hoorbaar vervormt.

Gebruik vanaf het beginscherm van de ontvanger de pijltjesknoppen om de gain te vergroten of te verkleinen:

  • Wanneer één keer op de knop wordt gedrukt, wordt de gain in een stap van 1 dB aangepast
  • Houd de knop ingedrukt voor grotere aanpassingen

Test de zender onder de omstandigheden van het optreden wanneer de gain wordt afgeregeld. Let op de audiometer en de audio-LED om overbelasting te voorkomen.

A finger pushing the arrow on the receiver to adjust the gain

Versleuteling audiosignaal

De QLX-D-ontvanger beschikt over de geavanceerde versleutelingsstandaard (AES-256) ter bescherming van het audiosignaal. Wanneer de versleuteling is ingeschakeld, genereert de ontvanger een unieke versleutelingscode die wordt gedeeld met de zender tijdens IR-synchronisatie. Zenders en ontvangers die een versleutelingscode delen, vormen een beschermd audiopad, waarmee onbevoegde toegang door andere ontvangers wordt voorkomen. Om de beveiliging te behouden, blijven componenten versleuteld wanneer deze worden uit- en ingeschakeld.

Een versleuteld audiokanaal maken

  1. Druk op de knop menu om naar het versleutelingsmenu te navigeren, dat wordt aangegeven door het sleutelpictogram.
  2. Selecteer met de pijltjesknoppen een versleutelingsoptie.
    • on = versleuteling ingeschakeld
    • OFF = versleuteling uitgeschakeld
  3. Druk op enter om op te slaan. Het sleutelpictogram wordt op het ontvangerdisplay weergegeven.
  4. Druk op de knop sync en lijn de IR-synchronisatievensters van zender en ontvanger uit. Het versleutelingspictogram verschijnt op het zenderscherm wanneer de IR-synchronisatie is voltooid en de versleutelingscode is verzonden vanaf de ontvanger.

Meerdere zenders kunnen dezelfde versleutelingscode delen met een enkele ontvanger. Voer een IR-synchronisatie uit om elke extra zender te versleutelen.

Opmerking: Wanneer u OFF selecteert om de versleuteling uit te schakelen, voer dan een IR-synchronisatie uit om de versleutelingscode uit de zender te wissen en een versleutelingsconflict of FAIL-bericht te voorkomen.

The encryption screen reading "On" with the key symbol in the corner

A transmitter being synced to the receiver

Versleuteling verwijderen

  1. Druk op de knop menu om naar het versleutelingsmenu te navigeren.
  2. Selecteer OFF.
  3. Druk op Enter om op te slaan.
  4. Voer een IR-synchronisatie voor zender en ontvanger uit om de versleutelingscode uit de zender te wissen en een versleutelingsconflict tussen componenten, aangegeven door een FAIL-bericht, te voorkomen.

Opmerking: Als de versleuteling van off op on wordt gezet, genereert de ontvanger een nieuwe versleutelingscode en moet deze via IR op de zender worden gesynchroniseerd om de nieuwe code te delen.

Systeem instellen

Audiokanalen maken

Er wordt een draadloos audiokanaal gevormd wanneer een ontvanger en zender op dezelfde frequentie worden afgestemd. Om de installatie te vereenvoudigen worden de beschikbare frequenties voor het QLX-D-systeem verenigd in groepen en kanalen. Elke groep bevat een aantal kanalen en elk kanaal wordt toegewezen aan een specifieke vooringestelde frequentie.

Het QLX-D-systeem voorziet in 3 methoden om de ontvanger en zender op dezelfde frequentie af te stemmen:

  • Scannen en IR-synchronisatie: De ontvanger scant het RF-spectrum voor de beste beschikbare frequentie en een IR-synchronisatie stemt automatisch de zender af op de ontvangerfrequentie
  • Handmatige groeps- en kanaaltoewijzing: Wanneer ontvanger en zender handmatig worden ingesteld op hetzelfde groeps- en kanaalnummer, wordt een audiokanaal gevormd
  • Handmatige frequentietoewijzing: Wanneer ontvanger en zender handmatig worden ingesteld op dezelfde frequentie in plaats van het gebruik van groepen en kanalen, wordt een audiokanaal gevormd

Belangrijk: Voordat u begint met een scan of frequentietoewijzing:

  • Schakel uit: Alle zenders voor het op te stellen systeem om interferentie met frequentiescans te voorkomen.
  • Schakel in: De volgende potentiële storingsbronnen waaronder draadloze systemen, computers, cd-spelers, grote LED-panelen en effectprocessoren om selectie van bezette frequenties te voorkomen.

Scannen en IR-synchronisatie

De eenvoudigste manier om een audiokanaal te maken, is het gebruik van de scanfunctie om het beste beschikbare ontvangerkanaal te zoeken en vervolgens de IR-synchronisatiefunctie om automatisch de zender op het ontvangerkanaal af te stemmen.

Stap 1: Scannen om het beste kanaal te vinden

De scanfunctie selecteert automatisch de beste beschikbare ontvangerkanaal.

  1. Navigeer naar de menuoptie Scan.
  2. Druk op enter om de scan te starten.
  3. Als de scan is voltooid, wordt het kanaal op het display weergegeven.

The channel screen displaying the number 3

Netwerkscan

De functie Network Scan automatiseert de frequentietoewijzing door gebruik te maken van een enkele ontvanger voor het scannen en in gebruik nemen van frequenties voor alle netwerkontvangers op dezelfde frequentieband.

Scannen van netwerk en ingebruikneming van frequenties

  1. Sluit de ontvangers aan op een actief ethernetnetwerk. Alle ontvangers moeten zich in hetzelfde subnet bevinden
  2. Schakel alle ontvangers voorafgaand aan een netwerkscan in en geef deze 60 seconden de tijd om zich met het netwerk te verbinden.
  3. Kies een groep of aangepaste groep voor ingebruikneming op de ontvanger die wordt gebruikt voor het initialiseren van de netwerkscan.
  4. Druk om een netwerkscan te beginnen op de knop menu en navigeer naar het menu network scan. Druk op enter.
  5. Wanneer het scannen is voltooid, knipperen de displays van de ontvangers die op frequenties wachten.
  6. Druk op enter om de frequenties in gebruik te nemen of druk op menu om de ingebruikneming te annuleren.
  7. De LED's op het voorpaneel van elke ontvanger knipperen wanneer een in gebruik genomen frequentie is toegewezen.

Opmerking: Volledige ingebruikneming van de frequenties kan niet plaatsvinden als het aantal ontvangers in het netwerk het aantal beschikbare frequenties in de geselecteerde groep overschrijdt. Probeer het met een andere groep of scan nogmaals na het uitschakelen van ongebruikte ontvangers.

Stap 2: IR-synchronisatie voor automatische installatie van de zender

Wanneer een IR-synchronisatie wordt uitgevoerd, wordt de zender automatisch op de ontvangerfrequentie afgestemd en wordt een draadloos audiokanaal gevormd.

  1. Schakel de zender in.
  2. Druk op de knop sync op de ontvanger. De rode ir-LED knippert om aan te geven dat de synchronisatiemodus actief is.
  3. Lijn de IR-synchronisatievensters van de zender en de ontvanger uit op een afstand van <15 cm (6 in.). Als de zender en de ontvanger zijn uitgelijnd, blijft de rode ir-LED aan en vindt het synchroniseren automatisch plaats.
  4. sync good wordt op het display weergegeven als IR-synchronisatie is voltooid. De blauwe rf-LED licht op om aan te geven dat de zender binnen het bereik van de ontvanger is.

    Opmerking: Als de IR-synchronisatie mislukt, herhaalt u de IR-synchronisatieprocedure terwijl u de uitlijning tussen de IR-vensters van de zender en de ontvanger zorgvuldig behoudt.

Transmitters being held 15 cm from the IR window of the receiver. The word "sync" is visible on the front panel

Handmatige groeps- en kanaaltoewijzing

Een audiokanaal kan handmatig worden gemaakt door eenvoudig de ontvanger en zender in te stellen op dezelfde groep en hetzelfde kanaalnummer. Bijvoorbeeld: een ontvanger ingesteld op groep 2, kanaal 3 en een zender ingesteld op groep 2, kanaal 3 vormen een audiokanaal.

Gebruik handmatige groeps- en kanaalconfiguratie om specifieke groepen en kanalen toe te wijzen aan ontvangers en zenders als alternatieve methode voor het automatisch maken van kanalen met IR-synchronisatie.

Gebruik de volgende stappen om de groep en het kanaal in te stellen in ontvanger en zender:

  1. Navigeer naar de instelling group.
  2. Gebruik de pijltjesknoppen om door de groepen te bladeren.
  3. Druk op enter om een groep te selecteren.
  4. Selecteer vervolgens met behulp van de pijltjesknoppen een channel.
  5. Druk op enter om op te slaan.

The group screen set to 2 and the channel screen set to 3

Handmatig een frequentie selecteren

In plaats van de groeps- en kanaalselectie kan het handmatig selecteren van een frequentie worden gebruikt om de zender en ontvanger op een bepaalde frequentie in te stellen. Bijvoorbeeld: een audiokanaal kan worden gemaakt door ontvanger en zender in te stellen op dezelfde frequentie.

Ontvangerfrequentie instellen

  1. Druk op menu om te navigeren naar de optie frequency-instelling.
  2. Gebruik de pijltjesknoppen om de frequentie af te regelen. Houd de knoppen ingedrukt om sneller te bladeren.
  3. Druk op enter om op te slaan.

A finger pushing the arrow button on the receiver to change the frequency

Zenderfrequentie instellen

  1. Druk op menu om te navigeren naar de optie frequency-instelling.
  2. Gebruik de pijltjesknoppen om de frequentie af te regelen. Houd de knoppen ingedrukt om sneller te bladeren.
  3. Druk op enter om op te slaan.

The transmitter screen with a frequency of 715.625 mHz set

Twee zenders aan een ontvanger koppelen

Als er twee zenders aan een ontvanger worden gekoppeld, biedt dit een artiest flexibiliteit voor naar voorkeur een handheld zender of een bodypack-zender. Voor performances waarbij instrumenten worden gewisseld, kunnen twee bodypack-zenders worden gekoppeld aan een enkele ontvanger.

Opmerking: Schakel slechts één zender tegelijk in en bedien slechts één zender tegelijk om interferentie tussen de zenders te voorkomen.

De zenders met de ontvanger synchroniseren

Beide zenders moeten afzonderlijk worden gekoppeld aan de ontvanger door middel van IR-synchronisatie.

  1. Schakel de eerste zender in en voer een IR-synchronisatie met de ontvanger uit.
  2. Voer een geluidscontrole uit en stel zo nodig de gain van de ontvanger af. Wanneer u klaar bent, schakelt u de zender uit.
  3. Schakel de tweede zender in en voer een IR-synchronisatie met de ontvanger uit.
  4. Test de zender bij de omstandigheden van het optreden en stel zo nodig de gain van de ontvanger af. Wanneer u klaar bent, schakelt u de zender uit.

Zenders worden op 15 cm afstand van het IR-venster van de ontvanger gehouden. Het woord ‘sync’ is zichtbaar op het voorpaneel

Audioniveaus overeen laten komen met microfoon-offsets

Wanneer twee zenders aan een ontvanger worden gekoppeld, kunnen er verschillen in het volumeniveau tussen microfoons of instrumenten optreden. Gebruik als dit gebeurt de microfoon-offset om de audioniveaus op elkaar af te stemmen en hoorbare volumeverschillen tussen zenders te elimineren. Stel bij gebruik van een enkele zender de microfoon-offset in op 0 dB.

  1. Schakel de eerste zender in en voer een soundcheck uit om het audioniveau te testen. Schakel de zender uit als u klaar bent.
  2. Schakel de tweede zender in en voer een soundcheck uit om het audioniveau te testen.
  3. Als er een hoorbaar verschil is in het geluidsniveau van de zenders, navigeert u naar het menu Mic Offset op de zender om de microfoon-offset onmiddellijk te verhogen of te verlagen zodat de audioniveaus overeenkomen.

De microfoon-offset ingesteld op +6 dB

Radiofrequentie-instellingen (RF)

Het RF-vermogensniveau van de zender instellen

De zender biedt twee instellingen voor RF-vermogen waarmee het bereik van de zender wordt bepaald.

  • Lo = 1 mW
  • Hi = 10 mW

Gebruik de instelling Lo wanneer zender en ontvanger dicht bij elkaar staan.

  1. Navigeer naar het zendermenu rf power.
  2. Selecteer met behulp van de pijltjesknoppen Hi of Lo.
  3. Druk op enter om op te slaan.

QLX-D gebruiken met een Shure ULX-D-systeem

Zenders en ontvangers van QLX-D- en ULX-D-componentengroepen kunnen worden gekoppeld om audiokanalen te vormen.

Gebruik de volgende instellingen op ontvangers en zenders om functionaliteit te waarborgen:

  • Versleuteling ingesteld op Off
  • High-densitymodus ingesteld op Off (ULX-D-ontvanger)
  • Stem de ontvanger en zender handmatig op dezelfde frequentie af.

    Opmerking: IR-synchronisatie tussen QLX-D en ULXD6/8-zenders is mogelijk op voorwaarde dat u werkt met firmwareversie 2.1.16 of nieuwer.

Stel de ontvangerfrequentie handmatig in zodat deze overeenkomt met de frequentie van de zender om een audiokanaal te maken.

Als u ULXD6- of ULXD8-ontvangers gebruikt met een QLX-D-ontvanger, kunt u alleen wijzigingen maken aan de zender-presets met Wireless Workbench.

  1. Open de ontvangereigenschappen in WWB.
  2. Wijzig de presets van de zender en klik op Apply. De nieuwe instellingen worden naar de QLX-D-ontvanger gestuurd.
  3. Houd op het voorpaneel van de ontvanger enter ingedrukt terwijl u op menu indrukt om naar het geavanceerde menu te gaan.
  4. Druk op menu om door te gaan naar Preset bn gn. Het IR-venster gaat knipperen.

    The recever screen reading Preset

  5. Lijn het IR-venster van de zender uit met de ontvanger om de presets naar de zender te sturen.

Belangrijk: Alle QLX-D- en ULX-D-componenten moeten gebruikmaken van 2.0-firmware of hoger om goed te kunnen werken.

Regionale tv-kanaalafstand instellen

Met de parameter voor de tv-kanaalafstand kan de ontvanger worden aangepast op het gebruik van de regionale tv-bandbreedte en nauwkeurig de lokale tv-kanalen weergeven.

De volgende opties voor kanaalbandbreedte zijn beschikbaar:

  • 6 MHz
  • 7 MHz
  • 8 MHz
  • 6 JP (Japan)
  • off (voor het uitschakelen van weergave tv-kanalen)

Instellen van de tv-kanaalafstand:

  1. Voor toegang tot het menu met geavanceerde functies, houdt u de knop enter ingedrukt en drukt u vervolgens op de knop menu.
  2. Druk op de knop menu om naar het menu TVCH te navigeren.
  3. Gebruik de pijltjesknoppen om de lokale kanaalbandbreedte voor de regio te selecteren.
  4. Druk op enter om op te slaan.

The TV channel spacing screen

Aangepaste groepen

Specifieke kanalen en frequenties kunnen worden geselecteerd en in aangepaste groepen worden geplaatst. Aangepaste groepen worden meestal gebruikt om netwerkontvangers aan een bepaald frequentiebereik toe te wijzen of om ontvangers vooraf te configureren voor verhuurtoepassingen. Wanneer een aangepaste groep is gemaakt, kan deze in de ontvanger worden geladen m.b.v. het menu group.

Wanneer met een netwerkscan frequenties van een ontvanger worden toegewezen terwijl een aangepaste groep is geselecteerd, worden alle aangepaste groepen (U1, U2, U3, enz...) van die ontvanger geladen in alle andere ontvangers op het netwerk.

Aangepaste groepen maken

A group, channel, and frequency called out

Een aangepaste groep selecteren De ontvanger beschikt over 6 aangepaste groepen met de namen U1, U2, U3, U4, U5 en U6.
  1. Druk op menu terwijl u de knop enter indrukt om het scherm voor aangepaste groepen te openen.
  2. Druk op enter om het bewerken van een groep in te schakelen (aangegeven door knipperen van de groep).
  3. Selecteer met de pijltjesknoppen een groep (U1 t/m U6).
  4. Druk op enter om naar de kanaalselectie te gaan.
Een kanaal selecteren
  1. Selecteer met de pijltjesknoppen een kanaal (1-60). Elke groep kan uit maximaal 60 kanalen (frequenties) bestaan.
  2. Druk op enter om het geselecteerde kanaal op te slaan en naar de frequentietoewijzing te gaan.
Een frequentie aan een kanaal toewijzen
  1. Gebruik de pijltjesknoppen om een frequentie aan het geselecteerde kanaal toe te wijzen.
  2. Druk op enter om op te slaan.
Nadat enter is ingedrukt, gaat het kanaal knipperen zodat er meer kanalen en frequenties kunnen worden toegevoegd aan de aangepaste groep. Herhaal stap 2 en 3 voor het toevoegen van meer kanalen en frequenties. Wanneer dit is voltooid, drukt u enkele malen op de knop menu om naar het hoofdmenu terug te keren.

Zender via IR synchroniseren vanuit een aangepaste groep

Om te zorgen voor een nauwkeurige weergave van de groeps- en kanaalinformatie moet de zender vanuit het menuscherm Custom Group via IR worden gesynchroniseerd:

  1. Druk op menu terwijl u de knop enter indrukt om het scherm voor aangepaste groepen te openen.
  2. Schakel de zender in en druk op de knop sync op de ontvanger.
  3. Plaats de vensters voor IR-synchronisatie van zender en ontvanger tegenover elkaar.
  4. sync good wordt op het display weergegeven als IR-synchronisatie is voltooid.

Opmerking: Als de IR-synchronisatie mislukt, herhaalt u de IR-synchronisatieprocedure terwijl u de uitlijning tussen de IR-vensters van de zender en de ontvanger zorgvuldig behoudt.

Een aangepaste groep verwijderen

  1. Druk op menu terwijl u de knop enter indrukt om het scherm voor aangepaste groepen te openen.
  2. Druk op enter om het bewerken van een groep in te schakelen (aangegeven door knipperen van de groep).
  3. Navigeer met de pijltjesknoppen tot het groepsnummer en het woord DEL worden weergegeven.
  4. Druk op enter om de groep te verwijderen.

Om afzonderlijke kanalen uit een aangepaste groep te verwijderen, doet u het volgende:

  1. Open het menu voor aangepaste groepen en selecteer de frequentie voor het te verwijderen kanaal.
  2. Houd een pijltjesknop ingedrukt tot de frequentie ---.--- MHz weergeeft.
  3. Houd de knop menu ingedrukt om de wijziging te bevestigen en af te sluiten.

Aangepaste groepen maken m.b.v. Wireless Work Bench 6

In WWB6 kunnen aangepaste groepen worden gemaakt door het tabblad Frequentiecoördinatie te openen. Raadpleeg het WWB6-helpsysteem voor uitvoerige instructies voor het configureren van aangepaste groepen.

Netwerkbediening

De ontvanger maakt gebruik van een ethernetverbinding voor gegevensuitwisseling over het netwerk met andere componenten en omvat een interne DHCP-client voor automatische netwerkconfiguratie wanneer deze is verbonden met een ingeschakelde DHCP-router.

Met een netwerk verbinden

  1. Plaats een ethernetkabel in de ethernetpoort aan achterzijde van de ontvanger.
  2. Sluit de kabel aan op een computer of router.
  3. De poort-LED's op de ontvanger lichten op om netwerkconnectiviteit en netwerkverkeer aan te geven.

IP-adressen automatisch toekennen

  1. Activeer een DHCP-service op de server of gebruik een router waarop DHCP is ingeschakeld.
  2. Wanneer de ontvanger wordt opgestart, wijst de DHCP-server automatisch een IP-adres aan de ontvanger toe.

Tip: Gebruik de optie Netwerk resetten, te vinden in het menu met geavanceerde functies, om de ontvanger terug te zetten op de standaard modus voor DHCP-adressering.

Configuratietips

  • Gebruik afgeschermde Cat 5-kabel of beter ethernetkabels om betrouwbare netwerkprestaties te garanderen
  • De LED's op de ethernetpoort lichten op wat aangeeft dat er een netwerkverbinding actief is
  • Het netwerkpictogram licht op wanneer de ontvanger extra Shure-apparaten op het netwerk waarneemt
  • Alle componenten moeten zich in hetzelfde subnet bevinden
  • Breid bij grotere installaties het netwerk uit met meerdere ethernet-switches

Netwerkproblemen oplossen

  • Gebruik slechts één DHCP-server per netwerk
  • Alle apparaten moeten hetzelfde subnetmasker delen
  • Op alle ontvangers moet dezelfde firmwareversie zijn geïnstalleerd
  • Kijk of het netwerkpictogram oplicht op het frontpaneel van elk apparaat:

    Als het pictogram niet oplicht, controleer dan de kabelverbinding en de LED's op de ethernetpoort.

    Als de LED's op de ethernetpoort niet oplichten terwijl de kabel is aangesloten, vervang de kabel dan en controleer opnieuw de LED's en het netwerkpictogram.

WWB6-connectiviteit met het netwerk controleren:

  1. Start de WWB6-software en gebruik Inventory view om te zien welke apparaten op het netwerk zijn aangesloten.
  2. Als dit niet het geval is, zoekt u het IP-adres van een van de apparaten op het netwerk (zoals een ontvanger) en probeert u dit te pingen vanaf de computer waarop WWB6 draait.
  3. Voer in een WINDOWS/MAC-opdrachtprompt het 'ping IPADDRESS' in van het apparaat (bijv. 'ping 192.168.1.100').
  4. Als de ping lukt (geen pakketverlies), dan kan de computer met het apparaat op het netwerk communiceren. Als de ping mislukt (100% pakketverlies), controleer dan of het IP-adres van de computer zich in hetzelfde subnet bevindt als de ontvanger.
  5. Als de pings lukken en de apparaten nog steeds niet in de WWB6-inventaris te zien zijn, controleer dan of alle firewalls of zijn uitgeschakeld of de gegevens van het WWB-netwerk in de toepassing binnenlaten. Controleer of de firewallinstellingen de toegang tot het netwerk niet blokkeren.

Handmatig IP-adressen en subnetmaskers instellen

IP-adressen en subnetmaskers kunnen handmatig worden ingesteld vanuit het geavanceerde menu in de ontvanger of vanaf het monitorpaneel in Wireless Workbench.

Netwerkinstellingen die handmatig worden ingevoerd, moeten geldig zijn en voldoen aan IP-protocollen om een goede netwerkcommunicatie te garanderen.

Ontvangermenu

IP-adressen en subnetadressen bestaan uit 4 groepen getallen. Elke groep kan uit maximaal 3 cijfers bestaan. Elke groep wordt gescheiden door een decimale punt.

Bij het instellen van een IP-adres of subnetadres moet elk van de 4 groepen apart worden bewerkt. Het volgende schema toont hoe de groepen zijn ingedeeld op het ontvangerdisplay:

Een IP-adres met nummers die elke groep aangeven; het IP-menu met nummers die elk onderdeel aangeven

  1. Druk op menu terwijl u de knop enter indrukt om het geavanceerde menu te openen.
  2. Druk op de knop menu om naar het IP-menu te navigeren.
  3. Stel met de pijltjesknoppen de modus in op St (statisch) en druk op enter.
  4. Gebruik de pijltjesknoppen om de eerste groep te bewerken. Druk op enter om op te slaan en met de volgende groep verder te gaan.
  5. Gebruik de pijltjesknoppen en de knop enter om de resterende 3 groepen te bewerken.
  6. Wanneer groep 4 is bewerkt, verschijnt op het display het subnetmaskermenu. Gebruik de pijltjesknoppen om te bladeren en selecteer een vooringestelde waarde voor elk van de subnetmaskergroepen.
  7. Wanneer dit voltooid is, drukt u op Enter om de instellingen op te slaan.

Opmerking: voor het herstellen van de automatisch IP-adressering van DHCP opent u het IP-menu en selecteert u AU (automatisch). De menuoptie Network Reset kan eveneens worden gebruikt voor het herstellen van de DHCP-adressering.

Wireless Workbench

  1. Open het tabblad Kanaaleigenschappen in Wireless Workbench.
  2. Klik op Hulpprogramma’s en stel de netwerkmodus in op handmatig.
  3. Voer in de velden IP en Subnet geldige getallen in.
  4. Wanneer dit voltooid is, selecteert u Apply.

Verbinden met een extern beheersysteem

De ontvanger wordt aangesloten op externe regelsystemen (AMX of Creston) via ethernetkabels.

  • Verbinding: Ethernet (TCP/IP; QLXD-ontvanger is de client)
  • Poort: 2202

Fabrieksinstellingen terugzetten

U kunt de ontvanger terugzetten naar de fabrieksinstellingen in het geavanceerde menu. Ga naar het beginscherm en houd enter ingedrukt. Druk terwijl u enter ingedrukt houdt op menu om het geavanceerde menu te openen. Druk op menu om door de geavanceerde opties te bladeren totdat u het resetscherm bereikt en druk op enter om de ontvanger terug te zetten.

Uw systeem beheren met Shure Software

Wireless Workbench

Beheer alle facetten van de prestaties van een draadloos systeem, van de planning voor een show tot live monitoring van kanalen met Wireless Workbench.

ShurePlus Channels

Bewaak de belangrijkste elementen van uw draadloze activiteiten op een mobiel apparaat via wifi met ShurePlus Channels™. Gebruik dit in combinatie met Wireless Workbench of als standalone toepassing voor minder complexe coördinatiebehoeften.

Firmware-updates

Firmware is software die is ingebouwd in elk onderdeel dat functionaliteit regelt. Periodiek worden nieuwe firmwareversies ontwikkeld die aanvullende functies en verbeteringen bevatten.

Firmwareversies

Werk bij het updaten van de firmware van ontvangers alle ontvangers bij tot dezelfde firmwareversie om een consistente werking te waarborgen.

De firmwareversie heeft de nummerstructuur MAJOR.MINOR.PATCH (bijv. 1.2.14). Alle apparaten op het netwerk (inclusief zenders) dienen minimaal dezelfde PRIMAIRE en SECUNDAIRE firmwareversienummers te hebben (bijv. 1.2.x).

Firmware downloaden en bijwerken

Er is een gratis Shure Update Utility-hulpprogramma beschikbaar op www.shure.com. De Shure Update Utility is ook gekoppeld aan de Shure Wireless Workbench-software.

Raadpleeg de helpinstructies voor gebruik van de Shure Update Utility.

De ontvanger bijwerken

VOORZICHTIG! Zorg dat de voeding en netwerkaansluitingen van de ontvanger in stand blijven tijdens een firmware-update. Schakel de ontvanger niet uit voordat de update is voltooid.

  1. Sluit de ontvanger en de computer aan op hetzelfde netwerk.
  2. Open de Shure Update Utility.
  3. Klik op het tabblad firmware om de beschikbare updates te vinden.
  4. Gebruik de knop Import als u de firmwarebestanden handmatig wilt importeren.
  5. Klik op het tabblad Update Device en controleer het vak Version to install naast elk apparaat.
  6. Klik op Send Updates om de firmware naar de netwerkapparaten te laden.
  7. Wanneer het downloaden is voltooid, wordt de ontvanger opnieuw opgestart waarbij de bijgewerkte firmware is geïnstalleerd.

The Update TX screen on the receiver

De zender bijwerken

Om de zenders bij te werken, downloadt u de firmware naar de zender. U kunt firmware downloaden voor handheld- en bodypackzenders, of voor grensvlak- en zwanenhalsvoetzenders. De ontvanger verzendt firmware naar de zender met behulp van het IR-synchronisatievenster.

  1. Druk op menu terwijl u de knop enter indrukt om het geavanceerde menu te openen. Navigeer met de knop menu naar het menu update.

    Transmitters being held 15 cm from the IR window of the receiver

  2. De ontvanger toont het type zenderfirmware die beschikbaar is. De ontvanger bevat één type firmware tegelijk.
    • HH BP = handheld- of bodypackfirmware
    • BN GN = zwanenhalsvoet- of grensvlakfirmware
  3. Druk op enter om de update te starten.
  4. Wanneer de rode IR LED knippert, plaats u de IR-synchronisatiepoorten van zender en ontvanger tegenover elkaar. De rode LED blijft oplichten om een juiste uitlijning aan te geven en het downloaden zal automatisch beginnen.
  5. Handhaaf de uitlijning tijdens het bijwerken en let op de voortgang (0 t/m 100%) op het ontvangerscherm.

    The TX update screen

  6. Wanneer het bijwerken is voltooid, verschijnt "TX Update good" op het ontvangerdisplay. Als Err. 09 verschijnt op het scherm, werkt u opnieuw bij met een zendertype dat past bij de firmware van de receiver.

Probleemoplossing

Probleem Zie oplossing...
Geen geluid Voeding, kabels of radiofrequentie
Zwak geluid of vervorming Versterkingsfactor, kabels, interferentie of radiofrequentie verminderen
Geen bereik, ongewenste ruis of uitval RF
Zender kan niet worden uitgeschakeld, frequentie-instellingen kunnen niet worden gewijzigd of ontvanger kan niet worden geprogrammeerd. Interfacevergrendelingen
Ontvangerdisplay toont FAIL nadat versleuteling is uitgeschakeld Versleuteling komt niet overeen
Groeps- en kanaaldisplay toont "--" IR-synchronisatie aangepaste groep

Voeding

Zorg ervoor dat de ontvanger en de zender voldoende spanning krijgen. Controleer de batterij-indicators. Vervang de batterijen zo nodig of laad deze op.

Versterking

Stel op de voorzijde van de ontvanger de systeem-gain af. Zorg ervoor dat de schakelaar mic/line (alleen XLR-uitgangssignalen) aan de achterzijde van de ontvanger overeenkomt met de ingang van de mengtafel, versterker of processor.

Kabels

Controleer of alle kabelconnectors volledig aangrijpen of op hun plaats zijn vergrendeld. Controleer kabels op beschadiging. Vervang deze zo nodig.

Interfacevergrendelingen

De zender en de ontvanger kunnen worden vergrendeld om onbedoelde of onbevoegde wijzigingen te voorkomen. Als een vergrendeld bedieningselement wordt gebruikt, gaat het vergrendelingspictogram op het display knipperen. Volg de instructies voor het ontgrendelen van ontvanger of zender.

Firmware komt niet overeen

Gepaarde zenders en ontvangers moeten dezelfde firmwareversie hebben om een stabiele werking te waarborgen. Zie het onderwerp Firmware-updates voor de bijwerkprocedure voor firmware.

Versleuteling komt niet overeen

Dit geeft aan dat er een versleutelingsconflict is waargenomen. Voer een IR-synchronisatie uit tussen ontvanger en zender om de fout te wissen.

IR-synchronisatie aangepaste groep

Voer bij het gebruik van aangepaste groepen altijd een IR-synchronisatie vanaf het menu Custom Groups in de ontvanger uit om te zorgen voor een nauwkeurige weergave van de groeps- en kanaalinformatie. Zie het onderwerp Custom Groups voor verdere bijzonderheden.

Radiofrequentie (RF)

De blauwe RF-LED licht op wanneer een gekoppelde zender binnen het bereik van de ontvanger is. Meet voorafgaand aan een performance het zenderbereik om te voorkomen dat er buiten het gespecificeerde zenderbereik wordt gewerkt.

De balkjes op de RF-meter geven de grootte van het ontvangen RF-vermogen aan. Dit signaal kan afkomstig zijn van de zender of van een storingsbron, zoals een televisieuitzending. Als de meter bij uitgeschakelde zender een signaalniveau aangeeft, dan kan dat kanaal interferentie ondervinden. Controleer de omgeving op storingsbronnen of wijzig de ontvanger naar een storingsvrije frequentie.

Een rode RF-LED geeft een RF-overbelasting aan. Vermijd het gebruik van meerdere systemen die dicht bij elkaar staan.

Frequentiecompatibiliteit

  • Voer een scan en synchronisatie uit om zeker te zijn dat zender en ontvanger op hetzelfde kanaal of dezelfde frequentie zijn ingesteld.
  • Bekijk het etiket op de zender en de ontvanger om er zeker van te zijn dat ze van dezelfde band zijn (G50, J50, L50 etc.).

Storing verminderen

  • Voer een scan uit om de beste open frequentie te vinden. Voer een IR-synchronisatie uit om de instellingen naar de zender over te brengen.
  • Zorg ervoor dat bij meerdere systemen elke ontvanger wordt toegewezen aan een uniek kanaal. Interferentie vindt plaats indien twee zenders op hetzelfde kanaal worden ingesteld.
  • Zorg voor een zichtlijn tussen de antenne van de zender en de ontvanger.
  • Houd ontvangerantennes uit de buurt van metalen voorwerpen of andere bronnen van RF-storing (zoals cd-spelers, computers, digitale effecten, netwerkschakelaars, netwerkkabels en draadloze Personal Stereo Monitor- [PSM-]systemen).
  • Elimineer RF-overbelasting (zie hieronder).

Het bereik vergroten

  • Verhoog het RF-vermogensniveau van de zender tot Hi
  • Gebruik een actieve richtantenne, een antenneverdeelsysteem of een andere antenneaccessoire om het RF-bereik te vergroten

RF-overbelasting elimineren

Als het pictogram RF OL verschijnt op de RF-meter, probeer dan het volgende:

  • Verminder het RF-vermogensniveau van de zender van Hi naar Lo
  • Plaats de zender verder van de ontvanger — minimaal 6 m (20 ft)
  • Als u actieve antennes gebruikt, de gain van de antenne of versterker verminderen.
  • Gebruik omnidirectionele antennes

Foutcodes en oplossingen

Foutcodes worden gegenereerd wanneer de ontvanger een toestand waarneemt die mogelijk de systeemprestaties kan aantasten.

Als op de ontvanger een fout wordt weergegeven, gebruik dan de volgende tabel om het probleem te identificeren en de bijbehorende oplossing te vinden.

Foutcode Beschrijving Oplossingen
Err.001 Audiocompatibiliteit Update de firmware van zender en ontvanger naar de nieuwste versie.
Err.002 Versleuteling tussen Shure-productlijnen komt niet overeen Zet versleuteling op off voor componenten van verschillende Shure-productlijnen, zoals QLX-D en ULX-D.
Err.003 Versleutelingsmodus komt niet overeen Voer een IR-synchronisatie uit tussen zender en ontvanger om de fout te wissen.
Err.004 Frequentieband komt niet overeen Zender en ontvanger werken met overlappende frequenties uit verschillende frequentiebanden.
Err.005 Frequentie komt niet overeen Ontvanger en zender werken op frequentiebanden die geen compatibele frequenties delen.
Err.006 Geen frequenties gevonden Scan opnieuw en selecteer een andere groep of gebruik WWB om een frequentie te vinden.
Err.007 Zelftest firmwareversie is niet gelukt Gebruik de Shure Update Utility om de eenheid bij te werken naar de nieuwste firmware. Neem contact op met de technische ondersteuning van Shure als de storing aanhoudt.
Err.008 Gebruiksduur van Shure SB900-batterij verschijnt niet op het display Controleer of de batterij stevig in het batterijcompartiment is geplaatst. Als het probleem aanhoudt, vervang dan de batterij.
Err.009 Verkeerde overeenkomst zendertype Om de firmware-update te voltooien, koppelt u het type zender aan het type firmware van de ontvanger.
  • HH BP = handheld- of bodypackfirmware
  • BN GN = zwanenhalsvoet- of grensvlakfirmware
Err.010 Batterij te warm (waarschuwing)

Verplaats de zender uit de buurt van eventuele externe warmtebronnen. Laat het apparaat afkoelen. Overweeg om de batterij te vervangen om door te gaan met het gebruik.

Alle batterijen moeten voor de beste werking uit de buurt van externe warmtebronnen onder aanvaardbare temperatuuromstandigheden worden opgeslagen en gebruikt.

Neem contact op met de ondersteuning van Shure als de toestand aanhoudt.
Err.011 Uitschakelen; batterij te warm

Laat het apparaat afkoelen en overweeg om de batterij te vervangen om door te gaan met het gebruik ervan.

Alle batterijen moeten voor de beste werking uit de buurt van externe warmtebronnen onder aanvaardbare temperatuuromstandigheden worden opgeslagen en gebruikt.

Stel alle mogelijke externe bronnen die de zender kunnen verhitten vast en bedien de zender niet in de buurt van deze externe warmtebronnen.

Neem contact op met de ondersteuning van Shure als de toestand aanhoudt.

Contact opnemen met de klantenservice

Niet gevonden wat u zocht? Neem voor hulp contact op met onze klantenservice.

Accessoires

Optionele accessoires

Batterijen en laders

Oplaadbare Shure lithium-ion batterij. SB900B
Shure-batterijlader met 8 laadcompartiment SBC800-US
Dubbel laadstation met PS45US-voeding SBC200-US
Dubbel laadstation zonder voeding SBC200
Netwerklaadstation met twee compartimenten SBC220
Enkele batterijlader SBC100
Axient-laadmodule SBC-AX
Draagbare batterijlader met 2 laadcompartimenten en PS50US-voeding SBC210
Voed een SB900-compatibel bodypack met een netvoedingsbron in plaats van batterijen SBC-DC

Verdeelversterkers voeding UHF-antenne

Antenneverdeler UHF-breedband zonder voedingskabels UA844SWB/LC
Verdeelsysteem voeding UHF-antenne UA844SWB/LC-AR
Verdeelsysteem voeding UHF-antenne UA844SWB/LC-BR
Verdeelsysteem voeding UHF-antenne UA844SWB/LC-AZ
Verdeelsysteem voeding UHF-antenne UA844SWB/LC-C
Verdeelsysteem voeding UHF-antenne UA844SWB/LC-E
Verdeelversterker voeding UHF-antenne UA844SWB/LC-J
Verdeelversterker voeding UHF-antenne UA844SWB/LC-K
Verdeelversterker voeding UHF-antenne UA844SWB/LC-UK

UABIAST

Lijnvoeding UABIAST-US
UABIAST-UK
UABIAST-BR
UABIAST-AR
UABIAST-E
UABIAST-CHN
UABIAST-K
UABIAST-J
UABIAST-AZ
UABIAST-TW

Lijnversterkers en antennes

Antennelijnversterker, 174-216 MHz UA834V
Antennelijnversterker, 470-902 MHz UA834WB
Antennelijnversterker, 902-960 MHz UA834XA
Actieve richtantenne 470-790MHZ UA874E
Actieve richtantenne 470-698MHZ UA874US
Actieve richtantenne 470-900MHZ UA874WB
Actieve richtantenne 925-952MHZ UA874X
Passieve directionele antenne, 470-952 MHz Inclusief BNC- naar BNC-kabel van 10 ft. PA805SWB
Passieve directionele antenne, 944-952 MHz PA805X
Omnidirectionele breedbandantenne (470-1100 MHz) UA860SWB
Combinerset passieve antenne/splitter (aanbevolen voor 2 ontvangers) UA221
Antenneset voor montage aan voorzijde (inclusief 2 kabels en 2 bulkhead-adapters) UA600
Set voor op afstand bevestigen van antenne, 1/2 golflengte UA505
PWS Helical-antenne, 480-900 MHz HA-8089
Helical-antenne, 944-954 MHz HA-8241

Kabels en connectors

2 ft. BNC-BNC -coaxiaalkabel UA802
BNC-naar-BNC-coaxkabel van 1,8 m (6 foot) voor op afstand bevestigen van antenne voor ULX Wireless-systeem UA806
25 ft. BNC-BNC -coaxiaalkabel UA825
50 voet BNC-BNC -coaxiaalkabel UA850
100 voet BNC-BNC -coaxiaalkabel UA8100
Overbruggingskabel ethernet, 8" C8006
Ethernetkabel, 3' C803
Ethernetkabel, 10' C810
Ethernetkabel, verstevigd 100' C8100
Ethernetkabel, verstevigd 25' C825
Ethernetkabel, verstevigd 50' C850

Omnidirectionele ontvangstantennes, 1/2 golflengte

470-542  MHz UA8-470-542
500-560  MHz UA8-500-560
518-598  MHz UA8-518-598
554-638  MHz UA8-554-638
596-698  MHz UA8-596-698
670-742  MHz UA8-670-742
690-746  MHz UA8-690-746
694-758  MHz UA8-694-758
710-790  MHz UA8-710-790
740-814  MHz UA8-740-814
750-822  MHz UA8-750-822
774-865  MHz UA8-774-865
00-1000  MHz UA8-900-1000

Hardware, koffers en accessoires

Draagtas WA610
Dempingsschakelaar voor Shure handheld zenders UAMS/BK
Kabel, instrument, 0,75 m (2,5 ft), 4-pens mini-connector (TA4F) aan connector van 1/4 inch. WA302
Kabel, instrument, 0,7 m (2 ft), 4-pens mini-connector (TA4F) met haakse connector van 1/4 inch, voor gebruik met draadloze bodypack-zenders van Shure WA304
Eersteklas gitaarkabel, TQG-schroefconnector WA305
Eersteklas gitaarkabel, TQG-vergrendelingsconnector WA306
Kabel, microfoon, 1,3 m (4 ft), 4-pens mini-connector (TA4F) aan XLR-connector (F), voor gebruik met bodypack-zenders van Shure WA310
In-line aan-uitschakelaar WA360
Dempingslijnschakelaar bodypack WA661
Klem voor draadloze microfoon WA371
Neopreen bodypack-armzakje voor alle bodypack-zenders van Shure WA620

Productgegevens

Frequentiebereik RF-draaggolf

470–937.5 MHz, per regio verschillend (Zie tabel met frequentiebereik en uitgangsvermogen)

Werkbereik

100 m ( 328 ft)

Opmerking: Werkelijk bereik is afhankelijk van RF-signaalabsorptie, -reflectie en -interferentie.

Grootte RF-afstemstap

25 kHz, per regio verschillend

Spiegelonderdrukking

>70 dB, normaal

RF-gevoeligheid

-97 dBm

bij 10-5 BER

Latentietijd

<2.9 ms

Audiofrequentiekarakteristiek

QLXD1 20 – 20 kHz (±1 dB)
QLXD2 Opmerking: Afhankelijk van microfoontype

Dynamische audiobereik

Systeemgain @ +10

>120 dB, A-gewogen, normaal

Totale harmonische vervorming

Ingang −12 dBFS, Systeemgain @ +10

<0,1%

Polariteit systeemaudio

Een positieve druk op het microfoonmembraan resulteert in een positieve spanning op pen 2 (ten opzichte van pen 3 van de XLR-uitgang) en de punt van de 6,35 mm (1/4-inch) uitgang.

Bedrijfstemperatuurbereik

-18°C (0°F) tot 50°C (122°F)

Opmerking: Batterijeigenschappen kunnen dit bereik beperken.

Opslagtemperatuurbereik

-29°C (-20°F) tot 74°C (165°F)

Opmerking: Batterijeigenschappen kunnen dit bereik beperken.

Batterijgebruiksduur

QLXD SB900B alkaline
1/10 mW 1/10 mW
470 tot 865 >8:55 uur 8 uur
902 tot 928 >7:58 uur >6 uur
174 tot 216 >8:55 uur >8:30 uur
1240 tot 1800 >7:30 uur >6 uur

De waarden in deze tabel gelden voor nieuwe, hoogwaardige batterijen. De batterijgebruiksduur is afhankelijk van de fabrikant en de leeftijd van de batterij.

QLXD4

Afmetingen

41 mm x 197 mm x 151 mm (1,63 in. x 7,75 in. x 5,94 in.), H x B x D

Gewicht

777 g (1,71 lbs), zonder antennes

Behuizing

staal

Voedingsvereisten

12 V DC @ 0,4 A, geleverd door externe voeding (punt positief)

RF-ingang

Parasitaire onderdrukking

>80 dB, normaal

Connectortype

BNC

Impedantie

50 Ω

Audiouitgang

Versterkingsregelbereik

-18 tot +42 dB

in stappen van 1 dB

Configuratie

1/4" (6,35 mm) Impedantie-gebalanceerd (Punt=audio, ring=geen audio, mantel=massa)
XLR gebalanceerd (1 = massa, 2 = audio +, 3 = audio −)

Impedantie

1/4" (6,35 mm) 100 Ω (50 ΩOngebalanceerd)
XLR 100 Ω

Volledige uitgang

1/4" (6,35 mm) +12  dBV
XLR LINE-instelling= +18  dBV, MIC-instelling= -12  dBV

Microfoon/lijn-schakelaar

30 dB pad

Bescherming fantoomvoeding

1/4" (6,35 mm) Ja
XLR Ja

Actief op network

Netwerkinterface

Enkele poort Ethernet 10/100 Mbps

Mogelijkheid tot netwerkadressering

DHCP of handmatig IP-adres

Maximale kabellengte

100 m (328 ft)

QLXD1

Offsetbereik microfoon

0 tot 21 dB (in stappen van 3 dB)

Battery Type

Shure oplaadbare lithium-ion batterij SB900B of AA-batterijen 1,5 V

Afmetingen

86 mm x 65 mm x 23 mm (3,38 inch x 2,57 inch x 0,92 inch) h x w x d, zonder antenne

Gewicht

138 g (4,9 oz.), zonder batterijen

Behuizing

Gietaluminium

Audio-ingang

Connector

4-pins miniconnector, mannetje (TA4M). Zie de tekening voor details

Configuration

Ongebalanceerd

Impedantie

1 MΩ. Zie de tekening voor details

Maximum Input Level

1 kHz bij 1% THD

8,5  dBV ( 7,5 Vpp)

Equivalente ingangsruis (EIN) voorversterker

Systeemgainingsinstelling ≥ +20

–120 dBV A-gewogen, normaal

RF Output

Connector

SMA

Antenna Type

1/4 wave

Impedantie

50 Ω

Bezette bandbreedte

<200 kHz

Modulatietype

Digitaal, bedrijfseigen van Shure

Voeding

1 mW of 10 mW

Zie de tabel met frequentiebereik en uitgangsvermogen, per regio verschillend

QLXD2

Offsetbereik microfoon

0 tot 21 dB (in stappen van 3 dB)

Battery Type

Shure oplaadbare lithium-ion batterij SB900B of AA-batterijen 1,5 V

Afmetingen

269 mm x 51 mm (10,6 inch x 2,0 inch) l x diam.

Gewicht

307 g (12,1 oz.), zonder batterijen

Behuizing

Bewerkt aluminium

Audio-ingang

Configuration

Ongebalanceerd

Maximum Input Level

1 kHz bij 1% THD

145 dB SPL (SM58), normaal

Let op: Afhankelijk van microfoontype

RF Output

Antenna Type

Geïntegreerde single-band-Helical

Bezette bandbreedte

<200 kHz

Modulatietype

Digitaal, bedrijfseigen van Shure

Voeding

1 mW of 10 mW

Zie de tabel met frequentiebereik en uitgangsvermogen, per regio verschillend

Uitgangsconnectors ontvanger

A diagram of the receiver output connector

TA4M-ingangsconnectordiagram

A diagram of the TA4M input connector

Massa
Voorspanning
Audio-ingang
Massa

Frequentiebereik en uitgangsvermogen zender

Frequentieband Frequentiebereik ( MHz) Voeding ( mW RMS )*
G50 470 tot 534 1 / 10
G51 470 tot 534 1 / 10
G52 479 tot 534 1 / 10
G53 470 tot 510 1 / 10
G62 510 tot 530 1 / 10
H50 534 tot 598 1 / 10
H51 534 tot 598 1 / 10
H52 534 tot 565 1 / 10
H53 534 tot 598 1 / 10
J50 572 tot 636 1 / 10
J51 572 tot 636 1 / 10
JB 806 tot 810 1 / 10
K51 606 tot 670 1 / 10
K52 606 tot 670 1 / 10
L50 632 tot 696 1 / 10
L51 632 tot 696 1 / 10
L52 632 tot 694 1 / 10
L53 632 tot 714 1 / 10
M19 694 tot 703 (Thailand) 1 / 10
P51 710 tot 782 1 / 10
P52 710 tot 782 1 / 10
Q12 748 tot 758 (Thailand) 1 / 10
Q51 794 tot 806 10
S50 823 tot 832, 863 tot 865 1 / 10
V50 174 tot 216 1 / 10
V51 174 tot 216 1 / 10
V52 174 tot 210 10
X51 925 -937.5 1 / 10
X52 902 tot 928 (All Americas except Brazil) 1 / 10
X53 902 tot 907.500, 915 tot 928 (Brazil) 1 / 10
X54 915 tot 928 (Australia) 1 / 10
Z17 1492 tot 1525 1 / 10
Z18 1785 tot 1805 1 / 10
Z19 1785 tot 1800 1 / 10
Z20 1790 tot 1805 1 / 10

* Voeding geleverd aan de antennepoort

Opmerking: Frequentiebanden zijn mogelijk niet in alle landen of regio’s beschikbaar voor verkoop of geautoriseerd voor gebruik.

Voor de Z17-band (1492-1525 MHz) mag het systeem alleen binnenshuis worden gebruikt.

Voor de Z19-band (1785-1800 MHz) die wordt gebruikt in Australië, volgens de Radio Communications Low Interference Potential Devices Class License 2015, item 30 note C: moet het systeem werken binnen het bereik van 1790-1800 MHz bij gebruik buitenshuis.

เครื่องโทรคมนาคมและอุปกรณ์นี้มีความสอดคล้องตามมาตรฐานหรือข้อกำหนดทางเทคนิคของ กสทช.

Frequenties voor Europese Landen

G51 470-534 MHz

Country Code

Code de Pays

Codice di paese

Código de país

Länder-Kürzel

Frequency Range

Gamme de frequences

Gamme di frequenza

Gama de frequencias

Frequenzbereich

A, B, BG, CH, CY, CZ, D, DK, EST, F *
FIN, GB, GR, H, HR, I, IRL, IS, L, LT *
M, N, NL, P, PL, RO, S, SK, SLO, TR *
All other countries *

* This equipment may be capable of operating on some frequencies not authorized in your region. See Licensing Information.

H51 534-598 MHz

Country Code

Code de Pays

Codice di paese

Código de país

Länder-Kürzel

Frequency Range

Gamme de frequences

Gamme di frequenza

Gama de frequencias

Frequenzbereich

A, B, BG, CH, CY, CZ, D, EST 534 - 598 MHz*
F, GB, GR, H, I, IS, L, LT 534 - 598 MHz*
NL, P, PL, S, SK, SLO 534 - 598 MHz*
DK, FIN, M, N *
HR, E, IRL, LV, RO, TR *
All other countries *

* This equipment may be capable of operating on some frequencies not authorized in your region. See Licensing Information.

K51 606-670 MHz

Country Code

Code de Pays

Codice di paese

Código de país

Länder-Kürzel

Frequency Range

Gamme de frequences

Gamme di frequenza

Gama de frequencias

Frequenzbereich

A, B, BG, CH, CY, CZ, D, EST 606 - 670 MHz*
F, GB, GR, H, I, IS, L, LT 606 - 670 MHz*
NL, P, PL, S, SK, SLO 606 - 670 MHz*
RO 646 - 647; 654 - 655; 662 - 663 MHz*
DK, E, FIN, HR, IRL, LV, M, N, TR *
All other countries *

* This equipment may be capable of operating on some frequencies not authorized in your region. See Licensing Information.

L52 632-694 MHz

Country Code

Code de Pays

Codice di paese

Código de país

Länder-Kürzel

Frequency Range

Gamme de frequences

Gamme di frequenza

Gama de frequencias

Frequenzbereich

A, B, BG, CH, CY, CZ, D, DK, EST, F *
FIN, GB, GR, H, HR, I, IRL, IS, L, LT *
M, N, NL, P, PL, RO, S, SK, SLO, TR *
All other countries *

* This equipment may be capable of operating on some frequencies not authorized in your region. See Licensing Information.

P51 710-782 MHz

Country Code

Code de Pays

Codice di paese

Código de país

Länder-Kürzel

Frequency Range

Gamme de frequences

Gamme di frequenza

Gama de frequencias

Frequenzbereich

A, B, BG, CH, CY, CZ, D, EST, F, GB 710 - 782 MHz*
GR, H, I, IS, L, LT, NL, P, PL, S, SK, SLO 710 - 782 MHz*
RO 718 - 719; 726 - 727; 734 - 743; 750 - 751; 758 - 759 MHz*
DK, E, FIN, HR, IRL, LV, M, N, TR *
All other countries *

* This equipment may be capable of operating on some frequencies not authorized in your region. See Licensing Information.

Q51 794-806 MHz

Country Code

Code de Pays

Codice di paese

Código de país

Länder-Kürzel

Frequency Range

Gamme de frequences

Gamme di frequenza

Gama de frequencias

Frequenzbereich

A, B, BG, CH, CY, CZ, D, DK, E, EST *
F, FIN, GB, GR, H, HR, I, IRL, IS, L, LT *
LV, M, N, NL, P, PL, S, SK, SLO, TR *
All other countries *

* This equipment may be capable of operating on some frequencies not authorized in your region. See Licensing Information.

S50 823-832 MHz, 863-865 MHz

Country Code

Code de Pays

Codice di paese

Código de país

Länder-Kürzel

Frequency Range

Gamme de frequences

Gamme di frequenza

Gama de frequencias

Frequenzbereich

D license free
A, B, BG, CH, CY, CZ, D, DK, EST, F *
FIN, GB, GR, H, HR, I, IRL, IS, L, LT *
M, N, NL, P, PL, RO, S, SK, SLO, TR *
863 - 865 MHz EU: license free
All other countries *

* This equipment may be capable of operating on some frequencies not authorized in your region. See Licensing Information.

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES

  1. LEES deze instructies.
  2. BEWAAR deze instructies.
  3. NEEM alle waarschuwingen in acht.
  4. VOLG alle instructies op.
  5. GEBRUIK dit apparaat NIET in de buurt van water.
  6. REINIG UITSLUITEND met een droge doek.
  7. DICHT GEEN ventilatieopeningen AF. Zorg dat er voldoende afstand wordt gehouden voor adequate ventilatie. Installeer het product volgens de instructies van de fabrikant.
  8. Plaats het apparaat NIET in de buurt van warmtebronnen, zoals vuur, radiatoren, warmteroosters, kachels of andere apparaten (waaronder versterkers) die warmte genereren. Plaats geen vuurbronnen in de buurt van het product.
  9. ZORG ERVOOR dat de beveiliging van de gepolariseerde stekker of randaardestekker intact blijft. Een gepolariseerde stekker heeft twee pennen waarbij er één breder is dan de andere. Een randaardestekker heeft twee pennen en een extra aardaansluiting. De breedste pen en de aardaansluiting zijn bedoeld om uw veiligheid te garanderen. Als de meegeleverde stekker niet in de contactdoos past, vraag een elektricien dan om de verouderde contactdoos te vervangen.
  10. BESCHERM het netsnoer tegen erop lopen of afknelling, vooral in de buurt van stekkers en uitgangen en op de plaats waar deze het apparaat verlaten.
  11. GEBRUIK UITSLUITEND door de fabrikant gespecificeerde hulpstukken/accessoires.
  12. GEBRUIK het apparaat UITSLUITEND in combinatie met een door de fabrikant gespecificeerde wagen, standaard, driepoot, beugel of tafel of met een meegeleverde ondersteuning. Wees bij gebruik van een wagen voorzichtig tijdens verplaatsingen van de wagen/apparaat-combinatie om letsel door omkantelen te voorkomen.

    A cart with a receiver on top tipping over onto a person. There is a circle around the image with a line through it.

  13. HAAL de stekker van dit apparaat uit de contactdoos tijdens onweer/bliksem of wanneer het lange tijd niet wordt gebruikt.
  14. Laat onderhoud altijd UITVOEREN door bevoegd servicepersoneel. Onderhoud moet worden uitgevoerd wanneer het apparaat op enigerlei wijze is beschadigd, bijvoorbeeld beschadiging van netsnoer of stekker, vloeistof of voorwerpen in het apparaat zijn terechtgekomen, het apparaat is blootgesteld aan regen of vocht, niet naar behoren werkt of is gevallen.
  15. STEL het apparaat NIET bloot aan druppelend en rondspattend vocht. PLAATS GEEN voorwerpen gevuld met vloeistof, bijvoorbeeld een vaas, op het apparaat.
  16. De NETSTEKKER of een koppelstuk van het apparaat moet klaar voor gebruik zijn.
  17. Het door het apparaat verspreide geluid mag niet meer zijn dan 70 dB(A).
  18. Apparaten van een KLASSE I-constructie moeten worden aangesloten op een WANDCONTACTDOOS met beschermende aardaansluiting.
  19. Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht om het risico op brand of elektrische schokken te verminderen.
  20. Probeer dit product niet te wijzigen. Wanneer dit wel gebeurt, kan lichamelijk letsel optreden en/of het product defect raken.
  21. Gebruik dit product binnen de gespecificeerde bedrijfstemperaturen.

Verklaring van symbolen

Voorzichtig: risico op elektrische schokken
Voorzichtig: risico op gevaarlijke situaties (zie opmerking.)
Gelijkstroom
Wisselstroom
Aan (voeding)
Apparatuur volledig beschermt door DUBBELE ISOLATIE of VERSTERKTE ISOLATIE
Stand-by
Apparatuur mag niet worden afgevoerd via het normale afvalsysteem

WAARSCHUWING: De voltages in deze apparatuur zijn levensgevaarlijk. Bevat geen onderdelen die de gebruiker zelf kan repareren. Laat onderhoud altijd uitvoeren door bevoegd servicepersoneel. De veiligheidscertificeringen zijn niet meer geldig indien de fabrieksinstelling van de werkspanning wordt gewijzigd.

WAARSCHUWING: Explosiegevaar indien batterij door verkeerd exemplaar wordt vervangen. Alleen gebruiken met AA-batterijen.

Opmerking: Gebruik dit apparaat alleen met de bijgeleverde voeding of een door Shure goedgekeurd equivalent.

WAARSCHUWING

  • Batterijpakketten kunnen exploderen of giftige stoffen afgeven. Gevaar voor brand of verbranding. Niet openen, indeuken, wijzigen, demonteren, tot boven 60 °C verwarmen of verbranden.
  • Volg de instructies van de fabrikant op.
  • Gebruik uitsluitend een Shure-lader om oplaadbare Shure-batterijen op te laden.
  • WAARSCHUWING: Explosiegevaar indien batterij door verkeerd exemplaar wordt vervangen. Uitsluitend vervangen met hetzelfde type of een gelijkwaardig type.
  • Stop nooit een batterij in uw mond. Neem bij doorslikken contact op met een arts of de plaatselijke eerste hulp.
  • Niet kortsluiten; dit kan brandwonden of brand opleveren.
  • Geen batterijpakketten opladen of gebruiken met andere dan oplaadbare Shure-batterijen.
  • Voer batterijpakketten op juiste wijze af. Raadpleeg de plaatselijke verkoper voor de juiste afvoermethode voor gebruikte batterijpakketten.
  • Batterijen (batterijpakketten of geplaatste batterijen) mogen niet worden blootgesteld aan grote hitte, zoals direct zonlicht, vuur etc.
  • Dompel de batterij niet onder in vloeistof zoals water, drank of andere vloeistoffen.
  • Bevestig of plaats de batterij niet met omgekeerde polariteit.
  • Houd uit de buurt van kleine kinderen.
  • Gebruik geen afwijkende batterijen.
  • Verpak de batterij veilig voor het transport.

Belangrijke productinformatie

LICENTIE-INFORMATIE

Licenties: Een vergunning om deze apparatuur te gebruiken kan in bepaalde streken nodig zijn. Raadpleeg de autoriteiten in uw land voor mogelijke vereisten. Wijzigingen of aanpassingen die niet expliciet zijn goedgekeurd door Shure Incorporated, kunnen uw bevoegdheid om de apparatuur te gebruiken tenietdoen. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker een vergunning aan te vragen voor de Shure draadloze microfoon, en het verkrijgen van de vergunning hangt af van de classificatie van de gebruiker en de toepassing, en van de geselecteerde frequentie. In Nederland is in de band 470 tot 790 Mhz geen vergunning nodig. Shure raadt de gebruiker dringend aan contact op te nemen met de desbetreffende telecommunicatie-autoriteit betreffende de juiste vergunning en alvorens frequenties te kiezen en te bestellen.

Information to the user

This device complies with part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions:

  1. This device may not cause harmful interference.
  2. This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.

Note: This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:

  • Reorient or relocate the receiving antenna.
  • Increase the separation between the equipment and the receiver.
  • Connect the equipment to an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
  • Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.

Opmerking: EMC-conformiteitstesten worden gebaseerd op het gebruik van meegeleverde en aanbevolen kabeltypen. Bij gebruik van andere kabeltypen kunnen de EMC-prestaties worden aangetast.

Houd u aan de plaatselijke regels voor recycling van batterijen, verpakkingsmateriaal en elektronisch afval.

Waarschuwing voor draadloze toepassingen in Australië

Dit apparaat valt onder een licentie voor de ACMA-klasse en dient te voldoen aan alle voorwaarden van die licentie, evenals de werkfrequenties. Dit apparaat zal al vóór 31 december 2014 moeten voldoen als het wordt gebruikt in de frequentieband van 520-820 MHz. WAARSCHUWING: Dit apparaat mag na 31 december 2014 om te voldoen niet meer worden gebruikt in de frequentieband van 694-820 MHz.

Voorzichtig: Vermijd het gebruik van mobiele telefoons en mobiele breedbandapparatuur in de buurt van uw draadloze systeem om de mogelijkheid van interferentie te voorkomen.

Certificering

This device contains licence-exempt transmitter(s)/receiver(s) that comply with Innovation, Science and Economic Development Canada’s licence-exempt RSS(s). Operation is subject to the following two conditions:

  1. This device may not cause interference.
  2. This device must accept any interference, including interference that may cause undesired operation of the device.

低功率射頻器材技術規範

取得審驗證明之低功率射頻器材,非經核准,公司、商號或使用者均不得擅

自變更頻率、加大功率或變更原設計之特性及功能。低功率射頻器材之使用

不得影響飛航安全及干擾合法通信;經發現有干擾現象時,應立即停用,並

改善至無干擾時方得繼續使用。前述合法通信,指依電信管理法規定作業之

無線電通信。低功率射頻器材須忍受合法通信或工業、科學及醫療用電波輻

射性電機設備之干擾。

QLXD1, QLXD2, QLXD4

Voldoet aan de essentiële vereisten van de volgende Europese Richtlijnen:

  • WEEE-richtlijn 2012/19/EU zoals gewijzigd door 2008/34/EG
  • RoHS-richtlijn EU 2015/863

    Opmerking: houd u aan de plaatselijke richtlijnen voor recycling van elektronisch afval

CE Verklaring: Shure Incorporated verklaart hierbij dat voor dit product met CE-markering is vastgesteld dat deze voldoet aan de vereisten van de Europese Unie. De volledige tekst van de EU-verklaring van conformiteit is beschikbaar op de volgende website: https://www.shure.com/en-EU/support/declarations-of-conformity.

Erkende Europese vertegenwoordiger:

Shure Europe GmbH

Afdeling: Wereldwijde conformiteit

Jakob-Dieffenbacher-Str. 12

75031 Eppingen, Duitsland

Telefoon: +49-7262-92 49 0

Fax: +49-7262-92 49 11 4

E-mail: EMEAsupport@shure.de

Compliantielabel Industry Canada ICES-003: CAN ICES-3 (B)/NMB-3(B)

QLXD1, QLXD2

Gecertificeerd onder FCC-deel 74.

Gecertificeerd door ISED in Canada onder RSS-102 en RSS-210.

IC: 616A-QLXD1G50, 616A-QLXD1H50, 616A-QLXD1J50, 616A-QLXD1L50, 616A-QLXD2G50, 616A-QLXD2H50, 616A-QLXD2J50, 616A-QLXD2L50.

FCC: DD4QLXD1G50, DD4QLXD1H50, DD4QLXD1J50, DD4QLXD1L50, DD4QLXD2G50, DD4QLXD2H50, DD4QLXD2J50, DD4QLXD2L50.

IC: 616A-QLXD1X52 /616A-QLXD2X52

FCC: DD4QLXD1X52, DD4QLXD2X52

IC: 616A-QLXD1V50, 616A-QLXD2V50

FCC: DD4QLXD1V50, DD4QLXD2V50

Opmerking: Voor zenders die op V50- en V51-banden werken: nominale antenneversterking bij vrije ruimte in het midden van de band is doorgaans –6 dBi verzwakt met nogmaals –4 dB bij de grenzen van de band.

QLXD4

Goedgekeurd volgens de bepaling over conformiteitsverklaring (DoC) van FCC Deel 15.

Is conform aan elektrische veiligheidseisen gebaseerd op IEC 60065.