Shure ULX-D™ Digital Wireless biedt compromisloze 24-bits geluidskwaliteit en RF-prestaties, met intelligente, voor versleuteling geschikte apparatuur, flexibele ontvangeropties en geavanceerde oplaadopties voor professionele geluidsversterking.
Shure's digitale verwerking, een doorbraak in draadloze audiokwaliteit, zorgt dat ULX-D de allerzuiverste weergave van bronmateriaal kan geven die mogelijk is met een draadloos systeem, waarbij uit een breed scala aan vertrouwde Shure-microfoons kan worden gekozen. Door het grotere frequentiebereik van 20 Hz – 20 kHz en de volkomen vlakke karakteristiek wordt elk detail vastgelegd met helderheid, presentie en een ongelooflijk nauwkeurige lagetonen- en sprongkarakteristiek. Met meer dan 120 dB heeft de ULX-D een breed dynamisch bereik voor uitstekende signaal/ruisprestaties. De ULX-D is geoptimaliseerd voor elke ingangsbron en elimineert de behoefte aan gain-bijstelling van de zender.
De ULX-D stelt een geheel nieuwe norm voor spectrale efficiëntie en signaalstabiliteit. De intermodulatie van de ULX-D betekent een buitengewone vooruitgang in draadloze prestaties waardoor het aantal gelijktijdig actieve zenders op één TV-kanaal drastisch toeneemt. Een zeer betrouwbaar RF-signaal zonder audio-artefacten wordt verkregen over het volledige bereik. Voor toepassingen waarbij beveiligde draadloze transmissie is vereist, biedt de ULX-D de Advanced Encryption Standard (AES) 256-bits signaalversleuteling die totale privacy waarborgt.
Voor schaalbaarheid en modulaire flexibiliteit zijn de ULX-D-ontvangers verkrijgbaar in een-, twee- en vierkanaals uitvoeringen. De dual- en quad-ontvangers bieden voordelen als RF-cascade, ingebouwde voeding, frequency diversity voor bodypacks, samenvoeging van geluidsuitgangskanalen en digitale netwerkmogelijkheden met Dante™ voor meerkanaals geluid via ethernet. Alle ontvangers bieden een high-densitymodus voor toepassingen die veel kanalen vereisen, zodat het aantal gelijktijdig gebruikte kanalen via één frequentieband enorm kan toenemen.
Geavanceerde oplaadbare lithium-ion zenderbatterijen hebben een langere levensduur dan alkalinebatterijen. De levensduur van de batterij wordt tot op 15 minuten nauwkeurig gemeten in uren en minuten, en de conditie van de batterij wordt gedetailleerd bijgehouden.
De ULX-D loopt generaties voor op ieder ander verkrijgbaar systeem in zijn klasse en brengt de prestaties van professionele geluidsversterking op een nieuw niveau.
De ULXD4-ontvanger is verkrijgbaar als twee- en vierkanaals model. Beide modellen hebben dezelfde voorzieningen en functionaliteit, maar er is verschil in het aantal beschikbare kanalen en het aantal audio-uitgangen.
De beschrijvingen en procedures in deze handleiding zijn van toepassing op zowel de twee- als de vierkanaals ontvanger.
ULXD4D Dual-ontvanger
Ondersteunt 2 kanalen draadloze audio.
ULXD4Q Quad-ontvanger
Ondersteunt 4 kanalen draadloze audio.
① Infrarood (IR) Sync-venster
Verzendt IR-signaal naar de zender voor synchronisatie.
② Netwerkpictogram
Licht op wanneer de ontvanger is aangesloten op andere apparaten van Shure in het netwerk. Het IP-adres moet geldig zijn om netwerkbeheer mogelijk te maken.
③ Versleutelingspictogram
Licht op wanneer AES-256-versleuteling wordt geactiveerd.
④ LCD-paneel
Geeft instellingen en parameters weer.
⑤ Scan-knop
Druk hierop om het beste kanaal of de beste groep te zoeken.
⑥ Menunavigatieknoppen
Gebruik deze om parametermenus te selecteren en erdoor te navigeren.
⑦ Bedieningsknop
⑧ Kanaalselectieknop
Druk hierop om een kanaal te selecteren.
⑨ Sync-knop
Druk op de knop sync wanneer de IR-vensters van de ontvanger en de zender zijn uitgelijnd om de instellingen van de ontvanger over te dragen naar de zender.
⑩ LED’s RF-diversiteit
Geven antennestatus aan:
Opmerking: de ontvanger geeft alleen een audiosignaal als één blauwe LED oplicht.
⑪ LED’s RF-signaalsterkte
Geven de sterkte van het RF-signaal van de zender aan:
⑫ Audio-LED’s
Geven het gemiddelde niveau en piekniveau van de audio aan:
LED | Niveau audiosignaal | Beschrijving |
---|---|---|
Rood (6) | –0,1 dBFS | Overbelasting/begrenzer |
Geel (5) | –6 dBFS | Normale pieken |
Geel (4) | –12 dBFS | |
Groen (3) | –20 dBFS | Signaal aanwezig |
Groen (2) | –30 dBFS | |
Groen (1) | –40 dBFS |
Opmerking: In de modus Frequentiediversiteit geeft gelijktijdig knipperen van de rode en gele audio-LED’s aan dat diversiteitsaudio naar dit kanaal wordt geleid.
⑬ Gain-knoppen
Druk op de gain-knoppen ▲▼ aan de voorkant van de ontvanger om de versterking in stappen aan te passen van –18 tot +42 dB.
⑭ Aan/uit-schakelaar
Hiermee wordt het apparaat in- of uitgeschakeld.
① Netvoedingsingang
IEC-connector 100-240 V AC.
② Ingangsconnector RF-antenne diversiteit (2)
Voor antenne A en antenne B.
③ RF-cascadeconnector (2)
Geeft het RF-signaal van antenne A en antenne B door aan één extra ontvanger.
④ Microfoon/lijn-schakelaar (één per kanaal)
Zet een 30 dB-pad in de stand mic.
⑤ Gebalanceerde XLR audio-uitgang (één per kanaal)
Aansluiting op een microfoon- of lijnniveau-ingang.
⑥ LED netwerkstatus (groen)
Eén per netwerkpoort.
⑦ Secundaire poort ethernet/Dante-netwerk
Maak verbinding met een ethernetnetwerk om apparaatbediening op afstand via Wireless Workbench-software mogelijk te maken. Brengt tevens digitale Dante-audio- en -besturingssignalen over voor audiodistributie, controle en opname – zie het onderwerp Dante-netwerk.
⑧ LED netwerksnelheid (oranje)
Eén per netwerkpoort.
⑨ Primaire poort ethernet/Dante-netwerk
Maak verbinding met een ethernetnetwerk om apparaatbediening op afstand via Wireless Workbench mogelijk te maken. Brengt tevens digitale Dante-audio- en -besturingssignalen over voor audiodistributie, controle en opname – zie het onderwerp Dante-netwerk.
In het beginscherm wordt de volgende informatie over ieder ontvangerkanaal weergegeven:
Druk op de knop SEL om naar een menuscherm voor een kanaal te gaan.
① Voedings-LED
② Aan/uit-schakelaar
Hiermee wordt het apparaat in- of uitgeschakeld.
③ SMA-connector
Aansluitpunt voor RF-antenne.
④ LCD-display:
Weergave van menuschermen en instellingen. Druk op een willekeurige bedieningsknop om de achtergrondverlichting te activeren.
⑤ Infrarood (IR-)poort
Uitlijnen met de IR-poort van de ontvanger tijdens IR-synchronisatie om de zender automatisch te programmeren.
⑥ Menunavigatieknoppen
Gebruik deze om door parametermenu’s te navigeren en waarden te wijzigen.
afsluiten | Werkt als een knop ‘vorige’, waarmee u terugkeert naar vorige menu’s of parameters, zonder een waardewijziging te bevestigen |
enter | Opent de menuschermen en bevestigt parameterwijzigingen |
▼▲ | Gebruiken om door menuschermen te scrollen en parameterwaarden te wijzigen |
⑦ Batterijcompartiment
Geschikt voor de oplaadbare Shure-batterij of 2 AA-batterijen.
⑧ AA-batterijadapter
⑨ Bodypack-antenne
Voor RF-signaaloverdracht.
⑩ Geïntegreerde antenne
Voor RF-signaaloverdracht.
⑪ Microfoonkop
Zie Optionele accessoires voor een lijst met compatibele koppen.
⑫ TA4M-/LEMO-ingangsconnector
Aangesloten op microfoon- of instrumentkabel.
Draai antennes met de hand aan tot ze vastzitten. Gebruik geen gereedschap.
① Aan/uit-knop
Indrukken om in te schakelen, indrukken en vasthouden om uit te schakelen.
② Dempen/actief-knop
Er zijn vier instellingen beschikbaar voor de dempen/actief-knop:
③ Demping-led
Geeft aan of de microfoon actief of gedempt is. De volgende instellingen zijn beschikbaar:
Actief | Gedempt |
---|---|
Groen* | Rood* |
Rood | Uit |
Rood | Rood knipperend |
*Zwanenhalsmicrofoons uit de MX400R-serie (rode led) beschikken niet over de instelling.
④ Led batterijniveau laag
⑤ Infrarood (IR-)poort
Uitlijnen met IR-poort van de ontvanger om instellingen naar de zender te sturen.
⑥ Laadconnector
Maakt verbinding met netwerklader en USB-voeding.
⑦ Zwanenhalsmicrofoon
ULXD8-voet is geschikt voor microfoons van 5", 10", en 15" uit de Microflex-serie, verkrijgbaar in enkel of dualflex en met tweekleurige of alleen rode leds.
Gebruik deze functie om een zender in te schakelen zonder dat deze het RF-spectrum verstoort.
Houd exit tijdens het inschakelen ingedrukt tot RF MUTED op het display wordt weergegeven. Om het geluid weer in te schakelen, start u de zender opnieuw op.
MIC.OFFSET compenseert voor verschillen in signaalniveaus tussen zenders die hetzelfde ontvangerkanaal delen.
Stel de offset-gain op een zender met een laag signaalniveau bij zodat deze overeenkomt met een luidere zender:
Let op: Voor normale gain-afstellingen gebruikt u de gain-knoppen op de ontvanger.
De modus Mute stelt de aan-uitschakelaar van de zender zodanig in dat deze een schakelaar wordt om het geluid te dempen. Met behulp van de schakelaar kan het geluid eenvoudig worden ingeschakeld of gedempt door presentatoren, scheidsrechters of iedereen die regelmatig moet spreken. Wanneer het geluid is gedempt, blijft het RF-signaal van de zender te allen tijde aan en klaar voor gebruik.
Let op: De modus Mute kan als optie IR PRESET worden geselecteerd.
Een zender instellen op de modus Mute:
Tip: De LED van de zender wordt rood wanneer het geluid is gedempt en groen wanneer het geluid is ingeschakeld. Het display van de zender geeft AUDIO MUTED weer en het display van de ontvanger geeft Tx Muted weer.
Let op: De modus Mute moet op OFF worden ingesteld om met de voedingsschakelaar de zender te kunnen uitschakelen.
Gebruik de functie LOCK om onbedoelde of onbevoegde wijzigingen in de apparatuur te voorkomen.
Menupad:
Selecteer en vergrendel een van de volgende ontvangerfuncties met de bedieningsknop.
Tip: om te ontgrendelen, drukt u op EXIT, draait u aan de bedieningsknop om UNLOCKED te selecteren en drukt u op ENTER om op te slaan.
Menupad:
Selecteer en vergrendel een van de volgende zenderfuncties met de knoppen van de zender.
Snelle vergrendeling: als u de zender wilt inschakelen terwijl de aan-uitknop en de navigatieknoppen van het menu zijn vergrendeld, houdt u de knop ▲ ingedrukt tijdens het inschakelen totdat het bericht locked wordt weergegeven.
Tip: als u het MENU LOCK wilt ontgrendelen, drukt u 4 keer op de knop ENTER om de volgende schermen te doorlopen:
Om de POWER LOCK te ontgrendelen, zet u de aan/uit-schakelaar in de stand off en houdt u de knop ▲ ingedrukt terwijl u de aan/uit-schakelaar in de stand on zet.
Het menu START INFO biedt opties voor het veranderen van de informatie die op het beginscherm van de ontvanger wordt weergegeven:
Gebruik de bedieningsknop om een van de volgende schermen te selecteren.
Weergave 1 beginscherm ontvanger
Weergave 2 beginscherm ontvanger
Weergave 3 beginscherm ontvanger
Beginscherm: Druk op de pijlen ▲▼ van het beginmenu om een van de volgende schermen weer te geven:
Weergave 1 beginscherm zender
Weergave 2 beginscherm zender
Weergave 3 beginscherm zender
① Informatie over de ontvanger
Gebruik
om de weergave van het beginscherm te wijzigen.② Versterkingsinstelling
–18 tot +42 dB, of demping.
③ Mic. -offset-indicator
Geeft aan dat offset-versterking wordt toegevoegd aan de zender.
④ Zenderinstellingen
De volgende informatie wordt achtereenvolgens weergegeven wanneer een zender op de frequentie van de ontvanger is afgestemd:
⑤ Indicator batterijgebruiksduur
Oplaadbare Shure-batterij: de gebruiksduur wordt aangegeven in resterende minuten.
AA-batterijen: de gebruiksduur wordt weergegeven door een indicator van 5 streepjes.
⑥ TV-kanaal
Geeft het TV-kanaal weer dat de afgestemde frequentie bevat.
⑦ Pictogram van hoge-dichtheidsmodus
Wordt weergegeven wanneer de hoge-dichtheidsmodus is ingeschakeld.
Zenderstatus
De volgende tekst of pictogrammen rapporteren de zenderstatus aan het scherm van de ontvanger:
Schermpictogram | Zenderstatus |
---|---|
![]() |
Bodypack-ingang is 12 dB verzwakt |
![]() |
Offset-versterking is aan de zender toegevoegd |
Lo | RF-vermogensniveau van 1 mW |
Nm | RF-vermogensniveau van 10 mW |
Hi | RF-vermogensniveau van 20 mW |
M | Menu is vergrendeld |
P | Voeding is vergrendeld |
Tx gedempt | Wordt weergegeven wanneer het zendergeluid wordt uitgeschakeld met behulp van de functie MODUS DEMPEN |
-Geen Tx- | Geen RF-verbinding tussen een ontvanger en zender of zender UIT |
① Informatie over de zender
Blader met ▲▼ in het beginscherm om het display te veranderen
② Indicator voedingsvergrendeling
Geeft aan dat de aan/uit-schakelaar is uitgeschakeld
③ Indicator zendergeluid gedempt
Wordt weergegeven wanneer het zendergeluid wordt uitgeschakeld met behulp van de functie MODUS DEMPEN.
④ Indicator batterijgebruiksduur
⑤ Indicator menuvergrendeling
Geeft aan dat de navigatieknoppen voor het menu zijn uitgeschakeld
⑥ Mic. -offset
Geeft de offset-versterkingswaarde van de microfoon weer
⑦ RF-vermogen
Geeft RF-vermogensinstelling weer
⑧ Bodypack-ingangspad
Het ingangssignaal wordt verzwakt met 12 dB
⑨ Versleutelingspictogram
Geeft aan dat de versleuteling op de ontvanger is ingeschakeld en via synchroniseren naar de zender is overgebracht
Pas de instellingen voor BRIGHTNESS en CONTRAST aan om de zichtbaarheid in een slecht verlichte omgeving te verbeteren.
Selecteer voor het bewerken van de naam van een ontvangerkanaal EDIT NAME in het menu.
Opmerking: De kanaalnaam wordt naar een zender overgebracht tijdens een synchronisatie.
Geeft Groep, Kanaal, Frequentie en TV-informatie weer. Gebruik de bedieningsknop om waarden te bewerken
G:
Groep voor de geselecteerde frequentie
KAN:
Kanaal voor de geselecteerde frequentie
FREQUENTIE
Geselecteerde frequentie (MHz)
TV:
Geeft het TV-kanaal weer voor de geselecteerde frequentie
VERSTERKING
Gebruik de bedieningsknop of versterkingsknoppen om de kanaalversterking in te stellen van –18 tot 42 dB, in stappen van 1 dB.
DEMPEN
Hiermee wordt de audio-uitgang van de zender gedempt.
Gebruik de bedieningsknop om de naam van het geselecteerde ontvangerkanaal toe te wijzen en te bewerken.
BP PAD
Hiermee worden afzwakkingsopties van het audio-ingangsniveau ingesteld: BEHOUDEN, 0, –12.
VERGRENDELEN
Hiermee worden de vergrendelingsopties ingesteld: BEHOUDEN, Voeding, Menu, Alle, Geen
RF-VERMOGEN
Hiermee wordt het RF-vermogensniveau van de zender ingesteld: BEHOUDEN, 10mW=Nm, 1mW=Lo (laag), 20mW=Hi (hoog).
BATT
Hiermee wordt het batterijtype van de zender ingesteld om nauwkeurige meting te waarborgen: BEHOUDEN, Alkaline, NiMH, Lithium
BP OFFSET
Verstelbare versterking om te compenseren voor verschillen in signaalniveau tussen zenders: BEHOUDEN, 0 tot 21 dB in stappen van 3 dB
HH OFFSET
Verstelbare versterking om te compenseren voor verschillen in signaalniveau tussen zenders: BEHOUDEN, 0 tot 21 dB in stappen van 3 dB
MODUS DEMPEN
Hiermee wordt de voedingsschakelaar van de zender geconfigureerd als geluidsdempingsschakelaar.
Aang. Groep
Hiermee kunt u aangepaste groepen maken van maximaal 6 frequenties en deze exporteren naar ontvangers op het netwerk
HIGH PASS
Verlaagt frequenties onder 150 Hz met 12 dB per octaaf: KEEP, OFF, ON
RF POWER
Hiermee wordt het RF-vermogensniveau van de zender ingesteld: KEEP, 10mW=Nm, 1mW=Lo, 20mW=Hi
BATTERY
Hiermee wordt het batterijtype van de zender ingesteld om nauwkeurige meting te waarborgen: KEEP, Alkaline, NiMH, Lithium
BN OFFSET
Verstelbare versterking om te compenseren voor verschillen in signaalniveau tussen zenders: KEEP0 tot 21 dB in stappen van 3 dB
GN OFFSET
Verstelbare versterking om te compenseren voor verschillen in signaalniveau tussen zenders: KEEP0 tot 21 dB in stappen van 3 dB
POWER LOCK
Vergrendelt de aan/uit-knop van de zender: KEEP, OFF, ON
Cust. Group
Hiermee kunt u aangepaste groepen maken van maximaal 6 frequenties en deze exporteren naar ontvangers op het netwerk
INITIAL STATE FROM CHARGER
Selecteer de status van de zender nadat deze van de lader verwijderd is: KEEP, Active, Muted, OFF
MUTE BUTTON BEHAVIOR
Stelt het gedrag van de dempingsknop in: KEEP, Toggle, Push-to-Talk, Push-to-Mute, Disabled
BN MUTE LED ACTIVE/MUTE
Stelt de kleuren van de dempings-LED in voor actieve en gedempte staat: KEEP, Green/Red, Red/OFF, Red/Flash-Red, OFF/OFF
GN MUTE LED ACTIVE/MUTE
Stelt de kleuren van de dempings-LED in voor actieve en gedempte staat: KEEP, Green/Red, Red/OFF, Red/Flash-Red, OFF/OFF
MUTE LED LIGHT BRIGHTNESS
Stelt de helderheid van de dempings-LED in: KEEP, Normal, Low
CONDITIE
Percentage van laadcapaciteit in vergelijking met een nieuwe batterij
LADEN
Percentage van laadcapaciteit
CYCLI
Aantal door de batterij geregistreerde laadcycli
TEMP
Batterijtemperatuur: °C/°F
DIVERSITEIT FREQ
AUDIO SAMENVOEGEN
VERSLEUTELING
Versleuteling instellen: AAN/UIT
Opmerking: Op sommige eenheden is het niet mogelijk versleuteling uit te schakelen.
GEAVANCEERDE RF
VERGRENDELEN
START INFO
Schermopties selecteren voor het beginscherm.
DISPLAY
NETWERK
Opmerking: aanvullende informatie is toegankelijk via de geselecteerde netwerkoptie.
TX FW UPDATE
IR DOWNLOAD, Tx-firmwareversie
SYSTEEM RESETTEN
VERSIE
DANTE VERSIES
Gebruik het ontvangermenu IR PRESETS om snel de zenderinstellingen te configureren vanuit het scherm van de ontvanger. Wanneer er een synchronisatie wordt uitgevoerd tussen ontvanger en zender configureren de IR PRESETS de zender automatisch. Elke parameter heeft de standaardwaarde KEEP waardoor die instelling bij synchronisatie ongewijzigd blijft.
Functie | Instelling |
---|---|
BP PAD | +0 dB, -12 dB |
LOCK | Power, Menu, All, None |
RF POWER | 10mW=Nm (normaal), 1mW=Lo (laag), 20mW=Hi (hoog) |
BATT | Alkaline, NiMH, Lithium |
BP OFFSET | 0 dB tot +21 dB (in stappen van 3 dB) |
HH OFFSET | 0 dB tot +21 dB (in stappen van 3 dB) |
MUTE MODE | OFF, ON |
Cust. Group | OFF, ON |
Opmerking: Wanneer Cust. Groups op Aan is ingesteld, kan het tot 30 seconden duren om een IR-synchronisatie te voltooien.
Met systeemvoorinstellingen kan een huidige ontvangerinstelling worden opgeslagen en hersteld. In voorinstellingen worden alle ontvangerinstellingen opgeslagen voor snelle configuratie van een ontvanger of eenvoudig wisselen tussen diverse instellingen. Er kunnen maximaal vier voorinstellingen worden opgeslagen in het ontvangergeheugen.
Om de huidige ontvangerinstelling op te slaan als nieuwe voorinstelling:
Gebruik de bedieningsknop om een naam toe te wijzen aan de voorinstelling en druk op Enter om deze op te slaan.
Om een opgeslagen voorinstelling op te roepen:
Gebruik de bedieningsknop om de naam van de voorinstelling te selecteren en druk dan op Enter.
De zender werkt op twee AA-batterijen of een oplaadbare Shure SB900-batterij. Gebruik de meegeleverde AA-batterijadapter als u andere batterijen gebruikt dan de oplaadbare Shure-batterij.
Bodypack: verwijder de adapter als u de oplaadbare Shure-batterij gebruikt
Handheld: draai de adapter en plaats deze in de batterijklep wanneer u de oplaadbare Shure-batterij gebruikt
Een pictogram met 5 segmenten op de menuschermen van de ontvanger en de zender geeft de gebruiksduur van de batterij aan.
Om de gebruiksduur van de batterij nauwkeurig te kunnen bijhouden, stelt u de zender in op het betreffende batterijtype:
.De tabellen tonen de resterende uren en minuten (u:mm) bij benadering.
Batterij-indicator | UHF/VHF | ISM/1.x | ||
---|---|---|---|---|
1/10 mW | 20 mW | 1/10 mW | 20 mW | |
![]() |
9:00 tot 6:30 | 05:45 tot 04:15 | 07:30 tot 05:30 | 05:30 tot 04:00 |
![]() |
06:30 tot 04:00 | 04:15 tot 03:00 | 05:30 tot 03:30 | 04:00 tot 02:45 |
![]() |
04:00 tot 01:45 | 03:00 tot 01:30 | 03:30 tot 01:45 | 02:45 tot 01:30 |
![]() |
01:45 tot 00:45 | 01:30 tot 00:30 | 01:45 tot 00:45 | 01:30 tot 00:30 |
![]() |
< 0:45 | < 00:30 | < 0:45 | < 00:30 |
![]() |
Vervangen | Vervangen | Vervangen | Vervangen |
Als u een oplaadbare batterij gebruikt, wordt op de beginschermen van de ontvanger en de zender het resterende aantal uren en minuten weergegeven.
Gedetailleerde informatie over de oplaadbare batterij wordt weergegeven in het menu BATTERIJ INFO en het menu van de zender:
CONDITIE: Geeft de batterijcapaciteit weer als percentage van de laadcapaciteit van een nieuwe batterij.
LADING: Percentage van een volledige lading
CYCLI: Aantal keren dat de batterij is opgeladen
TEMP: Batterijtemperatuur in Celsius en Fahrenheit
Opmerking: Verdere informatie over oplaadbare batterijen vindt u op www.shure.com.
De juiste zorg voor en opslag van Shure-batterijen leidt tot betrouwbare prestaties en garandeert een lange levensduur.
Plaats de meegeleverde batterijcontactafdekking (65A15947) op de handheld zender om lichtweerkaatsing bij uitzendingen en optredens te voorkomen.
Opmerking: Verwijder de afdekking alvorens de zender in de batterijlader te plaatsen.
Met de versterkingsregelaar op de ontvanger wordt het audiosignaalniveau voor het volledige systeem ingesteld. Wijzigingen aan de versterkingsinstellingen worden in realtime doorgevoerd zodat tijdens live-uitvoeringen afregeling mogelijk is. Controleer de audiometerniveaus wanneer u de versterkingsfactor afregelt om zo signaaloversturing te voorkomen.
De versterkingsfactor kan worden afgeregeld m.b.v. de knoppen gain ▲▼ of door het menu AUDIO te openen en de bedieningsknop te gebruiken.
Tip: Om de versterkingsfactor snel af te regelen, houdt u een knop 'gain' ingedrukt om versneld scrollen in te schakelen.
De audiometer gebruikt gele, groene en rode LED's om het audiosignaalniveau aan te geven. Pieken in de audio laten de LED's 2 seconden oplichten terwijl het RMS-signaal in realtime wordt weergegeven.
Regel de versterkingsfactor van de ontvanger zo af dat de gemiddelde LED-signaalniveaus continu groen en geel oplichten, en dat alleen bij de hoogste pieken de rode overbelastings-LED gaat knipperen.
Tip: Als een zanger een bodypack-zender overbelast, probeer dan de versterkingsfactor van de ontvanger te verminderen. Als er nog meer verzwakking nodig is, stel dan via het menu van de zender het INPUT PAD af op -12dB.
Opmerking: Het oplichten van de rode OL (overbelastings-)LED geeft aan dat de interne begrenzer is ingeschakeld om digitaal oversturen te voorkomen.
De audiouitgang van elk ontvangerkanaal kan onafhankelijk worden gedempt zodat er geen geluid wordt doorgegeven. De status Mute wordt aangegeven door het bericht Rx MUTED dat verschijnt op het display van de ontvanger in plaats van de versterkingswaarde.
Opmerking: De versterkingsfactor van de ontvanger wordt voor gedempte kanalen uitgeschakeld om onverwachte veranderingen in geluidsniveaus te voorkomen.
Dempen van uitgang van ontvangerkanaal:
Doorgeven van uitgangssignaal van ontvanger:
Druk tegelijkertijd op de knoppen ▲▼ of selecteer OFF in de menuoptie MUTE.
Tip: Geluidsdemping kan op afstand worden ingeschakeld vanaf de Wireless Workbench of vanaf een externe controller.
Belangrijk! Door het uit- en weer inschakelen van de voeding wordt de ontvanger gereset en het audiouitgangssignaal doorgegeven.
De volgende waarschuwing wordt op het LCD-paneel van de ontvanger weergegeven als de zenderingang wordt overstuurd:
Om dit te corrigeren, selecteert u INPUT PAD in het hoofdmenu en verzwakt u het ingangssignaal met 12 dB. Als de waarschuwing aanhoudt, verlaagt u het niveau van het ingangssignaal.
Door audio samen te voegen, kunnen de twee- en vierkanaalsontvangers respectievelijk als twee- en vierkanaalsmixer functioneren. Samengevoegde audio is beschikbaar op alle uitgangen (Dante en XLR). Als u bijvoorbeeld 1 + 2 selecteert (zie diagram), leveren de uitgangen van de kanalen 1 en 2 het samengevoegde geluid van de twee kanalen.
Voor Audio samenvoegen zijn de volgende opties beschikbaar:
Om een modus Audio samenvoegen te selecteren:
Let op: Als u OFF kiest, wordt Audio samenvoegen uitgeschakeld.
Gebruik de gain-regelingen voor elk kanaal om de algemene mengbalans af te stellen. De LED's op het voorpaneel geven het geluidsniveau voor elk kanaal aan. Als er sprake is van overbelasting, gaan de rode LED's branden om aan te geven dat de interne begrenzer actief is en geeft het display een overbelastingsmelding weer. Om dit te corrigeren, past u de totale gain-balans aan.
De volgende tabel beschrijft de gebruikelijke totale gain van het systeem, van de audio-ingang tot de ontvangeruitgangen:
Uitgangscontactbus | Systeemgain (gainregeling = 0 dB) |
---|---|
XLR (lijninstelling) | +24 dB |
XLR (microfooninstelling) | -6 dB* |
*Deze instelling komt overeen met het audiosignaalniveau van een SM58 met een gebruikelijke bedrading.
Pas deze procedure toe om een ontvanger en een zender op het beste open kanaal in te stellen.
Belangrijk! Voordat u begint doet u het volgende:
Schakel alle zenders uit om te voorkomen dat ze de frequentiescan verstoren.
Schakel apparaten in die tijdens de show storing kunnen veroorzaken, zodat de scan deze kan detecteren en vermijden. Bijvoorbeeld:
Let op: Wanneer deze procedure is uitgevoerd, wordt SYNC SUCCESS! Weergegeven. De zender en ontvanger zijn nu afgestemd op dezelfde frequentie.
Systemen instellen met ontvangers op een netwerk is de snelste en meest eenvoudige manier om het beste open kanaal aan elk systeem toe te kennen. Raadpleeg ULX-D-ontvangers op een netwerk aansluiten voor meer informatie.
Opmerking: Op een netwerk aangesloten ontvangers moeten allemaal van dezelfde frequentieband zijn.
Belangrijk! Laat de zender ingeschakeld en herhaal deze stap voor elk aanvullend systeem.
Belangrijk! Laat alle zenders ingeschakeld en volg de onderstaande stappen om aanvullende ontvangerkanalen in te stellen:
Om handmatig een groep, kanaal of frequentie af te stellen:
Raadpleeg de volgende tabel voor het instellen van het RF-vermogen:
RF-vermogensinstelling | Systeembereik | Toepassing |
---|---|---|
1 mW | 33 m (100 ft) | Voor verhoogd hergebruik van het kanaal op korte afstanden |
10 mW | 100 m (330 ft) | Standaardopstellingen |
20 mW | >100 m (330 ft) | Voor moeilijke RF-omgevingen of toepassingen met lange afstanden |
Opmerking: Als de instelling van 20 mW wordt gebruikt, wordt de levensduur van de zenderbatterij verkort en vermindert het aantal compatibele systemen.
Storingsdetectie controleert de RF-omgeving op potentiële bronnen van interferentie die audio-uitval kunnen veroorzaken.
Wanneer storing wordt vastgesteld, lichten de RF-LED's rood op en wordt de volgende waarschuwing weergegeven op het LCD-paneel van de ontvanger.
Als de waarschuwing aanhoudt of de audio regelmatig uitvalt, voer dan een scan uit en synchroniseer bij de eerste gelegenheid om een geschikte frequentie te vinden.
Met de high-densitymodus wordt extra bandbreedte gecreëerd voor meer kanalen in drukke RF-omgevingen. De frequentie-efficiëntie wordt geoptimaliseerd door gebruik van 1 mW RF-zendvermogen en versmalling van de modulatiebandbreedte, zodat de kanaalafstand wordt verkleind van 350 kHz tot 125 kHz. Zenders kunnen op naastgelegen kanalen worden geplaatst met verwaarloosbare intermodulatievervorming (IMD).
De high-densitymodus is ideaal voor toepassingen waarbij vele kanalen zijn vereist in een beperkt gebied, de zendafstanden kort zijn en het aantal beschikbare frequenties beperkt is. In de high-densitymodus is een bereik van maximaal 30 meter beschikbaar.
Om de ontvanger in te stellen op de high-densitymodus:
Gebruik de bedieningsknop om HIGH DENSITY op ON te zetten.
Synchroniseer als daarom wordt gevraagd de zender en ontvanger om de modus HIGH DENSITY in te schakelen.
Opmerking: Als de ontvanger in de modus HIGH DENSITY staat, worden de volgende indicators weergegeven op het scherm van de ontvanger:
Frequentiediversiteit is een geavanceerde functie van de ULX-D-ontvanger die bescherming biedt tegen het verlies van audiosignalen door RF-storing of vermogensverlies van een zender.
In de modus Frequentiediversiteit worden de signalen van twee zenders van een gemeenschappelijke audiobron naar de uitgangen van twee ontvangerkanalen geleid. In het geval van storing of vermogensverlies wordt de audio van het goede kanaal naar beide uitgangen geschakeld om het audiosignaal te behouden. Het schakelen tussen de kanalen gebeurt naadloos en onhoorbaar.
Als de ontvanger detecteert dat de signaalkwaliteit is verbeterd, wordt de audioroute hersteld zonder dat het audiosignaal wordt onderbroken.
Opmerking: In Wireless Workbench kunt u selectief de diversiteits-audiobron vergrendelen op een specifieke zender. Raadpleeg "Een frequentiediversiteitskanaal vergrendelen of ontgrendelen" in het Wireless Workbench-helpsysteem voor meer informatie.
Voor ontvangerkanalen zijn de volgende uitgangsrouteringsopties beschikbaar:
Om Frequentiediversiteit in te schakelen en een routeringsoptie te kiezen:
Gebruik de bedieningsknop om een routeringsoptie te kiezen en druk dan op ENTER.
Opmerking: Kies UIT om frequentiediversiteit uit te schakelen.
Als versleuteling wordt geschakeld terwijl de modus Frequentiediversiteit is ingeschakeld, biedt dit een aanvullende beveiligingslaag doordat alleen audio van de laatst gesynchroniseerde versleutelde zender voor elk kanaal wordt doorgegeven.
Voor een correcte weergave van de tv-kanaalinformatie stelt u TV FORMAT in zodat deze overeenkomt met de tv-kanaalbandbreedte in de regio waar de ontvanger werkt. De tv-bandbreedte is overal verschillend, dus bekijk de plaatselijke voorschriften om de regionale tv-bandbreedte te bepalen.
De volgende opties voor TV FORMAT zijn beschikbaar:
TV FORMAT instellen:
Gebruik deze functie om voorafgaand aan een groepsscan maximaal zes groepen van handmatig geselecteerde frequenties te maken en te exporteren naar ontvangers op het netwerk om de systeeminstelling te vereenvoudigen.
Tip: Gebruik Wireless Workbench of de Wireless Frequency Finder om de meest compatibele frequenties te selecteren. Ga naar www.shure.com voor meer informatie.
Om een aangepaste groep te maken:
Gebruik de bedieningsknop om de groep, het kanaal en de frequentiewaarden te kiezen. Druk op ENTER om deze op te slaan.
Exporteer alvorens een groepsscan uit te voeren een aangepaste groep naar ontvangers op het netwerk:
Opmerking: Gebruik de optie CLEAR ALL om alle instellingen voor aangepaste groepen te verwijderen.
Wanneer de versleuteling is ingeschakeld, genereert de ontvanger een unieke versleutelingscode die wordt gedeeld met de zender tijdens IR-synchronisatie. Zenders en ontvangers die een versleutelingscode delen, vormen een beschermd audiopad, zodat onbevoegde toegang van andere ontvangers wordt voorkomen.
Opmerking: Op sommige eenheden staat versleuteling altijd aan en kan versleuteling niet worden geconfigureerd.
Meerdere zenders kunnen dezelfde versleutelingscode delen, zodat ze toegang hebben tot één zender. Gebruik deze methode als u meerdere instrumenten hebt of een combinatie van handheld zenders en bodypack-zenders wilt gebruiken.
Voorzichtig! Zorg dat er slechts één zender is ingeschakeld tijdens een IR-synchronisatie of een optreden om kruiskoppeling tussen zenders te voorkomen.
Door de versleutelingscode periodiek opnieuw te regenereren, wordt de beveiliging behouden voor zenders en ontvangers die gedurende langere periodes zijn gekoppeld.
Voorzichtig! Zorg dat er slechts één zender is ingeschakeld tijdens een IR-synchronisatie of een optreden om kruiskoppeling tussen zenders te voorkomen.
Opmerking: Op sommige eenheden staat versleuteling altijd aan en kan versleuteling niet worden geconfigureerd.
Opmerking: Als er meerdere zenders met één ontvanger zijn versleuteld, moet op elke zender IR-synchronisatie worden uitgevoerd om de versleutelingscode te wissen.
De ontvanger heeft twee RF-cascadepoorten op het achterpaneel om het signaal van de antennes te delen met één extra ontvanger.
Gebruik een afgeschermde coaxiale kabel om de RF-cascadepoorten van de eerste ontvanger aan te sluiten op de antenne-ingangen van de tweede ontvanger.
Belangrijk! Beide ontvangers moeten van dezelfde frequentieband zijn.
Antennepoorten A en B leveren een DC-voorspanning aan actieve antennes. Schakel de DC-voeding uit bij gebruik van passieve (niet-gevoede) antennes.
Om de voorspanning uit te schakelen:
ULX-D dual- en quad-ontvangers zijn voorzien van een Dante-netwerkinterface met twee poorten. De Dante-technologie biedt een geïntegreerde oplossing voor de distributie van digitale audio en het beheer van regelsignalen, en verzendt Shure-regelsignalen (WWB en AMX/Crestron). Dante maakt gebruik van standaard IP over ethernet en kan veilig op hetzelfde netwerk worden verzonden als IT- en besturingsgegevens. Selecteerbare Dante-netwerkmodi geven poortsignalen door voor een flexibele netwerkinstelling.
U kunt uw ULX-D ontvangers op afstand beheren en controleren door Wireless Workbench en de digitale audio-routing te controleren door de Dante Controller. De signalen voor AMX- en Crestron-controllers worden via hetzelfde netwerk als Shure Control verzonden.
Wireless Workbench (WWB)-software biedt uitgebreide beheermogelijkheden voor draadloze audiosystemen. Wireless Workbench maakt live aanpassingen op afstand van ontvangers op het netwerk mogelijk, inclusief realtime wijzigingen van gain, frequentie, RF-vermogen en vergrendelingen. Een vertrouwde channel strips interface geeft audiometers, zenderparameters, frequentie-instellingen en de netwerkstatus weer.
Wireless Workbench is beschikbaar voor Windows of Mac en kan worden gedownload van: www.shure.com/wwb
De Dante Controller is een gratis softwareprogramma van Audinate™ voor het configureren en beheren van een netwerk van met Dante compatibele apparatuur. Gebruik de controller om audioroutes te maken tussen componenten op het netwerk en om de status van online apparaten te volgen.
Bezoek www.audinate.com voor download- en installatie-instructies.
Versie 2.4.X introduceert ondersteuning voor Dante Device Lock voor ULXD4D en ULXD4Q. Dante Device Lock is een functie van de Dante Controller waarmee u ondersteunde Dante-apparaten kunt vergrendelen en ontgrendelen met behulp van een 4-cijferige PIN (persoonlijk identificatienummer). Als een apparaat een Dante-vergrendeling heeft ingeschakeld, zal Dante-audio blijven stromen volgens de bestaande abonnementen, maar de abonnementen en instellingen kunnen niet worden geregeld of geconfigureerd.
Als u de PIN-code van uw Dante Device Lock vergeet, zie het gedeelte Device Lock van de Dante Controller-gebruikershandleiding voor instructies over hoe u verder moet gaan.
Versie 2.4.X introduceert ondersteuning voor Dante Domain Manager (DDM) voor ULXD4D en ULXD4Q. DDM is netwerkbeheersoftware die gebruikersauthenticatie, rolgebaseerde beveiliging en auditfuncties voor Dante-netwerken en Dante-producten mogelijk maakt.
Overwegingen voor Shure-apparaten die door DDM worden bestuurd:
Zie de Dante Domain Manager-gebruikershandleiding voor meer informatie.
Om communicatie tussen en beheer van componenten mogelijk te maken, moet aan elk apparaat in het netwerk een IP-adres worden toegewezen. Geldige IP-adressen kunnen automatisch worden toegekend door middel van een DHCP-server of handmatig worden geselecteerd uit een lijst. Bij gebruik van Dante-audio moet ook een afzonderlijk Dante IP-adres worden toegekend aan de ontvanger.
Opmerking: Gebruik slechts één DHCP-server per netwerk.
IP-adressen voor een Dante-netwerk kunnen automatisch worden toegekend door middel van een DHCP-server of handmatig worden geselecteerd uit een lijst.
Om de Dante IP-adrestoekenningsmodus te selecteren (automatisch of handmatig):
Selecteer met de bedieningsknop de modus en druk op ENTER om deze op te slaan.
DHCP: Dynamic Host Configuration Protocol
LAN: Local Area Network
MCU: Micro Controller Unit
RJ45: Ethernetaansluiting
RX: Ontvanger
TX: Zender
WWB: Wireless Workbench-software
VLAN: Virtual Local Area Network
MAC: Machine Access Code
De Dante-netwerkinterface heeft twee poorten (primair en secondair) die flexibele routerings- en configuratieopties bieden voor netwerksignalen.
Er zijn drie selecteerbare Dante-netwerkmodi beschikbaar voor het beheer van signaalroutering van de ontvangerpoorten naar het Dante-netwerk.
Netwerkmodus | Poortfunctie en -signalen | Toepassing | |
---|---|---|---|
Secundair | Primair | ||
SWITCHED |
Shure Control Dante Audio & Control |
Shure Control Dante Audio & Control |
Voor enkele netwerkinstallaties of ster- of daisy chain-netwerken. |
REDUNDANT AUDIO | Dante Redundant Audio |
Shure Control Dante Audio & Control |
Primaire en secundaire poort worden geconfigureerd als twee afzonderlijke netwerken. De secundaire poort levert een back-up van het primaire digitale audiosignaal. |
SPLIT | Dante Audio & Control | Shure Control | Primaire en secundaire poort zijn geconfigureerd als twee afzonderlijke netwerken om isolatie te bieden tussen regelsignalen en audiosignalen. |
Selecteer een Dante-modus om de netwerksignaalroutering te configureren voor de primaire en secundaire poort. Stel alle ontvangers op het netwerk in op dezelfde modus.
Opmerking: Haal netwerkaansluitingen los van de ontvanger alvorens de modus te wijzigen.
Opmerking: Gebruik afgeschermde Cat5e-kabels voor netwerkaansluitingen om betrouwbare prestaties te waarborgen.
De modus Geschakeld wordt meestal gebruikt voor enkele netwerkinstallaties of ster- of daisy chain-netwerken. De modus Geschakeld wordt aanbevolen voor installaties waarvoor Dante-audio niet vereist is.
Netwerkeigenschappen:
① Computer
Sluit de computer waarop Dante Controller en Wireless Workbench draait aan op de primaire poort.
② DHCP-server
Kan worden geconfigureerd met of zonder een DHCP-server. Leid geen audio door de server.
③ Gigabit ethernet-switch
④ Ontvangeraansluiting
Sluit ontvangers aan op de primaire poort
⑤ Dante-ontvanger
Sluit Dante-ontvangers (mengpanelen, recorders, versterkers) aan op de primaire poort.
① Computer
Sluit de computer waarop Wireless Workbench draait aan op de primaire poort.
② DHCP-server
Kan worden geconfigureerd met of zonder een DHCP-server.
③ Ontvangeraansluiting
Sluit ontvangers aan op de primaire poort
Gebruik de modus Redundant om een back-up van de Dante-audio op het secundaire netwerk te laten lopen voor het geval de audio op het primaire netwerk wordt onderbroken.
Netwerkeigenschappen:
Opmerking: Apparaten die zijn aangesloten op het Redundant-netwerk moeten compatibel zijn met Redundant Audio.
① Computer
Sluit de computer waarop de Dante Controller en Wireless Workbench draait aan op de primaire poort.
② DHCP-server
Kan worden geconfigureerd met of zonder een DHCP-server. Leid geen audio door de server.
③ Gigabit ethernet-switches
④ Ontvangeraansluiting
Sluit de primaire en secundaire poort aan op specifieke switches.
Opmerking: De secundaire poort ondersteunt alleen handmatige IP- of automatische Link-Local-configuratie. Het subnet voor het Link-Local Dante secundaire adres is vooringesteld op 172.31.x.x (255.255.0.0)
⑤ Dante-ontvanger
Sluit Dante-ontvangers (mengpanelen, recorders, versterkers) aan op de primaire of secundaire poort.
Gebruik de modus Gesplitst om regelsignalen te isoleren van audiosignalen door deze op twee afzonderlijke netwerken te plaatsen.
Netwerkeigenschappen:
① Computer (Dante Controller)
Sluit de computer met Dante Controller geïnstalleerd aan op de primaire poort.
② DHCP-server (secundaire netwerk)
Kan worden geconfigureerd met of zonder een DHCP-server. Leid geen audio door de server.
③ Gigabit ethernet-switch (secundaire netwerk)
④ Ontvangeraansluitingen (Dante Audio)
Sluit de secundaire poorten aan op de secundaire netwerkschakelaar.
⑤ Computer (Shure Control)
Sluit de computer met Shure Control geïnstalleerd aan op de primaire poort.
② DHCP-server (primaire netwerk)
Kan worden geconfigureerd met of zonder een DHCP-server. Leid geen audio door de server.
③ Gigabit ethernet-switch (primaire netwerk)
⑧ Ontvangeraansluitingen (Shure Control)
Sluit de primaire poorten aan op de primaire netwerkschakelaar.
⑨ Dante-ontvanger
Sluit Dante-ontvangers (mengpanelen, recorders, versterkers) aan op de primaire poort.
Bij gebruik van de ontvanger in een netwerk met Shure Control (Wireless Workbench) en een Dante Controller zijn twee apparaat-ID’s vereist: één voor Shure Control en één voor Dante Control. Apparaat-ID’s worden gebruikt voor de identificatie van apparaten op het netwerk en om Dante digitale audioroutes te maken.
Het gebruik van de onderstaande beste praktijken zal u helpen bij het opzetten van het netwerk en probleemoplossing vergemakkelijken.
Tip: Klik op het apparaatpictogram naast de kanaalnaam om de ontvanger te identificeren met behulp van Flash op het voorpaneel.
U kunt de apparaat-ID van Shure Control ook bijwerken vanaf het voorpaneel van de ontvanger:
Er zijn twee manieren om een Dante-ID te maken:
Bij het invoeren van ID’s vanuit het ontvangermenu zijn er extra ID-modi beschikbaar voor het snel toevoegen van sequentiële nummering aan meerdere ontvangers of voor het toevoegen van prefixen ten behoeve van netwerkherkenning door met Dante compatibele Yamaha-mengtafels.
Opmerking: Wijziging van de Dante-ID zal leiden tot audiosignaalverlies. Gebruik nadat een ID is gewijzigd Dante Controller om audioroute-instellingen te herstellen op basis van de nieuwe ID.
De apparaat-ID instellen vanuit het ontvangermenu:
De apparaat-ID invoeren vanaf de Dante Controller:
Dante-apparaat-ID’s worden weergegeven in de weergave Netwerk in de Dante Controller.
De functie Apparaat identificeren van de Dante Controller laat de LED’s op het frontpaneel van een geselecteerde ontvanger knipperen voor eenvoudige identificatie wanneer er meerdere ontvangers worden gebruikt.
Open de weergave Apparaat in de Dante Controller en klik op het pictogram Identificeren (oog). De LED’s op het frontpaneel van de geselecteerde ontvanger reageren door te knipperen.
Apparaten in Dante Controller worden gecategoriseerd als “Zenders” en “Ontvangers”
Om audio door het netwerk te laten stromen, moeten er audioroutes worden geconfigureerd tussen zenders en ontvangers. Raadpleeg de gebruikershandleiding van Dante Controller voor meer informatie over het creëren van verbindingen tussen apparaten.
Opmerking: ULX-D-ontvangers verschijnen in Dante Controller als een zender. Apparaten die zowel in- als uitgangen hebben verschijnen meestal als zowel als zenders en als ontvangers.
Als het pictogram niet oplicht, controleert u de kabelverbinding en de led’s op de netwerkbus.
Als de LED’s niet oplichten terwijl de kabel is aangesloten, vervangt u de kabel en controleert u opnieuw de LED’s en het netwerkpictogram.
Raadpleeg voor meer informatie Probleemoplossing Wireless Workbench-netwerk.
De ontvanger en de Dante-netwerkkaart kunnen worden teruggezet naar de Dante-fabrieksinstellingen. Resetten is nuttig om bestaande gegevens te wissen voordat u een systeem instelt.
Voorzichtig! Bij het resetten van zowel de Dante-netwerkkaart of via de ULX-D-ontvanger zal de Dante-audio worden onderbroken.
Tip: Noteer alvorens de fabrieksherstellingen te herstellen de huidige Dante-netwerkmodus en IP-instellingen. Bij een reset wordt de Dante netwerkmodus teruggezet naar SWITCHED, en de IP-adresmodus naar AUTO.
Bij een reset van de ontvanger worden de fabrieksinstellingen hersteld en worden de Shure Control- en Dante IP-adresmodus teruggezet naar AUTO.
De optie Factory Reset van Dante Controller zet de Dante-kaart terug naar de fabrieksinstellingen en zet de Dante IP-adresmodus op AUTO.
Bij een systeemreset worden de huidige ontvangerinstellingen gewist en worden de standaard fabrieksinstellingen hersteld.
Om de standaard fabrieksinstellingen te herstellen:
Firmware is software die is ingebouwd in elk onderdeel dat functionaliteit regelt. Periodiek worden nieuwe firmwareversies ontwikkeld die aanvullende functies en verbeteringen bevatten. Om te profiteren van ontwerpverbeteringen kunnen nieuwe versies van de firmware worden geüpload en geïnstalleerd met behulp van het hulpprogramma Shure Update Utility dat beschikbaar is op de pagina Shure Update Utility.
Werk bij het updaten van de firmware van ontvangers alle ontvangers bij tot dezelfde firmwareversie om een consistente werking te waarborgen.
De firmware van alle ULX-D-apparaten heeft de nummerstructuur MAJOR.MINOR.PATCH (bijv. 1.2.14). Alle ULX-D-apparaten op het netwerk (inclusief zenders) dienen minimaal dezelfde MAJOR- en MINOR-firmwareversienummers te hebben (bijv. 1.2.x).
VOORZICHTIG! Zorg dat de voedings- en netwerkaansluitingen van de ontvanger behouden blijven tijdens een firmware-update. Schakel de ontvanger niet uit voordat de update is voltooid.
BELANGRIJK! Ontvangers waarop firmware ouder dan versie 1.4.8 wordt gedraaid, moeten worden bijgewerkt tot 1.4.8 alvorens naar nieuwere versies bij te werken. Ontvangers waarop firmware tussen versie 1.4.8 en 2.0.28 wordt gedraaid, moeten worden bijgewerkt tot 2.0.28 alvorens naar nieuwere versies bij te werken. Zie de FAQ ULX-D firmwareupdate en problemen voor meer informatie over deze updateprocedure.
Wanneer het downloaden is voltooid, begint de ontvanger automatisch met het bijwerken van de firmware en wordt de bestaande firmware overschreven.
Wanneer de overdracht voltooid is, begint de ontvanger automatisch met het bijwerken van de firmware en wordt de bestaande firmware overschreven. Ga voor meer informatie over het hulpprogramma voor het bijwerken van Shure Update Utility naar de gebruikershandleiding voor de Shure Update Utility.
De ULX-D-ontvanger is compatibel met externe regelsystemen, zoals AMX of Crestron, via het ethernet bij gebruikmaking van dezelfde kabels waarmee de signalen van Shure Control (Wireless Workbench) worden overgebracht. Gebruik slechts één controller per systeem om conflicterende berichten te voorkomen.
Voor een uitgebreide lijst mt ULX-D-opdrachtregels raadpleegt u de FAQ-pagina voor Shure ULX-D-opdrachtregels.
ULX-D-ontvangers gebruiken gateway-adressering voor ondersteuning van cross-subnet routing. Met de gateway-instelling kunnen via een enkelvoudige controller apparaten worden beheerd die aan verschillende subnets, bijvoorbeeld van een aantal ruimtes of gebouwen, zijn toegewezen.
Opmerking: Een gateway-adres is een geavanceerde netwerkinstelling. In de meeste netwerkconfiguraties hoeft deze instelling niet te worden gewijzigd.
Instellen van gateway van ontvanger:
Opmerking: Bij het instellen van het gateway-adres moeten het IP-adres en het subnet op geldige adressen zijn ingesteld.
Bewaak de belangrijkste elementen van uw draadloze activiteiten op een mobiel apparaat via wifi met ShurePlus Channels™. Gebruik dit in combinatie met Wireless Workbench of als standalone toepassing voor minder complexe coördinatiebehoeften.
Probleem | Zie oplossing... |
---|---|
Geen geluid | Voeding, kabels, radiofrequentie of versleuteling komt niet overeen |
Zwak geluid of vervorming | Versterking |
Geen bereik, ongewenste ruis of uitval | RF |
Zender kan niet worden uitgeschakeld, frequentie-instellingen kunnen niet worden gewijzigd of ontvanger kan niet worden geprogrammeerd | Interfacevergrendelingen |
Bericht Versleuteling komt niet overeen | Versleuteling komt niet overeen |
Bericht Firmware komt niet overeen | Firmware komt niet overeen |
Bericht Antennefout | RF |
Bericht Tx batterij heet | Tx batterij heet |
Zorg ervoor dat de ontvanger en de zender voldoende spanning krijgen. Controleer de batterij-indicatoren en vervang indien nodig de batterijen van de zender.
Stel op de voorzijde van de ontvanger de systeemversterking af. Zorg ervoor dat het uitgangsniveau (alleen XLR-uitgangssignalen) aan de achterzijde van de ontvanger overeenkomt met de ingang van de mengtafel, versterker of DSP.
Controleer of alle kabels en connectors goed werken.
De zender en de ontvanger kunnen worden vergrendeld om onbedoelde of onbevoegde wijzigingen te voorkomen. Een vergrendelde functie of knop geeft het scherm Vergrendeld op het LCD-scherm weer.
Synchroniseer alle ontvangers en zenders opnieuw wanneer u versleuteling hebt in- of uitgeschakeld.
Gepaarde zenders en ontvangers moeten dezelfde firmwareversie hebben om een stabiele werking te waarborgen. Zie het gedeelte “Firmware” voor de updateprocedure voor de firmware.
Als de batterij van de zender niet afkoelt, schakelt het apparaat zichzelf uit. Laat het apparaat afkoelen en overweeg om de batterij van de zender te vervangen om door te gaan met het gebruik ervan.
Stel alle mogelijke externe bronnen die de zender kunnen verhitten vast en bedien de zender niet in de buurt van deze externe warmtebronnen.
Alle batterijen moeten voor de beste werking uit de buurt van externe warmtebronnen onder aanvaardbare temperatuuromstandigheden worden opgeslagen en gebruikt.
Als geen van beide blauwe LED’s voor RF-diversiteit brandt, detecteert de ontvanger geen zender.
De oranje LED’s voor RF-signaalsterkte geven de hoeveelheid ontvangen RF-vermogen aan. Dit signaal kan afkomstig zijn van de zender of van een storingsbron, zoals een televisie-uitzending. Als meer dan een of twee oranje RF-LED’s nog steeds branden als de zender is uitgeschakeld, heeft dat kanaal te veel last van storing en dient u een ander kanaal te proberen.
De rode RF-LED geeft een RF-overbelasting aan. Dit veroorzaakt gewoonlijk geen probleem, tenzij u meer dan één systeem tegelijk gebruikt; in dit geval kan storing in het andere systeem worden veroorzaakt.
Als de zender op meer dan 6 tot 60 m (20 tot 200 voet) afstand van de ontvangerantenne is, kunt u het bereik mogelijk op een van de volgende manieren vergroten:
Als u de rode RF-LED op een ontvanger ziet, kunt u het volgende proberen:
De melding Antennefout duidt op kortsluiting bij een antennepoort.
Niet gevonden wat u zocht? Neem voor hulp contact op met onze klantenservice.
Unit | Onderdeelnummer |
---|---|
Ontvanger | ULXD4D, ULXD4Q |
Ontvangerantennes van 1/2-golflengte (2) | afhankelijk van frequentieband |
Hardwareset (schroeven voor rekmontage) | 90XN1371 |
22 in. BNC-BNC Coaxial Cable(2) | 95K2035 |
Bulkhead-adapter (2) | 95A8994 |
Ethernet Cable 3 ft. | 95B15103 |
Unit | Onderdeelnummer |
---|---|
Draagbare zender | ULXD2 |
Capsule | zie de opties hieronder |
Microfoonklem | 95T9279 |
Etui met rits | 95B2313 |
AA-alkalinebatterijen (2) (2) | 80B8201 |
Batterijcontactafdekking | 65A15947 |
Unit | Onderdeelnummer |
---|---|
Bodypack-zender | ULXD1 |
Zenderantennes van 1/4 golflengte | afhankelijk van frequentieband |
Etui met rits | 95A2313 |
AA-batterijen (2) | 80B8201 |
Band | Ontvangerantennes van 1/2 golflengte | Zenderantennes van 1/4 golflengte |
---|---|---|
G50 | 95AA9279 | 95G9043 (Geel) |
G51 | 95AA9279 | 95G9043 (Geel) |
G52 | 95AA9279 | 95G9043 (Geel) |
H51 | 95AL9279 | 95D9043 (Grijs) |
H52 | 95AL9279 | 95D9043 (Grijs) |
J50 | 95AK9279 | 95E9043 (Zwart) |
K51 | 95AJ9279 | 95E9043 (Zwart) |
L50 | 95AD9279 | 95E9043 (Zwart) |
L51 | 95AD9279 | 95E9043 (Zwart) |
P51 | 95AF9279 | 95F9043 (Blauw) |
R51 | 95M9279 | 95F9043 (Blauw) |
AB | 95M9279 | n.v.t. |
Q51 | 95M9279 | n.v.t. |
Accessoire | Onderdeelnummer |
---|---|
Shure oplaadbare lithium-ion batterij | SB900B |
Shure-batterijlader met 8 laadcompartimenten | SBC800 |
Dubbel laadstation zonder voeding | SBC200 |
Grensvlakzender | ULXD6 |
ULXD zender met zwanenhals en voet | ULXD8 |
Netwerklader met 4 compartimenten voor zwanenhals- en grensvlakmicrofoons | SBC450 |
Netwerklader met 8 compartimenten voor zwanenhals- en grensvlakmicrofoons | SBC850 |
Draagtas | WA610 |
Zwart bodypack-zakje | WA582B |
Y-Cable for bodypack transmitters | AXT652 |
Antenneverdeelsysteem | UA845SWB |
Passive Antenna/Splitter Combiner Kit (recommended for 2 receivers) | UA221 |
Antennelijnversterker, 470-698MHz | UA830USTV |
UHF Antenna Power Distribution Amplifier (recommended for 3 or more receivers) | UA844SWB |
Lijnvoeding | UABIAST |
Antenneset voor montage aan voorzijde (inclusief 2 kabels en 2 bulkhead-adapters) | UA600 |
1/2 Wave Antenna Remote Mount Kit | UA505 |
Actieve richtantenne 470-900MHZ | UA874WB |
Passieve directionele antenne, 470-952 MHz Inclusief BNC- naar BNC-kabel van 10 ft. | PA805SWB |
Coaxiaalkabel, BNC-BNC van 2 ft | UA802 |
Coaxiaalkabel, BNC-BNC van 6 ft | UA806 |
Coaxiaalkabel, BNC-BNC van 25 ft | UA825 |
Coaxiaalkabel, BNC-BNC van 50 ft | UA850 |
Coaxiaalkabel, BNC-BNC van 100 ft | UA8100 |
470–932 MHz, per regio verschillend (Zie tabel met frequentiebereik en uitgangsvermogen)
100 m ( 330 ft)
Opmerking: Werkelijk bereik is afhankelijk van RF-signaalabsorptie, -reflectie en -interferentie.
25 kHz, per regio verschillend
>70 dB, normaal
−98 dBm bij 10-5 BER
<2.9 ms
A-gewogen, normaal, Systeemgain @ +10
XLR analoge uitgangssignalen | >120 dB |
Dante digitale uitgangssignalen | 130 dB |
Ingang −12 dBFS, Systeemgain @ +10
<0,1%
Een positieve druk op het microfoonmembraan resulteert in een positieve spanning op pen 2 (ten opzichte van pen 3 van de XLR-uitgang) en de punt van de 6,35 mm (1/4-inch) uitgang.
-18°C (0°F) tot 50°C (122°F)
Opmerking: Batterijeigenschappen kunnen dit bereik beperken.
-29°C (-20°F) tot 74°C (165°F)
Opmerking: Batterijeigenschappen kunnen dit bereik beperken.
3,36 kg (7,4 lbs), zonder antennes
100 tot 240 V AC, 50-60 Hz, 0,26 A max.
3,45 kg (7,6 lbs), zonder antennes
100 tot 240 V AC, 50-60 Hz, 0,32 A max.
44 x 482 x 274 mmH x B x D
staal; Spuitaluminium
−18 tot +42 dB in stappen van 1 dB (plus dempingsinstelling)
XLR | gebalanceerd (1 = massa, 2 = audio +, 3 = audio −) |
100 Ω
LINE-instelling | +18 dBV |
MIC-instelling | −12 dBV |
30 dB pad
Ja
BNC
Opmerking: Voor aansluiting van één extra ontvanger in dezelfde band
Ongebalanceerd, passief
50 Ω
0 dB
Tweepoorts ethernet 10/100 Mbps, 1Gbps, Dante digitale audio
DHCP of handmatig IP-adres
100 m (328 ft)
>80 dB, normaal
BNC
50 Ω
12 tot 13 V DC, 150 mA maximum, per antenne
schakelbaar aan/uit
Shure SB900B | >8 uur |
alkaline | 9 uur |
Zie tabel batterijlevensduur
Pad uit | 8,5 dBV ( 7,5 Vpp) |
Pad aan | 20,5 dBV ( 30 Vpp) |
Zie de tabel met frequentiebereik en uitgangsvermogen, per regio verschillend
Shure SB900B | >8 uur |
alkaline | 9 uur |
Zie tabel batterijlevensduur
VHF V50 en V51 | 278 mm x 51 mm (10,9 inch x 2,0 inch) l x diam. |
Andere frequentiebanden | 256 mm x 51 mm (10,1 inch x 2,0 inch) l x diam. |
VHF V50 en V51 | 348 g (12,3 oz.), zonder batterijen |
Andere frequentiebanden | 340 g (12,0 oz.), zonder batterijen |
Let op: Afhankelijk van microfoontype
Zie de tabel met frequentiebereik en uitgangsvermogen, per regio verschillend
Gebruik het volgende bedradingsschema om de XLR-uitgang om te zetten naar een ¼-uitgang.
MHz | hours | |||
---|---|---|---|---|
SB900B | alkaline | |||
1/10 mW | 20 mW | 1/10 mW | 20 mW | |
470 to 810 | >8:30 | >5:40 | >8 | >5:30 |
902 to 928 | >7:30 | >4:40 | >7 | >4 |
174 to 216 | >8:30 | >6:35 | 8 | >5 |
1240 to 1800 | >8 | >6:05 | >6 | >4:30 |
Note: The SB900B Shure rechargeable battery uses SBC200, SBC800 and SBC220 chargers.
De waarden in deze tabel gelden voor nieuwe, hoogwaardige batterijen. De batterijgebruiksduur is afhankelijk van de fabrikant en de leeftijd van de batterij.
Frequentieband | Frequentiebereik ( MHz ) |
Voeding ( mW RMS )* (Lo/Nm/Hi) |
---|---|---|
G50 | 470 tot 534 | 1/10/20 |
G51 | 470 tot 534 | 1/10/20 |
G52 | 479 tot 534 | 1/10 |
G53 | 470 tot 510 | 1/10/20 |
G62 | 510 tot 530 | 1/10/20 |
H50 | 534 tot 598 | 1/10/20 |
H51 | 534 tot 598 | 1/10/20 |
H52 | 534 tot 565 | 1/10 |
J50 | 572 tot 636 | 1/10/20 |
J50A△ | 572 tot 608 | 1/10/20 |
J51 | 572 tot 636 | 1/10/20 |
K51 | 606 tot 670 | 1/10 |
L50 | 632 tot 696 | 1/10/20 |
L51 | 632 tot 696 | 1/10/20 |
L53 | 632 tot 714 | 1/10/20 |
M19 | 694 tot 703 | 1/10/20 |
P51 | 710 tot 782 | 1/10/20 |
R51 | 800 tot 810 | 1/10/20 |
JB (Alleen Tx ) | 806 tot 810 | 1/10 |
AB (Rx en Tx) | 770 tot 810 | 'A'-band (770-805): 1/10/20 |
'B'-band (806-809): 1/10 | ||
Q12 | 748 tot 758 | 1/10/20 |
Q51 | 794 tot 806 | 10 |
V50 | 174 tot 216 | 1/10/20 |
V51 | 174 tot 216 | 1/10/20 |
V52 | 174 tot 210 | 10 |
X50 | 925 tot 932 | 1/10 |
X51 | 925 tot 937,5 | 10 |
X52 | 902 tot 928 | 0,25/10/20 |
X53 | 902 tot 907.500, 915 tot 928 | 0,25/10/20 |
X54 | 915 tot 928 | 0,25/10/20 |
Z16 | 1240 tot 1260 | 1/10/20 |
Z17 | 1492 tot 1525 | 1/10/20 |
Z18 | 1785 tot 1805 | 1/10/20 |
Z19 | 1785 tot 1800 | 1/10/20 |
Z20 | 1790 tot 1805 | 1/10/20 |
△Uitgangsvermogen beperkt tot 10 mW boven 608 MHz.
Opmerking: Frequentiebanden zijn mogelijk niet in alle landen of regio’s beschikbaar voor verkoop of geautoriseerd voor gebruik.
* Voeding geleverd aan de antennepoort
Voor de Z17-band (1492-1525 MHz) mag het systeem alleen binnenshuis worden gebruikt.
Voor de Z19-band (1785-1800 MHz) die wordt gebruikt in Australië, volgens de Radio Communications Low Interference Potential Devices Class License 2015, item 30 note C: moet het systeem werken binnen het bereik van 1790-1800 MHz bij gebruik buitenshuis.
低功率射頻器材技術規範
取得審驗證明之低功率射頻器材,非經核准,公司、商號或使用者均不得擅
自變更頻率、加大功率或變更原設計之特性及功能。低功率射頻器材之使用
不得影響飛航安全及干擾合法通信;經發現有干擾現象時,應立即停用,並
改善至無干擾時方得繼續使用。前述合法通信,指依電信管理法規定作業之
無線電通信。低功率射頻器材須忍受合法通信或工業、科學及醫療用電波輻
射性電機設備之干擾。
เครื่องโทรคมนาคมและอุปกรณ์นี้มีความสอดคล้องตามมาตรฐานหรือข้อกำหนดทางเทคนิคของ กสทช.
Verklaring van symbolen
![]() |
Voorzichtig: risico op elektrische schokken |
![]() |
Voorzichtig: risico op gevaarlijke situaties (zie opmerking.) |
![]() |
Gelijkstroom |
![]() |
Wisselstroom |
![]() |
Aan (voeding) |
![]() |
Apparatuur volledig beschermt door DUBBELE ISOLATIE of VERSTERKTE ISOLATIE |
![]() |
Stand-by |
![]() |
Apparatuur mag niet worden afgevoerd via het normale afvalsysteem |
WAARSCHUWING: De voltages in deze apparatuur zijn levensgevaarlijk. Bevat geen onderdelen die de gebruiker zelf kan repareren. Laat onderhoud altijd uitvoeren door bevoegd servicepersoneel. De veiligheidscertificeringen zijn niet meer geldig indien de fabrieksinstelling van de werkspanning wordt gewijzigd.
WAARSCHUWING: Explosiegevaar indien batterij door verkeerd exemplaar wordt vervangen. Alleen gebruiken met AA-batterijen.
Opmerking: Gebruik dit apparaat alleen met de bijgeleverde voeding of een door Shure goedgekeurd equivalent.
Licenties: Een vergunning om deze apparatuur te gebruiken kan in bepaalde streken nodig zijn. Raadpleeg de autoriteiten in uw land voor mogelijke vereisten. Wijzigingen of aanpassingen die niet expliciet zijn goedgekeurd door Shure Incorporated, kunnen uw bevoegdheid om de apparatuur te gebruiken tenietdoen. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker een vergunning aan te vragen voor de Shure draadloze microfoon, en het verkrijgen van de vergunning hangt af van de classificatie van de gebruiker en de toepassing, en van de geselecteerde frequentie. In Nederland is in de band 470 tot 790 Mhz geen vergunning nodig. Shure raadt de gebruiker dringend aan contact op te nemen met de desbetreffende telecommunicatie-autoriteit betreffende de juiste vergunning en alvorens frequenties te kiezen en te bestellen.
This device complies with part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions:
Note: This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
Opmerking: EMC-conformiteitstesten worden gebaseerd op het gebruik van meegeleverde en aanbevolen kabeltypen. Bij gebruik van andere kabeltypen kunnen de EMC-prestaties worden aangetast.
Houd u aan de plaatselijke regels voor recycling van batterijen, verpakkingsmateriaal en elektronisch afval.
Dit apparaat valt onder een licentie voor de ACMA-klasse en dient te voldoen aan alle voorwaarden van die licentie, evenals de werkfrequenties. Dit apparaat zal al vóór 31 december 2014 moeten voldoen als het wordt gebruikt in de frequentieband van 520-820 MHz. WAARSCHUWING: Dit apparaat mag na 31 december 2014 om te voldoen niet meer worden gebruikt in de frequentieband van 694-820 MHz.
Voldoet aan de essentiële vereisten van de volgende Europese Richtlijnen:
Opmerking: houd u aan de plaatselijke richtlijnen voor recycling van elektronisch afval
Dit product voldoet aan de essentiële vereisten van alle toepasselijke Europese richtlijnen en komt in aanmerking voor CE-markering.
CE Verklaring: Shure Incorporated verklaart hierbij dat voor dit product met CE-markering is vastgesteld dat deze voldoet aan de vereisten van de Europese Unie. De volledige tekst van de EU-verklaring van conformiteit is beschikbaar op de volgende website: https://www.shure.com/en-EU/support/declarations-of-conformity.
Erkende Europese vertegenwoordiger:
Shure Europe GmbH
Afdeling: Wereldwijde conformiteit
Jakob-Dieffenbacher-Str. 12
75031 Eppingen, Duitsland
Telefoon: +49-7262-92 49 0
Fax: +49-7262-92 49 11 4
E-mail: EMEAsupport@shure.de
Gecertificeerd onder FCC Deel 15 en FCC Deel 74.
Gecertificeerd door ISED in Canada onder RSS-102 en RSS-210.
IC: 616A-ULXD1 G50, 616A-ULXD1 H50, 616A-ULXD1 J50, 616A-ULXD1 L50; 616A-ULXD2 G50, 616A-ULXD2 H50, 616A-ULXD2 J50, 616A-ULXD2 L50, 616A-ULXD1G50S, 616A-ULXD1H50S, 616A-ULXD1J50AS, 616A-ULXD2G50S, 616A-ULXD2H50S, 616A-ULXD2J50AS.
FCC: DD4ULXD1G50, DD4ULXD1H50, DD4ULXD1J50, DD4ULXD1L50; DD4ULXD2G50, DD4ULXD2H50, DD4ULXD2J50, DD4ULXD2L50, DD4ULXD1-G50, DD4ULXD1-H50, DD4ULXD1-J50A, DD4ULXD1-X52, DD4ULXD2-G50, DD4ULXD2-H50, DD4ULXD2-J50A, DD4ULXD2-X52 .
IC: 616A-ULXD1X52, 616A-ULXD2X52
FCC: DD4ULXD1X52, DD4ULXD2X52
IC: 616A-ULXD1V50, 616A-ULXD2V50
FCC: DD4ULXD1V50, DD4ULXD2V50
Opmerking: Voor zenders die op V50- en V51-banden werken: nominale antenneversterking bij vrije ruimte in het midden van de band is doorgaans –6 dBi verzwakt met nogmaals –4 dB bij de grenzen van de band.
Goedgekeurd volgens de bepaling over conformiteitsverklaring (DoC) van FCC Deel 15.
Is conform aan elektrische veiligheidseisen gebaseerd op IEC 60065.
(一)本产品符合“微功率短距离无线电发射设备目录和技术要求”的具体条款和使用场景;
(二)不得擅自改变使用场景或使用条件、扩大发射频率范围、加大发射功率(包括额外加装射频功率放大器),不得擅自更改发射天线;
(三)不得对其他合法的无线电台(站)产生有害干扰,也不得提出免受有害干扰保护;
(四)应当承受辐射射频能量的工业、科学及医疗(ISM)应用设备的干扰或其他合法的无线电台(站)干扰;
(五)如对其他合法的无线电台(站)产生有害干扰时,应立即停止使用,并采取措施消除干扰后方可继续使用;
(六)在航空器内和依据法律法规、国家有关规定、标准划设的射电天文台、气象雷达站、卫星地球站(含测控、测距、接收、导航站)等军民用无线电台(站)、机场等的电磁环境保护区域内使用微功率设备,应当遵守电磁环境保护及相关行业主管部门的规定。
This device complies with part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions:
Note: This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
Dit apparaat deelt frequenties met andere apparaten. Raadpleeg de website van de Federal Communications om de beschikbare kanalen in uw omgeving vast te stellen voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Er is geen door de gebruiker bediende stroomregeling, frequentie of andere instellingen beschikbaar naast degene die in deze handleiding worden gespecificeerd.
Dit apparaat functioneert zonder bescherming en zonder interferentie. Als de gebruiker bescherming wenst tegen andere radiodiensten die werken op dezelfde tv-banden, is een radiolicentie vereist. Raadpleeg het document Client Procedures Circular CPC-2-1-28, Voluntary Licensing of Licence-Exempt Low-Power Radio Apparatus in the TV Bands van Innovation, Science and Economic Development Canada voor meer details.
This device contains licence-exempt transmitter(s)/receiver(s) that comply with Innovation, Science and Economic Development Canada’s licence-exempt RSS(s). Operation is subject to the following two conditions: